LAD

Hervatting overleg CAO Jeugdhulpverlening

In september 2004 diende voor de rechtbank in Utrecht het kort geding van de werknemersorganisaties, waaronder LAD/FHZ, tegen werkgeversorganisatie MOgroep. Aanleiding hiervoor was het conflict tussen de werknemersorganisaties en MOgroep over de verplichtingen van de werkgevers om uitvoering te geven aan het onderhandelaarsakkoord CAO Jeugdhulpverlening 2002-2003 over de opbouw van de eindejaarsuitkering. Door dit conflict zijn de onderhandelingen regelmatig opgeschort.

Oordeel rechter
De werknemersorganisaties vroegen met het kort geding een uitspraak van de rechter, zodat de onderhandelingen konden worden hervat vanaf het uitgangspunt dat de eindejaarsuitkering in 2004 stijgt met 1% naar 4,2% niet-resultaatafhankelijk en 0,45% resultaatafhankelijk. De rechter gaf op 7 oktober 2004 de werknemersorganisaties gelijk en gebiedt MOgroep om met de vakorganisaties onderhandelingen te voeren over een nieuwe CAO Jeugdhulpverlening 2004-2005, ervan uitgaande dat de leden van de MOgroep gehouden zijn uitvoering te geven aan het onderhandelaarsakkoord van 2 mei 2002 en aldus gehouden zijn aan haar werknemers over het jaar 2004 een niet-resultaatgerelateerde eindejaarsuitkering te voldoen van 4,2% en een resultaatsgerelateerde uitkering van 0,45%. (Klik hier voor de volledige uitspraak kort geding CAO Jeugdhulpverlening.)

Hoger beroep
MOgroep heeft aangegeven dat zij de uitspraak van de rechter niet duidelijk vindt. De werkgeversorganisatie heeft besloten in hoger beroep te gaan. Dit kan opnieuw vertraging in de CAO-onderhandelingen opleveren. LAD/FHZ en de andere werknemersorganisaties willen tijdens het overleg op 19 november 2004 dan ook duidelijkheid van MOgroep. Het streven is nog steeds om die dag een resultaat te bereiken.

Laatst gewijzigd: 17-11-2004