ABBOTT NEDERLAND BV

Kaletra na zes jaar nog steeds effectief tegen HIV

Hoofddorp, 24 november 2004 - De zojuist gepresenteerde 720-studie van Abbott laat bij de deelnemende HIV-patiënten na zes jaar nog steeds geen resistentie zien tegen de proteaseremmer Kaletra. Een dergelijk resultaat is bij een HIV-remmer nog niet eerder behaald. Bij 98% van de nu nog deelnemende patienten is de hoeveelheid virus in het bloed onmeetbaar klein. Bovendien laat hun afweersysteem een krachtig herstel zien.

Sven Danner, hoogleraar Inwendige Geneeskunde aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, is vanaf het begin van de jaren tachtig betrokken bij de medische behandeling van aidspatiënten. Danner: 'Dat gedurende zes jaar nog niemand in het onderzoek resistent is geworden voor Kaletra, is uniek. Voor HIV-patiënten die nu beginnen met hun therapie kan dat bijzonder belangrijk zijn; starten met een succesvolle combinatie vergroot hun overlevingskansen op de lange termijn.'

Gedurende de hele studie bleef het afweersysteem van de deelnemers zich herstellen. Vanaf de start nam het aantal CD4-cellen van de patiënten die nog steeds aan de studie deelnemen gemiddeld toe met 529 per mm3. Bij diegenen onder hen die bij de start een ernstig aangetast afweersysteem hadden (minder dan vijftig CD4-cellen), nam het aantal zelfs toe met gemiddeld 553 per mm3.

Tot het midden van de jaren negentig was HIV nauwelijks behandelbaar en leidde de infectie op termijn onvermijdelijk tot aids. In 1996 werd de combinatietherapie geïntroduceerd, waardoor met name HIV-patiënten die voor 1996 niet waren behandeld, langer bleven leven en minder vaak ziek werden. De combinatietherapie kent echter twee belangrijke beperkingen: resistentie en bijwerkingen.

Danner: 'Resistentie betekent dat het virus zichzelf een klein beetje verandert - het muteert - en daardoor heeft het geneesmiddel er geen vat meer op. Dat gebeurt vooral als het middel niet heel sterk is of als de concentratie in het bloed niet erg hoog is. Kaletra is een zeer krachtig middel en bovendien lukt het goed om een bijzonder hoge concentratie van het middel in het bloed te verkrijgen. Door die twee oorzaken is de kans op resistentievorming tegen het middel bijzonder klein, en kan het middel lang effectief blijven.' Kaletra wordt bijna altijd gegeven in combinatie met andere medicijnen, om de kans op resistentie zo klein mogelijk te maken. In deze studie werd Kaletra gecombineerd met lamivudine (3TC) en stavudine (D4T).

De combinatie van Kaletra, lamivudine en stavudine werd gedurende de hele studie over het algemeen goed verdragen. De meest voorkomende bijwerkingen van de deelnemers waren op de korte termijn tijdelijk diarree en misselijkheid, op de lange termijn verhoogde bloedvetten en lipodystrofie (verplaatsing van vet over het lichaam). Twee van de aanvankelijke honderd deelnemers stopten wegens verhoogde bloedvetten; voor vijf van de aanvankelijke honderd deelnemers was lipodystrofie reden om met de therapie te stoppen. Danner: 'Die vetverplaatsing komt voor bij combinaties van bepaalde hiv-remmers, waarbij stavudine op zijn minst een belangrijke rol speelt, zo niet de belangrijkste. Een combinatie van Kaletra met andere middelen zou wellicht tot minder lipodystrofie leiden.'

Diarree kwam voor bij 28% van de patiënten en misselijkheid bij 16%, beide met name in het begin van de the rapie.KlaasHoeksemais verpleegkundig specialist HIV/aids in het OLVG in Amsterdam, en begeleidt dagelijks HIV-patiënten bij hun therapie. Hij herkent de bijwerkingen in de studie: 'Als mensen beginnen met medicijnen tegen HIV, zijn ze vaak wat misselijk; dat komt ook voor bij Kaletra. Die misselijkheid is goed te behandelen, maar een glas cola blijkt vaak ook al te helpen. Als mensen last krijgen van diarree, dan verdwijnt die bij de meesten weer na een week of drie.'

Danner: 'Kaletra is een goed middel om mee te beginnen, omdat het tot de sterkste HIV-remmers behoort, langdurig effectief is en door een groot deel van de patiënten uitstekend verdragen blijkt te worden.'