Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Directie Voorlichting en Communicatie

Toespraak van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H. Hoogervorst, bij het diner van het waarborgfonds. Hilversum, 22 november 2004

Dames en heren,

Om te beginnen wil ik u complimenteren met de keuze van deze locatie, want sinds de restauratie is Zonnestraal echt een schitterend landgoed geworden. Nederland kende in de jaren twintig toch een bijzonder visionaire en creatieve architectuur.

Er is alle reden om u te feliciteren met uw vijfjarig bestaan. De oprichting van het fonds heeft veel voeten in de aarde gehad, maar inmiddels heeft het een belangrijke positie in de zorgsector.
Ter illustratie: Van de ziekenhuizen is bijna 70% aangesloten. Het totale aantal deelnemende
zorginstellingen is opgelopen tot over de duizend. Toespraak Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het 2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -

En het totale bedrag aan geborgde langlopende leningen bedraagt meer dan vier miljard euro.

Maar nog belangrijker vind ik het dat instellingen hun deelname aan het fonds vol trots in jaarverslagen melden. Deelname aan het fonds is een keurmerk geworden. Kortom: felicitaties zijn op z'n plaats.

Het is goede gewoonte om een jubileumbijeenkomst te gebruiken om terug te kijken, maar de setting van vanavond leent zich er ook uitstekend voor om samen te brainstormen over de toekomst.
Met de toekomst bedoel ik dan de komende vijf tot tien jaar. Een toekomst waarin niet het aanbod van gezondheidszorg bepalend is, maar de vraag. Een toekomst waarin de consument centraal staat. U kent intussen mijn doelstelling wel. Doel is dat de patiënt kwalitatief hoogwaardige zorg ontvangt op een efficiënte en klantgerichte manier.
Toespraak

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -

Voorwaarde is dat hij voldoende keuzevrijheid krijgt. Consumenten zijn in hoog tempo aan het veranderen. Het is allang niet meer een kleine bovenlaag die zich via Internet uitgebreid informeert over de medische zorg. Als de consument zich als kritische klant kan opstellen, dan worden verzekeraars en zorgaanbieders geprikkeld om hun uiterste best te doen. En daar wordt de patiënt beter van.
Zorgverzekeraars en zorgaanbieders die echt de consument centraal stellen en op een klantgerichte, efficiënte manier opereren, zullen voor hun opstelling beloond worden.
De vraag naar hun diensten zal toenemen. De komende vijf tot tien jaar vormen een cruciale periode. Ik noem het maar de transitieperiode.

Wat gaat er in deze transitieperiode veranderen. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders zullen steeds meer de ruimte krijgen om echt klantgericht te werken. Toespraak

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 4 -

De kern van mijn beleid is dat klantgerichtheid en efficiënte dienstverlening beloond worden.

Ik zal enkele maatregelen noemen:
· Allereerst wil ik een marktconforme bekostiging invoeren. Tot nu toe waren zorgaanbieders in feite verzekerd van inkomsten. Bij een marktconforme bekostiging zal dat niet langer het geval zijn: dan moeten ze het echt verdienen. Aan de andere kant mogen ze op den duur ook winst gaan maken.

· Daarnaast krijgen zorgaanbieders meer vrijheid om zelf te beslissen over het doen van investeringen. Straks is het aan het management van een zorginstelling om in te schatten of een investering noodzakelijk en rendabel is. Maar dat heeft wel gevolgen voor de bekostiging van investeringen. Tot nu toe worden de kapitaallasten netjes in het budget vergoed. In de toekomst moeten
zorgaanbieders hun investeringen zelf gaan
terugverdienen. De productie is dan direct van invloed op Toespraak de bekostiging van de kapitaallasten.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 5 -

Daarbij past ook dat de soms gedetailleerde bemoeienis van toezichthouders met bouwplannen op den duur gaat verdwijnen.

· De steun voor instellingen in financiële problemen zal ook drastisch veranderen. De partijen in de zorg krijgen meer vrijheid, maar ook meer eigen verantwoordelijkheid. De tijd is voorbij dat het management van een zorgaanbieder zich gedraagt als een echte ondernemer, maar bij de overheid aanklopt als het financieel minder gaat. Ik ben van mening dat zorginstellingen die onvoldoende klantgericht en efficiënt opereren, uiteindelijk failliet moeten kunnen gaan.

Natuurlijk blijft de overheid verantwoordelijk voor de continuïteit van de zorg. Als een instelling failliet gaat zal het meestal zo zijn dat andere zorgaanbieders de zorg voor de patiënten kunnen overnemen. Maar als dat niet zo is, als het faillissement betekent dat de continuïteit van zorg in gevaar komt, dan moet de overheid een Toespraak instrument hebben om in te grijpen.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 6 -

Maar wat mij betreft gaat dat op een andere manier dan nu het geval is. Zo mag de bedreiging van de continuïteit van zorg nooit betekenen dat een falend management mag blijven zitten. Ook wil ik niet dat een falende instelling met kunst- en vliegwerk in de lucht wordt gehouden. Ik stel me in die gevallen dan ook voor dat de noodlijdende instelling overgenomen wordt door een andere of nieuwe aanbieder. En als er meer aanbieders in overname geïnteresseerd zijn, dan "wint" de aanbieder die de beste prijs/kwaliteitsverhouding levert. Ik zal dit de komende maanden verder uitwerken.

Gevolgen voor zorginstellingen
Het beleid dat mij voor ogen staat, brengt veel kansen voor zorgaanbieders met zich mee.
Ik zei al: een zorgaanbieder die de klant echt centraal stelt, zal daarvoor beloond worden.
Het is wel zaak dat zorgaanbieders zich goed
voorbereiden op een situatie van meer marktwerking en vraagsturing. Toespraak Ik bedoel daar twee dingen mee:

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 7 -

· Allereerst moeten de interne sturing en beheersing op orde zijn. Een deugdelijke administratie, registratie en declaratie zijn noodzakelijke voorwaarden om te overleven in een marktomgeving. Ook zullen aan de competenties van het management nieuwe eisen worden gesteld.

· Daarnaast moet een zorginstelling straks beschikken over een voldoende financieel weerstandsvermogen. En een eigen vermogen van vijf procent is dan echt te laag. In een systeem van aanbodregulering konden
zorginstellingen `risicoarm' opereren; in een meer open systeem zullen de bedrijfsrisico's toenemen. De bank zal hogere eisen stellen aan de financiële weerbaarheid van zorginstellingen. De structuurwetten: WTG, WZV en AWBZ/ZFW bieden niet langer bescherming voor
kapitaalverschaffers. Zorginstellingen zullen steeds meer moeten voldoen aan bedrijfseconomische criteria, bijvoorbeeld een voldoende eigen vermogen. Toespraak

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 8 -

Wat mij betreft, zeg ik met nadruk, zijn zorginstellingen primair zelf verantwoordelijk voor hun bedrijfsvoering en dus ook voor de opbouw van voldoende eigen vermogen. Ik geef toe dat in het verleden wel eens een begerige blik is geworpen op de reserves van zorginstellingen. Dat is nu niet meer aan de orde. Zorginstellingen die financiële reserves opbouwen, geven blijk van
verantwoordelijkheidsbesef. Financiële reserves zijn geen `dood geld' dat ten onrechte onttrokken wordt aan de zorg, maar vormen de financiële buffer die noodzakelijk is om straks de bedrijfscontinuïteit veilig te stellen.

Het door mij beschreven toekomstperspectief is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd. Dat zou ook niet verstandig zijn. De kleine stappen die we zetten brengen vaak al ingrijpende veranderingen met zich mee, zoals je ziet bij de invoering van DBC's.
In ieder geval is het zo dat in de overgang naar meer marktwerking voor het waarborgfonds een belangrijke rol is weggelegd. Toespraak

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 9 -

Door leningen te borgen bij het waarborgfonds blijft een zorginstelling in de transitiefase financierbaar. Ik denk overigens wel dat het waarborgfonds in de toekomst genoodzaakt zal zijn een strenger
toelatingsbeleid te hanteren. Ook het waarborgfonds zal haar solvabiliteitseis moeten opkrikken, al hoeft dat niet zo ver te gaan als bij de banken.

De instellingen mogen bij het opbouwen van een hoger eigen vermogen begrip verwachten van de overheid. Daarbij bedoel ik het invoeren van een marktconforme bekostiging en de mogelijkheid om winst te maken.

Ik worstel met de vraag of dit voldoende zal zijn. Zo stel ik mij bijvoorbeeld de vraag, of achtergestelde leningen misschien ook een rol kunnen spelen.
Het kenmerk van achtergestelde leningen is dat ze opgeteld mogen worden bij het eigen vermogen, waardoor het weerstandsvermogen versterkt wordt. Wat mij betreft is dat een optie om gezamenlijk nader te Toespraak overdenken. Ik denk wel dat het verstrekken van

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 10 -

achtergestelde leningen een tijdelijke aangelegenheid moet zijn. Met als enige doel de zorgsector voldoende financieel weerbaar maken voor een situatie met meer marktwerking.
Graag hoor ik van u, als instellingsbestuurder of kapitaalverschaffer, welke oplossingen u zelf voor ogen heeft om die weerbaarheid te vergroten.

Ik wil nog even terugkomen bij de jubilaris.
Tot nu toe heb ik veelvuldig gebruik mogen maken van de denkkracht van het fonds. Graag doe ik hier ook de komende tijd een beroep op.
Daarnaast vind ik het in de transitiefase een belangrijk gegeven dat het waarborgfonds instellingen prikkelt tot goed financieel beheer en hiermee de aangesloten instellingen voorbereidt op de nieuwe situatie, waarin een gedegen financieel management van cruciaal belang is. Het fonds ontwikkelt zich steeds meer tot middel van kwaliteitsbewaking.
Toespraak

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 11 -

Strenge toelatingseisen ten aanzien van de
bedrijfsvoering, de financiële positie en de kwaliteit van het management zorgen ervoor dat toelating tot het fonds een kwaliteitsmerk is en blijft.
Ik hoop en verwacht dat u op deze weg doorgaat. Toepasselijk is dan het gedicht dat de buitenkant van dit gebouw siert:
"Het Grote groeit,
rijpt langzaam aan.
Het Kleine bouwt en vormt het Grote. Zo is uit nietig materiaal
En véél klein werk,
dit Schoons ontsproten.

Ik hoop dat we in de gezondheidszorg nu een bouwwerk neerzetten waar over vijftig jaar met net zoveel waardering op wordt teruggekeken als we dat nu doen op dit gebouw van Johannes Duiker.
Ik dank u voor uw aandacht.

-0-0-0- Toespraak

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 12 -

Toespraak


---- --