Partij van de Arbeid


Den Haag, 25 november 2004


Bijdrage van Gerdi Verbeet (PvdA) aan het Algemeen Overleg Sportbeleid


Gesproken woord geldt


Algemeen:


Krantenbericht: Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2000 -2003 TNO Arbeid.


Gezondheidskosten ¤744, sportblessures ¤140. Wat is hierop het antwoord van de regering:


Vorig jaar is het toch al bepaald, bescheiden rijksbudget gedaald van 79 miljoen 2004 naar 64 miljoen euro in 2005. Wij hebben dit toen sterk veroordeeld, maar de coalitiepartners hielden voet bij stuk. Zelfs een onderzoek naar de gevolgen in de praktijk (bijvoorbeeld op de sportdeelname van kinderen uit arme gezinnen) werd afgehouden, bang als men kennelijk was voor de uitkomsten.


Vanaf de Olympus zond staatssecretaris Ross deze zomer een juichend bericht uit: er wordt in 2005 niet bezuinigd op de sport! Dat moest er nog eens bijkomen! De bezuiniging van vorig jaar was structureel en wordt de komende jaren pas echt zichtbaar. Door de bevriezing van het ecotax-budget neemt het budget voor de sportverenigingen in feite met 2 miljoen af. Wat gaat de staatssecretaris daaraan doen?


Voor volgend voorjaar staat een nieuwe sportnota in de planning: we zijn benieuwd in hoeverre deze nieuwe ambities in overeenstemming worden gebracht met de nieuwe financiële (on)mogelijkheden. Ik verwacht dat daarin expliciet aandacht wordt besteed aan de preventie van overgewicht door sport en bewegen, aan de rol van vrijwilligers (hoe staat het met de uitvoering van mijn Kamerbreed aanvaarde motie?), aan de regeldruk voor sportverenigingen en aan de bevindingen van het Rathenau instituut inzake topsport en technologie. Het is verleidelijk het principiële debat van vorig jaar nog eens over te doen, maar het lijkt beter de vijf (!) minuten die ik heb te besteden aan een (kritische) beoordeling van het toekomstige beleid.


Specifiek


* Lottogelden.

Eerder gaven wij al aan hier geen principiële bezwaren te hebben tegen het verhogen van het aandeel van de sport in de ontvangsten van de Lotto van 70 naar 100 procent, mits aan twee belangrijke voorwaarden wordt voldaan: de goede doelen waar nu nog de overige 30 procent heen gaat, worden volledig gecompenseerd en de overheid krijgt (weer) wat te zeggen over de besteding van de gelden die naar de sport gaan.


Het kabinet heeft tot dusverre echter nog niets van zich laten horen. Heeft het al een


standpunt? NOC/NSF is alvast aan de slag gegaan en heeft een nieuw verdelingsplan van de Lottogelden 2006 e.v. gepresenteerd. Wat vindt de staatssecretaris hiervan? Wat wil het kabinet hier eigenlijk voor zeggenschap over? Wat in dit verdelingsplan opvalt, is de exclusieve positie van NOC/NSF. Deze organisatie verdeelt het geld in dit plan, weliswaar onderverdeeld in categorieën, naar eigen goedvinden over zichzelf en de aangesloten bonden. Organisaties buiten NOC/NSF komen niet meer in het stuk voor. Wat is er bijvoorbeeld gebeurd met de meerjarige financiële afspraken met de sportkoepels, vervat in de motie Atsma-Middel? De antwoorden op mijn recente Kamervragen bieden hierover geen uitsluitsel.


* Impulsregeling Buurt, Onderwijs en Sport (BOS).
De PvdA deelt de uitgangspunten van de BOS-impuls, maar heeft nog wel vragen en kanttekeningen. Waarom is gekozen voor een tijdelijke subsidieregeling en niet voor structurele financiering? Is het de staatssecretaris bekend dat veel gemeenten onder andere als gevolg van rijksbezuinigingen flink bezuinigen op sportvoorzieningen? Wat hebben gemeenten (en jongeren) aan een subsidieregeling als de noodzakelijke infrastructuur wordt afgebroken of afgeslankt? In de memorie van toelichting van de regeling staat dat de definitie van 'sport-of beweegactiviteiten' ruim moet worden opgevat. Hoe ruim is ruim? Bestaat niet het risico dat sportactiviteiten worden vermengd met welzijnsactiviteiten (hoe nuttig ook)? Is de betrokkenheid van sportverenigingen inderdaad een 'conditio sine qua non', zoals NOC/NSF stelt? Zijn gemeenten geheel vrij in het definiëren van het begrip 'achterstand'? In de toelichting schrijft de staatssecretaris dat ervaringen met de BSO-impuls kunnen worden meegenomen bij de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Wat wordt de rol van sport in de WMO? Dreigt de sport niet onder te sneeuwen in de vele andere activiteiten die met de WMO worden gefinancierd? Hoe wordt dit voorkomen? Tenslotte: wat is nu precies de relatie tussen de BOS-impuls en de breedtesportimpuls? Verdwijnt de breedtesportimpuls na 2008 definitief?


* Gehandicaptensport. Het kabinet vindt ondersteuning van de gehandicaptensport kennelijk zo belangrijk dat het er een zin in het regeerakkoord heeft gewijd. Maar gehandicapte sporters ondervinden bijvoorbeeld nog steeds veel problemen bij het vervoer van en naar wedstrijden. Erkent de staatssecretaris dat? Zo ja, is zij er inmiddels van overtuigd dat maatregelen nodig zijn? Mijn fractievoorzitter heeft een manifest van CG-Raad en Perspectief ondertekend waarin op een aantal concrete maatregelen wordt aangedrongen, zoals uitbreiding van het aantal vervoerskilometers, uitbreiding van het PGB, meer Lottogelden voor de gehandicaptensport en een pleidooi voor meer gehandicaptensport op tv. Wat vindt de staatssecretaris van deze aanbevelingen? Nebasnsg heeft het idee van een masterplan bewegings-en sportstimulering voor jeugd met een beperking ontwikkeld. Wat gaat de staatssecretaris hiermee doen? De PvdA wil ook dat meer aandacht wordt besteed aan de functie van sport bij revalidatie en aan de positie van sporters met een aangeboren handicap. Ten slotte: de integratie van de gehandicaptensport in de algemene georganiseerde sport blijft een groot punt van zorg. Wij willen dat de staatssecretaris hiervoor zelf verantwoordelijkheid blijft nemen en dit niet geheel overlaat aan het vrije spel der krachten.


* Zwemles kinderen asielzoekers.

* Deze zomer werden we opgeschikt door een aantal treurige gevallen van verdrinking en bijna-verdrinking van (kinderen van) asielzoekers. Ik wil voorstellen dat kinderen van asielzoekers zo snel mogelijk leren zwemmen.


* Vrouwen in de sport.

* Uit de antwoorden op de vragen over vrouwen en meisjes in de sport blijkt dat de sport in sommige opzichten nog een mannenbolwerk is. Zo is van de bestuursleden van de landelijke sportbonden 12 procent vrouw en van de lokale sportverenigingen 30 procent. Onderneemt de regering initiatieven om deze percentages op te schroeven?


* 'Nazorg' topsporters.

* Onderzoek in opdracht van NOC/NSF laat zien dat veel topsporters na hun loopbaan moeite hebben een baan te vinden. Dit hangt volgens de PvdA mede samen met het (hoewel verbeterde) nog steeds gebrekkige topsportklimaat, waarin zeker minder bekende topsporters weinig waardering krijgen. Gaat de staatssecretaris iets aan dit probleem doen?


* Stipendiumregeling A-sporters.

* Uit de evaluatie blijkt dat de stipendiumregeling van toenmalig staatssecretaris Vliegenthart voor topsporters met een A-status een groot succes is: jaarlijks deden veel meer sporters (zo'n 300) dan het verwachte aantal (200) er een beroep op en de sporters zijn er over het algemeen positief over. Als een van de redenen waarom veel sporters een beroep doen op de stipendiumregeling noemt het evaluatierapport het uitblijven van sponsoring, hetgeen aangeeft dat het topsportklimaat hier te lande nog steeds te wensen overlaat. Laat ook het bedrijfsleven zijn verantwoordelijkheid nemen voor onze topsporters, waarmee iedereen zo graag pronkt als ze succes hebben!
* Ik ben blij dat de staatssecretaris voortzetting van de regeling tot en met 2008 heeft gegarandeerd, maar hoe ziet de regeling er voor deze jaren precies uit? Gezien het succes en de noodzaak van de regeling, mogen de voorwaarden in ieder geval niet verslechteren. Sterker, de ondervraagde sporters zeggen het financiële verschil sporters met een A- en een B-status te groot te vinden. Sporters met een B-status zijn hun loopbaan juist aan het opbouwen en ondervinden daarbij tal van hindernissen. Ook wie bijvoorbeeld negende in plaats van achtste wordt op de Olympische Spelen en daardoor van A naar B gaat, ondervindt grote gevolgen (bijv. verlies inkomen en Olympische auto). Overweegt de staatssecretaris daarom ook financiële ondersteuning voor sporters met een B-status?