Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 19 november 2004 DK/F/2004/54516 30 september 2004 Sc-04-46

Onderwerp
Filmstimuleringsbeleid

Naar aanleiding van de motie Verhagen en de Algemene Politieke Beschouwingen, voldoen wij hierbij aan uw verzoek u op de hoogte te stellen van de veranderde situatie met betrekking tot het filmstimuleringsbeleid.

Het kabinet heeft besloten het filmstimuleringsbeleid structureel voort te zetten. Hierbij wordt uitgegaan van een (fiscaal) budgetbeslag van 20 miljoen euro per jaar.

Voor het jaar 2005 zal de huidige fiscale regeling worden verlengd, waarbij tevens een aantal verbeteringen wordt doorgevoerd. Om de fiscale regeling goed te laten functioneren wordt eveneens de Regeling voor Publieksfilms verlengd. Ten laste van het budget voor het filmstimuleringsbeleid wordt 5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de Regeling voor Publieksfilms. Eventuele uitvoeringskosten met betrekking tot Fine BV zullen ook uit dit budget worden bekostigd. De maximale belastingderving wordt in 2005 vastgesteld op 15 miljoen euro. Over de uitvoering van de Regeling voor Publieksfilms zullen opnieuw afspraken worden gemaakt met het Nederlands Fonds voor de Film.

De huidige fiscale regeling is op onderdelen aangepast. Deze wijzigingen zijn opgenomen in het belastingplan 2005. Zo is de mogelijkheid voor Vpb-plichtige lichamen (zoals B.V.'s) om gefacilieerd in een filmonderneming te investeren, verruimd. Het bedrag dat zij maximaal in aanmerking kunnen nemen, is verhoogd van 25.000 naar 100.000 euro. Daardoor worden met name ook bedrijven gestimuleerd om in speelfilms te investeren. Voor de overige wijzigingen verwijzen wij naar het belastingplan 2005.

Vanuit de filmsector zijn voorstellen gedaan die de uitvoering van de regeling door Senter betreffen. Wij zijn daarover nog in overleg, ook met onze collega van Economische Zaken.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/2

Zoals al eerder aangekondigd, wordt op korte termijn de beheersrelatie met de Stichting Investeringsfaciliteit voor de Film en Fine BV overgedragen van het ministerie van Economische Zaken aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Met het bestuur van de stichting wordt overlegd hoe de functie van Fine BV in de toekomst kan worden vormgegeven. Vooralsnog blijft de functie van de stichting en Fine BV onveranderd.

Voor de periode na 2005 zullen wij de huidige regeling verder aanpassen, danwel een nieuwe fiscale regeling ontwikkelen. Het doel blijft onveranderd om met het aantrekken van private investeringen de productie en het marktaandeel van Nederlandse speelfilms te vergroten. Hiertoe dient een gezond evenwicht te worden bereikt tussen de belangen van beleggers, producenten en distributeurs. Randvoorwaarden daarbij zijn dat de regeling een verdere professionalisering van de productiesector aanmoedigt, gebruiksvriendelijk is, en met zo min mogelijk bureaucratie en uitvoeringskosten gepaard gaat. Voorts zal daarbij gekeken worden naar het plan voor een distributie- en marketingfonds, dat door de filmsector zelf wordt ontwikkeld.

Wij zullen de ontwikkeling van verdere verbeteringen voortvarend ter hand nemen. De opzet is om deze in het voorjaar van 2005 aan de Europese Commissie voor te leggen, zodat deze naar verwachting voor het eind van het jaar kunnen worden goedgekeurd en aan het begin van 2006 van kracht zullen zijn. Afhankelijk van de werking van de (nieuwe) regeling en het Europese steunkader ­ dat waarschijnlijk na 31 juni 2007 wordt gewijzigd - zal de fiscale regeling (tussentijds) worden aangepast, danwel worden vervangen door een andere stimuleringsmaatregel.

De staatssecretaris van Onderwijs,
De staatssecretaris van Financiën, Cultuur en Wetenschap,

(mr. Medy C. van der Laan) (mr. drs. Joop G. Wijn)