Gemeente Breda

Aanpak armoede in Breda werkt

Het Bredase armoedebeleid werpt haar vruchten af. Het levert een belangrijke bijdrage aan de positie van minima door het bestrijden van financiële armoede en een sociaal isolement. Dit blijkt uit onderzoek naar de armoede en evaluatie van het Bredase armoedebeleid over het jaar 2002 waarvan de resultaten onlangs zijn verschenen.

Eén op de tien huishoudens in Breda moet rondkomen van een laag inkomen. De gemeente wil deze burgers financieel helpen en voert daarvoor een zogenoemd armoedebeleid. Mensen met een laag inkomen komen in aanmerking voor bijzondere bijstand, kunnen deelnemen aan een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering, krijgen via de Breda-pas korting op een groot aantal activiteiten en kunnen kwijtschelding krijgen van gemeentelijke belastingen en afvalheffing.

Er gaat veel geld om in het armoedebeleid en het gemeentebestuur wil weten of dit ook loont. Daarom wordt elke twee jaar een onderzoek gehouden naar de effecten van het armoedebeleid. Het rapport dat nu verschenen is maakt de balans op van het armoedebeleid in 2002. De conclusie is dat de maatregelen succesvol zijn geweest. In 2002 is het inkomen van ongeveer 6500 huishoudens substantieel verhoogd door het armoedebeleid en 2800 huishoudens kwamen dank zij de gemeentelijke ondersteuning boven de armoedegrens.

In 2002 werd veel aandacht gegeven aan het informeren van mensen over waar ze recht op hebben. Het project financiële voorlichting aan ouderen waarbij ouderen thuis werden bezocht, heeft geleid tot een sterke toename van het aantal aanvragen van ouderen. Ook in het algemeen was sprake van een toename van het gebruik van de maatregelen. Van de mensen waarvoor het armoedebeleid bedoeld is maakte slechts 6,5% daarvan geen gebruik.

Sinds het uitbrengen van het eerste onderzoeksrapport in 1996 was sprake van een jaarlijkse afname van het aantal huishoudens met een laag inkomen. Maar in 2003 was er een omslagpunt. Door nieuwe fiscale maatregelen van de rijksoverheid gingen de mensen er in koopkracht op achteruit en nam de armoede weer toe. Naar het zich laat aanzien stijgt het aantal Bredase huishoudens met een laag inkomen in 2004 verder tot zon 11%. Vooral onder eenoudergezinnen, alleenstaanden en niet-westerse allochtonen komt veel armoede voor. De gemeente richt zich dan ook nadrukkelijk op deze groep mensen bij de armoedebestrijding. De achteruitgang in koopkracht heeft ook een stijging tot gevolg van het aantal mensen met problematische schulden. In 2002 werden door de Gemeentelijke Kredietbank ruim 1500 aanvragen voor schuldhulpverlening afgehandeld; dit jaar zal het waarschijnlijk gaan om ruim 2000 hulpvragen.

Breda, 17 november 2004