Ministerie van Algemene Zaken


1red15009
19-11-2004, NOS, Met het oog op morgen, Radio 1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER DE DISCUSSIE OVER GODSLASTERING (MOTIE-VAN

DER LAAN) EN DE EENHEID VAN HET KABINETSBELEID


CARASSO:
(...) Wouter Bos van de PvdA zei gisteren dat hij liever niet wil stemmen over de motie-Van der Laan. En dat komt premier Balkenende, die zo snel mogelijk van die discussie af wil, goed uit. Ik vroeg hem vandaag wat hij van de uitspraken van Bos vond.


BALKENENDE:
Ik denk dat de heer Bos heeft aangevoeld dat het klimaat op het ogenblik er één moet zijn van eenheid, proberen om verdeeldheid juist te voorkomen. En is het dan nodig om een discussie van godslastering nu zo op te kloppen?


CARASSO:
Toch wel opmerkelijk dat juist hij vanuit de oppositie nu mogelijk een probleem oplost dat binnen de coalitie is ontstaan?


BALKENENDE:
Ik ben het niet eens met dat beeld van een probleem oplossen binnen de coalitie. Want vandaag heeft de hele ministerraad nog eens gezegd dat men het eens was met het advies dat minister Donner heeft gegeven over de motie van mevrouw Van der Laan. Maar ik merk dus ook dat in de PvdA-fractie zelf ook verschillende geluiden zijn.


CARASSO:
Dus hij lost eigenlijk ook een probleem voor zichzelf op?


BALKENENDE:
Nee, ik denk dat de oprechte intentie is geweest van de heer Bos om te zeggen: als je nu deze motie gaat indienen, dan leidt dat tot verhoudingen over en weer die gewoon niet goed zijn. Hij heeft gezegd: laten we dat klimaat dempen. Ik vond dat, eerlijk gezegd, een verstandige opmerking.


CARASSO:
U zegt het gaat niet om een probleem binnen de coalitie. Toch willen D66 en VVD die motie voorlopig indienen. We zagen deze week een heftig debat tussen ook het CDA en D66 binnen de Kamer. Was dat deze week nu een klassieke botsing binnen de coalitie tussen liberalen en christen-democraten?


BALKENENDE:
Natuurlijk is het zo dat liberalen en christen-democraten ook over dit soort onderwerpen niet altijd hetzelfde denken. Dat is trouwens niks nieuws. Dat is altijd zo geweest.


CARASSO:
Maar de SGP bijvoorbeeld zegt geschrokken te zijn van de antireligieuze houding bij D66. Bent u daar ook van geschrokken deze week?


BALKENENDE:
Nou ja, kijk: ik heb in het verleden met mevrouw Van der Laan ook een aantal discussies gehad, bijvoorbeeld over de verwijzing naar een joods-christelijke traditie in de Europese Grondwet. Dat weet je dat je niet denkt op dezelfde manier. Ik heb overigens wel

geconstateerd deze week dat er in het debat en in de motie zelf wel verandering is opgetreden. U weet dat mevrouw Van der Laan eerst een motie had waarin werd gezegd: die bepaling over godslastering moet uit het Wetboek van Strafrecht. Dat is inmiddels verzacht. Er wordt nu gesproken in termen van heroverwegen met inachtneming van de gevoelens van de Kamer. Dat is dus al wat gematigder geworden. Maar de vraag is of we deze discussie nog lang moeten hebben gewoon op grond van maatschappelijke verhoudingen in Nederland.


CARASSO:
De discussie is begonnen vanuit het kabinet. U noemde dat vandaag een bedrijfsongevalletje.


BALKENENDE:
Ja, omdat ik vond dat de zaak wel enorm is opgeblazen.


CARASSO:
Door wie? Door de politici zelf?


BALKENENDE:
Laten we nog eens even teruggaan. Is die bepaling over godslastering iets totaal nieuws? Nee, want er is al eerder aangekondigd na alle verwikkelingen in de Al Tawheed moskee in Amsterdam dat er gekeken zou worden naar strafrechtelijke bepalingen over haat en godsdienstlastering.


CARASSO:
Maar legt u mij dan eens uit waarom minister Verdonk én minister De Graaf het nodig vonden om er zoveel lawaai over te maken naar aanleiding van een opmerking van Donner over iets wat dus kennelijk niet nieuw is.


BALKENENDE:
Minister Donner heeft in antwoord op een vraag op het CDA-congres iets gezegd over discriminatie, over haat in de richting van homoseksuelen, van vrouwen wanneer ze worden achtergesteld ten opzichte van mannen en over godslastering. Hij zegt dat je al die vormen van bedreigingen moet tegengaan. Toen is dat punt van godslastering erg sterk naar voren gekomen. Daarna hebben er andere bewindslieden opmerkingen over gemaakt.


CARASSO:
Die hebben hem dus kennelijk niet goed begrepen?


BALKENENDE:
In dit soort gevallen denkt niet iedereen hetzelfde, maar ik heb wel deze week geconstateerd dat in het Vragenuurtje de bewindslieden één lijn trokken en dat vandaag in de ministerraad alle bewindslieden zich hebben geschaard achter het advies van minister Donner over de motie van mevrouw Van der Laan.


CARASSO:
Toch: tot tien tellen is er op dit moment niet bij. Iedereen roept, valt over elkaar heen. Praat dus kennelijk eerst niet met elkaar, maar via de media. Ze pakken de ruimte die ze denken te kunnen pakken?


BALKENENDE:
Zo zie ik het niet. Kijk: we hebben te maken met volwassen mensen. En iedereen heeft ook eigen opvattingen en je hebt in Nederland altijd regeringscoalities. Dat betekent samenwerking tussen verschillende partijen. En dat is misschien maar goed ook, want wij zijn altijd een land geweest van politieke minderheden. Dat dat eens een keer kan leiden tot een meningsverschil; ook dat vind ik niet het grootste punt.


CARASSO:
Maar u noemt het een bedrijfsongeval op een moment dat het kabinet wil deëscaleren.


BALKENENDE:
Ja, maar het is begonnen met een discussie tussen enkele bewindslieden. Maar ik heb uiteraard ook tegen de bewindslieden gezegd van: nu graag even langskomen in het Torentje om even te weten wat we aan elkaar hebben. Uiteindelijk heb ik gemerkt dat men toen toch weer één lijn wist te trekken. En de vraag is niet zozeer dat er een keer een conflict is. De vraag is hoe je ermee omgaat, hoe je het oplost.


CARASSO:
Veel partijen vinden de timing van het onderwerp ongelukkig, de timing van de discussie. Wat vindt u daarvan?


BALKENENDE:
Dat betwijfel ik. Wanneer je zit in een klimaat dat mensen soms bang zijn, waarin er sprake is van wij tegenover zij, dat mensen vanuit de islamgemeenschap wel eens denken wij worden op een bepaalde manier aangekeken. In zo'n klimaat moet je zeggen dat mensen zich niet bang hoeven te voelen. Al die vormen van discriminatie, van bedreiging, moet je tegengaan.


CARASSO:
Dus de heer Donner, die daarover begon desgevraagd, die valt dus niks te verwijten?


BALKENENDE:
Nee, want daarom zeg ik ook wat ik in de Eerste Kamer heb gezegd, daar ook steun heb gekregen voor als er sprake is van bedreiging om welke reden dan ook, dan moet je dat tegengaan. Dat is eigenlijk de hoofdzaak.


CARASSO:
Toch zonde dat het kabinet dan zo'n belangrijke discussie op dit moment op deze manier voert?


BALKENENDE:
Ja, maar de vraag is ook hoe we eruit zijn gekomen. En als ik vandaag merk hoe in het kabinet over dit onderwerp is gesproken, dan zeg ik dat het kabinet op een volwassen manier uiteindelijk met dat meningsverschil omgegaan.


CARASSO:
D66-Kamerlid Van der Laan zei deze week over de coalitie: het is een verstandshuwelijk. Voelt u dat ook zo?


BALKENENDE:
Nou, verstandshuwelijk vind ik wel wat erg kort door de bocht. Je moet meer met elkaar hebben dan alleen een verstandshuwelijk.


CARASSO:
Echte liefde?


BALKENENDE:
Echte liefde? Dat zul je niet zo snel hebben in de politiek. Dat is ook helemaal niet nodig.


CARASSO:
Die is er dus ook niet?


BALKENENDE:
Ja, maar het is zo dat je zit met verschillende politieke stromingen. Iedereen heeft zijn eigen politieke uitgangspunten.


CARASSO:
Maar hoe noemt u dit huwelijk?


BALKENENDE:
Nou, nee, je moet een kabinet nooit als een huwelijk gaan kwalificeren. Omdat het bij een huwelijk een onvoorwaardelijke keuze van twee mensen die met elkaar verder willen gaan. En dan ga je lief en leed delen. Een kabinet is een coalitie van politici uit verschillende politieke groeperingen die zich verenigen op basis van een hoofdlijnenakkoord en die met elkaar moeilijke beslissingen moeten nemen, maar die ook als een team moeten opereren. Het woord team bevalt me wat dat betreft beter. Als ik nu zie hoe een kabinet de afgelopen tijd is omgegaan met het sociale akkoord. Dat is een toonbeeld van samen optrekken.


CARASSO:
Maar onvoorwaardelijk is het niet?


BALKENENDE:
Onvoorwaardelijk in de politiek is, denk ik, een erg hoog gegrepen doel. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, GW)