Ministerie van Buitenlandse Zaken

de leden Karimi en Van Velzen over het overlijden van de Indonesische mensenrechtenactivist Munir

Beantwoording vragen van de leden Karimi en Van Velzen over het overlijden van de Indonesische mensenrechtenactivist Munir

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Azië en Oceanië

Afdeling Zuidoost-Azië en Oceanië

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

24 november 2004

Behandeld

H.J. Kouwen

Kenmerk

DAO-968/04

Telefoon

070-348 6394

Blad


1/1

Fax

070-348 5323

Bijlage(n)

4

jetty.kouwen@minbuza.nl

Betreft

Beantwoording vragen van de leden Karimi en Van Velzen over het overlijden van de Indonesische mensenrechtenactivist Munir

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Karimi en Van Velzen over het overlijden van de Indonesische mensenrechtenactivist Munir. Deze vragen werden ingezonden op 8 november 2004 met kenmerk 2040502910, 16 november 2004 met kenmerk 2040503390, 17 november 2004 met kenmerk 2040503450, 19 november 2004 met kenmerk 2030503590. De antwoorden op de vragen 3 t/m 6 van het lid Karimi met kenmerk 2040502910 zullen later separaat worden beantwoord.

De Minister van Buitenlandse Zaken, De Minister van Justitie,

Dr. B.R. Bot Mr. J.P.H. Donner

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Donner, minister van Justitie, op vragen van de leden Karimi (GroenLinks) en Van Velzen (SP) over het overlijden van de Indonesische mensenrechtenactivist Munir

Vragen van het lid Karimi d.d. 8 november 2004, met kenmerk 2040502910

Vraag 1
Waarom is het onderzoek naar de dood van de Indonesische mensenrechtenactivist Munir nog niet afgerond? Kunt u de vertraging toelichten?

Vraag 2
Wanneer wordt het rapport uiteindelijk afgerond en worden de resultaten bekend gemaakt?

Antwoord
Het onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut naar aanleiding van het overlijden van de heer Munir is inmiddels afgerond en neergelegd in een rapport. De resultaten van het onderzoek zijn via de diplomatieke kanalen op 11 november jl. overgedragen aan de Indonesische autoriteiten met het verzoek de familie van Munir zo spoedig mogelijk in te lichten.

Vragen van het lid Van Velzen van 16 november 2004, met kenmerk 2040503390

Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het autopsierapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) aangaande de doodsoorzaak van de Indonesische mensenrechtenactivist Munir? Kunt u bevestigen dat het rapport stelt dat de heer Munir een niet-natuurlijke dood is gestorven ten gevolge van een arseenvergiftiging?

Antwoord
Ja. In het rapport van het NFI is geconcludeerd dat de heer Munir een hoge concentratie arseen in zijn bloed en urine had. In de maaginhoud werd een mogelijk fatale dosis arseen aangetoond. Tevens wordt in het rapport geconcludeerd dat het overlijden van de heer Munir kan worden verklaard door een vergiftiging met arseen.

Vraag 2
Waarom heeft de Nederlandse regering, desnoods via de ambassade in Jakarta, het autopsierapport niet rechtstreeks aan de nabestaanden overhandigd?

Vraag 3
Bent u bereid het autopsierapport alsnog te overhandigen aan de nabestaanden, indien de Indonesische autoriteiten het autopsierapport niet op korte termijn aan de nabestaanden overhandigen?

Vraag 4
Bent u bereid bij de Indonesische autoriteiten te bepleiten dat op korte termijn een strafrechtelijk onderzoek wordt ingesteld naar de dood van de heer Munir? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Indien - zoals in het geval van de heer Munir - een onnatuurlijke dood is geconstateerd, zijn er zwaarwegende juridische gronden om de onderzoeksgegevens niet aan anderen dan justitiële autoriteiten beschikbaar te stellen. In de eerste plaats is in zo'n situatie strikt genomen niemand uitgesloten van verdenking, ook de familie en de naaste omgeving van het slachtoffer niet. Voorts zou de familie het onderzoeksrapport in de publiciteit kunnen brengen. Als dat gebeurt kan de dader aan de hand van gegevens uit het rapport sporen wissen. Dit laatste zou uiteraard het gerechtelijk onderzoek kunnen hinderen. De Nederlandse regering heeft de Indonesische autoriteiten bij de overhandiging van het NFI-rapport verzocht de familie van de heer Munir zo spoedig mogelijk op de hoogte te brengen. De Indonesische autoriteiten hebben de familie van de heer Munir het rapport ter inzage aangeboden. Tevens zijn de Indonesische autoriteiten naar aanleiding van het NFI-rapport een strafrechtelijk onderzoek gestart. Het is dan ook aan hen om te beoordelen wanneer en aan wie zij welke informatie willen verstrekken.

Vraag 5
Bent u te zijner tijd bereid de Kamer in te lichten over de gebleken oorzaak van het overlijden van de heer Munir? Indien is gebleken dat er sprake is van moord, bent u dan bereid de Kamer in te lichten over de hiervoor verantwoordelijken?

Antwoord
De kamer zal worden geïnformeerd zodra de Indonesische autoriteiten Nederland ter zake op de hoogte hebben gesteld.

Vragen van het lid Karimi van 17 november 2004, met kenmerk 2040503450

Vraag 1
Waren de resultaten van het autopsierapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) inzake de dood van de Indonesische mensenrechtenactivist Munir reeds bekend bij de minister van Buitenlandse Zaken tijdens het bezoek dat hij eind oktober 2004 aan Indonesië bracht? Zo ja, is hierover overleg geweest met de Indonesische autoriteiten en wat is hierover afgesproken?

Antwoord
Op dat moment waren de voorlopige bevindingen van het NFI bekend. De Indonesische minister van Buitenlandse Zaken Wirajuda is hiervan op de hoogte gebracht. Daarbij is toegezegd dat het definitieve NFI-rapport zo spoedig mogelijk na afronding aan de Indonesische autoriteiten zou worden overhandigd.

Vraag 2
Bent u bereid in de dialoog met de Indonesische autoriteiten het belang van het komen tot een onafhankelijk onderzoek, waarbij in het bijzonder de nationale mensenrechtencommissie Komnas Ham moet worden betrokken, te benadrukken? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
In gesprekken hebben de Indonesische autoriteiten er blijk van gegeven deze zaak zeer serieus op te vatten en veel belang te hechten aan een onafhankelijk onderzoek. Het strafrechtelijk onderzoek is inmiddels voortvarend ter hand genomen.

Vragen van het lid Karimi van 19 november 32004, met kenmerk 2030503590

Vraag 1
Bent u op de hoogte dat Dhr. Usman Hamid, directeur van de Indonesische mensenrechtenorganisatie Kontras, thans namens de familie van de overleden heer Munir in Nederland verblijft?

Antwoord
Ja. De heer Hamid en een inmiddels eveneens in Nederland verblijvende Indonesische missie voor nader onderzoek in deze zaak zijn op het departement van Buitenlandse Zaken ontvangen.

Vraag 2
Bent u bereid afschrift van het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) dat is opgesteld naar aanleiding van het overlijden van Dhr. Munir, aan Dhr. Usman Hamid te overhandigen voordat hij terugkeert naar Indonesië? Zo neen, waarom niet?

Antwoord
Zie bovenstaand antwoord op vraag 4 van de Kamervragen van het lid Karimi van 8 november jl.

Vraag 3
Bent u bereid deze vragen en de al eerder gestelde Kamervragen over de dood van Dhr. Munir uiterlijk dinsdag 23 november 2004 voor 10.00 uur te beantwoorden?

Antwoord
U ontvangt thans alle antwoorden op de gestelde vragen over het overlijden van de heer Munir.

Persbericht OM Haarlem van 12 november jl. "Munir overleed aan arseenvergiftiging".

NRC-handelsblad, 11 november jl., `Indonesische activist vergiftigd'.

Tweede Kamer, vergaderrjaar 2004-2005, Vragen 2040503450