CDA Rotterdam


Actueel

Rotterdam, 25 november 2004 CDA oneens met lage politieke waardering kunstsector

Bij de behandeling van het cultuurplan, dat voor vier jaar is bedoeld, maar voor een jaar wordt vastgesteld heeft de woordvoerder van het CDA Frans Jozef van der Heijden groot bezwaar gemaakt tegen de lage politieke waardering die het college van B. en W. aan de gehele kunstsector heeft gehecht.

Het rapport over de subsidies van de gemeente Rotterdam onder de naam Kantlend in het tegenlicht schept volgens hem geen gunstig perspectief voor de kunstsector op langere termijn.

Wanneer het college aangeeft dat de politieke weging van budgetten voor de kunstsector laag is, dan is er toch iets ernstig mis met het beoordelingsvermogen van het college, aldus Van der Heijden. Niet alleen weet iedereen allang dat kunst en cultuur niet op zich zelf staan maar belangrijke factoren zijn in bijvoorbeeld het versterken van het economisch klimaat, de aantrekkelijkheid van de stad voor vestiging (met name het bevolkingsdeel, dat wethouder Pastors terecht probeert te bedienen met luxe woningbouw) en de aantrekkingskracht op jonge mensen die hier komen studeren, maar bovenal bepaalt het culturele klimaat mede het algehele leefklimaat.

Hij vindt dat de lage politieke waardering zoals ongelukkigerwijs in het rapport is opgenomen dertig jaar inspanningen van de Rotterdamse cultuurpolitiek inhaalt.

Over het Cultuurplan zei hij, dat veel kanteling verwacht mag worden. Hooguit is op basis van het onberaden oordeel over een gehele sector van 39 miljoen euro bevriezing te verwachten. En dat nog afgezien van de onvergelijkbaarheid in de politieke weging met eenvoudige kostenplaatsen als Opzoomeren, Diergaarde Blijdorp of zelfs de Joodse begraafplaats met 39.000 euro subsidie.

Zie ook nieuwsbrief over behandeling cultuurplan