Greenpeace

Greenpeace sluit hoofdingang HP af HP weigert schadelijke stoffen uit haar producten te halen

19 November 2004, Amsterdam, Nederland

Actievoerders van Greenpeace Nederland hebben vandaag de hoofdingang van HP in Utrecht afgesloten met een muur van duizend oude HP-computers. Één van de schadelijke stoffen die is teruggevonden in menselijk bloed, de broomhoudende vlamvertrager TBBA, wordt door HP in computers verwerkt. Greenpeace vindt dat een bedrijf dat gebruik blijft maken van schadelijke stoffen en niet overstapt op schonere alternatieven niet verantwoord bezig is. Bedrijven zoals Samsung, Puma en H&M hebben zich bereid getoond alle schadelijke stoffen uit hun producten te gaan halen. HP heeft aangegeven dit niet te willen doen.

De broomhoudende vlamvertragers zitten in allerlei dagelijkse consumentenproducten verwerkt en voorkomen dat producten snel vlamvatten en uitbranden. Voor deze vlamvertragers zijn echter goede alternatieven op de markt. In het voorjaar bleek uit testen die TNO in opdracht van Greenpeace heeft uitgevoerd, dat HP-computers voor twintig procent bestaan uit broomhoudende vlamvertragers. Naar aanleiding daarvan heeft Greenpeace gesprekken met HP gevoerd waaruit bleek dat HP niet bereid was deze schadelijke stoffen uit haar producten te vervangen door schonere alternatieven. "Het is toch ongehoord dat bedrijven zoals HP schadelijke stoffen in hun producten blijven gebruiken, terwijl er goede alternatieven op de markt zijn," zegt Bart van Opzeeland van Greenpeace Nederland.

Het is noodzakelijk dat deze onnodige vervuiling wordt gestopt, des te meer nu uit onderzoek blijkt dat deze broomhoudende vlamvertragers in het menselijk bloed zitten. In het onderzoek dat door prof. dr. Sauer van het Academisch Ziekenhuis Groningen is uitgevoerd, bleken 32 van de 91 deelnemers de broomhoudende vlamvertrager, zoals HP die in haar computers gebruikt, in hun bloed te hebben. Niemand ontkent het belang van vlamvertragers. Maar juist de broomhoudende vlamvertragers zijn erg schadelijk en moeilijk afbreekbaar. Ze belanden in het milieu tijdens de productie-, gebruiks- en afvalfase. Via voeding, maar ook door de huid of via de lucht krijgen mensen deze stoffen binnen. Dit soort schadelijke stoffen hopen zich op in vetweefsel en hebben vaak hormoonverstorende eigenschappen.

Greenpeace wil dat Europa zich hardmaakt voor een streng chemicaliënbeleid (REACH) met daarin een verbod op de productie en het gebruik van giftige stoffen én een verplichte overstap van de industrie op niet-schadelijke alternatieven. Voor veel schadelijke stoffen bestaan immers al goede alternatieven. Bovendien wil de milieuorganisatie dat, voordat een stof op de markt gebracht mag worden, bewezen is dat deze stof daadwerkelijk veilig is. Daarnaast moet informatie over stoffen en producten toegankelijk zijn voor iedereen. Alleen met deze wettelijke maatregelen kan een eind gemaakt worden aan deze onnodige vervuiling van mens en milieu. Tot die tijd zal Greenpeace de druk op blijven voeren op bedrijven zoals HP en eisen dat ze overstappen op niet-schadelijke alternatieven.