Socialistische Partij

Waarom SP de motie over Godslastering niet steunde

24-11-2004 * Hoewel de SP in kan stemmen met het schrappen van art 147 Wetboek van Strafrecht over Godslastering, vinden we dat nu apart heroverwegen van het bewuste artikel - zoals D66'er Van der Laan wil - niet verstandig. Daarnaast kan overhaast schrappen leiden tot de verkeerde conclusie dat álles in het publieke debat moet kunnen.

In tegenstelling tot wat veel mensen nu denken, heeft het wel of niet te schrappen van artikel 147 helemaal geen invloed op de rechten die mensen nu al hebben. Het artikel gaat niet over het beledigen van andere mensen, maar over het door `smalende godslasteringen' beledigen van God zélf. Sinds de introductie van dit wetsartikel in 1932 is God volgens de Nederlandse rechter pas drie keer beledigd en sinds 1968 helemaal niet meer. Sinds dat jaar ligt artikel 147 feitelijk in coma. Toen werd dit wetsartikel tijdens het beroemde `Ezelproces' tegen de schrijver Gerard Reve door de Hoge Raad zó uitgelegd, dat het eigenlijk onmogelijk werd er ooit nog iemand op veroordeeld te krijgen. Dat is sinds 1968 dan ook niet meer geprobeerd en het is heel onwaarschijnlijk dat een rechter zich er nog aan zou willen wagen - wat minister Donner ook beweert.

De SP vindt dat dit artikel kan verdwijnen. Waarom dan niet gewoon nú geschrapt? Om te beginnen, omdat je zo niet omgaat met één van de belangrijkste wetboeken van dit land. Het is heel onverstandig om - geleid door de waan van de dag - artikelen uit dit wetboek te gaan lichten en te zeggen: `ach, die kan er eigenlijk ook wel uit'. In het Wetboek staan wel meer bepalingen die voor schrappen in aanmerking komen. Wij willen dat een kamercommissie zich over deze zaak buigt en met voorstellen komt. De Kamer kan zich daar dan in samenspraak met de regering over buigen.

Bovendien kan het effect van het schrappen zijn, dat mensen gaan denken dat je opeens echt álles kan zeggen in Nederland over het geloof van een ander - en dat is niet zo. Niet vanwege artikel 147, want dat is een dode letter geworden. Maar vanwege andere bepalingen uit het wetboek, bijvoorbeeld over belediging en discriminatie.

Sommige rechten botsen, en hier zien we een botsing tussen vrijheid van meningsuiting en het recht om gevrijwaard te blijven van belediging. De SP vindt dat een heel belangrijk onderwerp, zeker in deze tijd. Het debat over hoe je die rechten kunt beschermen met behulp van de wet, moet in alle rust en met alle zorgvuldigheid worden gevoerd. De meeste partijen in de Kamer zijn voor het schrappen van deze wet, maar tegen de onzorgvuldigheid waarmee de D66-fractie dit proces wilde afraffelen.