Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1A Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA `s-GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk
116-04-SZW UB/A/2004/70896

Onderwerp Datum
Opzet structuur toekomstige 24 november 2004
voortgangsrapportages SUWI

Met genoegen hebben wij kennisgenomen van het voorstel van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot de structuur en inhoud van toekomstige voortgangsrapportages SUWI. Wij onderschrijven de opvatting van de commissie dat het accent van de voortgangsrapportage moet liggen op de realisatie van de SUWI-doelstellingen aan de hand van concrete (genormeerde) prestatie-indicatoren. Wij zullen het concrete voorstel voor indeling van de rapportage, zoals de commissie dat in een bijlage presenteert, met ingang van 2005 in toekomstige rapportages hanteren. Overigens merken wij hierbij op dat de commissie informatiewensen heeft die aanvullend zijn op de huidige informatieafspraken met de SUWI-organisaties. Over de uitvraag van aanvullende informatie en de exacte invulling van de indicatoren moeten afspraken worden gemaakt met de organisaties. Deze afspraken moeten landen in het verantwoordingsmodel 2005.

Tot op heden informeerden wij u viermaal per jaar over SUWI. Op twee van deze vier momenten, in mei en september van elk jaar, maakte de Voortgangsrapportage implementatie SUWI deel uit van het informatiepakket. In deze voortgangsrapportage werd vooral ingegaan op voortgang van de invoering van SUWI en in (aanzienlijk) mindere mate op de prestaties van de SUWI-organisaties. Over deze prestaties rapporteerden wij viermaal per jaar in begeleidende brieven bij de verantwoordingsverslagen van de SUWI- organisaties. Door de opzet van de `nieuwe' voortgangsrapportage SUWI worden de prestaties en de voortgang van de implementatie SUWI in één rapport samengebracht. Wat betreft de frequentie van de voortgangsrapportage wordt daarom aangesloten bij de huidige informatievoorziening over SUWI. Dit betekent dat wij u viermaal per jaar een voortgangsrapportage SUWI zullen overleggen (zie bijlage). Daarnaast ontvangt u periodiek de wettelijk voorgeschreven evaluatie SUWI.

Uw Kamer heeft aan de invoering van SUWI de status van groot project toegekend. Deze status schrijft onder meer voor dat voortgangsrapportages (minimaal) eenmaal per jaar vergezeld gaan van een eigenstandig rapport waarin de departementale accountantsdienst oordeelt over de kwaliteit en volledigheid van de informatie. Dit rapport zal bij de voortgangsrapportage in mei worden gevoegd. Bij die gelegenheid wordt de

2

voortgangsrapportage tevens voorzien van ons oordeel over de werking van SUWI en de prestaties van de SUWI-organisaties. Dit oordeel is gebaseerd op gevalideerde informatie, zoals die in de jaarverslagen van die SUWI-organisaties wordt gepresenteerd, alsmede het jaarverslag van de Inspectie Werk en Inkomen. In voortgangsrapportages die vorm krijgen op basis van informatie uit kwartaalverslagen -informatie waarvan de kwaliteit en betrouwbaarheid niet door een accountant wordt vastgesteld- zullen wij onze opinie en reactie neerleggen wanneer bijzondere ontwikkelingen daartoe aanleiding vormen.

Tot slot willen wij nog enkele opmerkingen maken bij de indicatoren die de commissie bij de verschillende hoofdstukken van de voortgangsrapportage noemt. In de voortgangsrapportage zullen wij de prestaties op nagenoeg alle indicatoren weergeven. Bij een tweetal indicatoren moeten wij echter een voorbehoud maken. De indicator `verhouding personeelskosten front-office/staf' en de "verhouding personeel (in fte's) front-office/staf' geven naar wij menen een onvoldoende adequaat beeld van de overhead bij een SUWI- organisatie. Deze indicatoren worden in te hoge mate beïnvloed door bijvoorbeeld de inrichting van de werkprocessen en daarmee de organisaties. Wij zullen in samenwerking met de SUWI-organisaties bezien of een eenduidige indicator op dit aspect is te ontwikkelen.

Door aan de wens van de commissie te voldoen en het voorstel voor inhoud en structuur van de voortgangsrapportage over te nemen, verwachten wij aan de informatiebehoeften van uw Kamer tegemoet te komen.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)

3

Bijlage: Informatie kalender voortgangsrapportage SUWI

A. Mei: rapportage gebaseerd op jaarverslagen SUWI-organisaties. De rapportage wordt voorzien van het oordeel over de werking van SUWI en de prestaties van de SUWI- organisaties. Als bijlage worden meegezonden de (tussen)evaluatie SUWI, de vierde kwartaalverslagen van de SUWI-organisaties over het voorafgaande jaar, de jaarverslagen van de SUWI-organisaties over het voorafgaande jaar, alsmede het jaarverslag van IWI.
B. Juni: rapportage gebaseerd op de eerste kwartaalverslagen van de SUWI-organisaties van het betreffende jaar.
C. September: rapportage gebaseerd op de tweede kwartaalverslagen van de SUWI- organisaties van het betreffende jaar.
D. December: rapportage gebaseerd op de jaarplannen van de SUWI-organisaties voor het komende jaar en de derde kwartaalverslagen over het betreffende jaar.