Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Directie Voorlichting en Communicatie

Toespraak van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Clémence Ross-van Dorp op de conferentie Vermaatschappelijking van de zorg.
Ede, 25 november 2004.
Wijzigingen voorbehouden. Alleen de uitgesproken tekst geldt!

Toen ik aantrad ten tijde van Balkenende 1 was ik al gauw demissionair. Ik heb toen alle tijd gehad om na te denken over Welzijn. U herinnert zich ongetwijfeld nog dat er destijds over gesproken werd om de W maar uit het logo van VWS te schrappen.
Dat is gelukkig niet gebeurd. Niettemin ben ik van mening dat welzijn typisch een onderwerp is dat je niet vanuit Den Haag moet besturen maar vanuit de gemeenten.

Er gaat per jaar 3 miljard euro naar Welzijn; 3 miljard! en we hebben helemaal geen inzicht in wat er gebeurt met dat geld of wat de opbrengst ervan is.
Het geld wordt overgemaakt naar de bank van Nederlandse gemeenten, die verdelen het, maar wat er vervolgens concreet mee gedaan wordt, is volstrekt onduidelijk. Dat kan natuurlijk niet.

Vanaf 2006 komt daar verandering in. Vanaf 2006 gaat de Wet maatschappelijke ondersteuning stapsgewijs ingevoerd worden. Het is een decentrale wet waarin de Rijksoverheid een aantal voorwaarden vastlegt waaraan gemeenten op welzijnsgebied moeten voldoen.

In de wet worden prestatievelden genoemd. Er staat bijvoorbeeld dat gemeenten de taak hebben de samenhang in buurten en wijken te versterken. Hoé ze dat precies willen gaan doen, moeten ze duidelijk op papier zetten. Zo kan iedere burger de gemeentelijke welzijnsplannen - en de uitvoering ervan ­ op de voet volgen.

En, ook heel belangrijk, op die manier leggen gemeenten verantwoording af voor hun welzijnsbeleid.
Met ingang van 2006 komen u en ik te weten waarom ze een bepaald beleid voeren en tot wat voor prestaties dat leidt. De W van welzijn wordt een harde letter, dat kan ik u beloven.
Toespraak Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het 2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -

U kent de uitgangspunten van de WMO:
· Mensen moeten zo lang mogelijk - al dan niet met hulp van familie, vrienden of bekenden - in hun eigen vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen of er zo snel mogelijk naar terugkeren. Dus, zo veel mogelijk zelf doen wat je zelf kunt. · Lokaal doen wat lokaal kan.
· Wie langdurige zware zorg nodig heeft en dat niet zelf kan betalen krijgt die zorg op grond van de AWBZ.

Vandaag gaat het voornamelijk over het eerste en tweede uitgangspunt: zelf doen wat je zelf kunt in de eigen omgeving, en lokaal doen wat lokaal kan. Oftewel hulpvraag en -aanbod goed op elkaar afstemmen. Dat betekent voor sommige gemeenten en organisaties een omslag in werken. Maar die omslag is voor het AMW helemaal niet zo wereldschokkend. Het algemeen maatschappelijk werk heeft zich in de afgelopen decennia ontplooid als een organisatie met een open blik op de lokale buitenwereld. U weet wat er speelt in de samenleving.

Ik wil u graag complimenteren met uw gedrevenheid en de grote betrokkenheid waarmee u inspeelt op wat er in uw omgeving gaande is. Voor u zijn `vermaatschappelijking' en `outreachend werken' geen woorden meer die in het luchtledige hangen. U bent hier in de praktijk van alledag al druk mee bezig. Ook vanmiddag in de workshops. Heel goed.

Veel maatschappelijk werkers zijn al vanachter de bureaus opgestaan. Zij hebben zich op eigen initiatief gemeld aan huisdeuren waarachter zij problemen vermoedden en waar zij dikwijls welkom waren. Of juist niet omdat er achter die huisdeuren mensen bleken te wonen die de aangeboden hulp helemaal niet zagen zitten. Dat komt ook voor. Maatschappelijk werkers hebben ervaring met de risico's van maatschappelijke betrokkenheid. Zoals u zelf zegt: `We werken al samen met zorg- en welzijnsinstellingen, politie, leger des heils en zo. Wij zijn voortdurend bezig met anticiperen op de veranderde maatschappelijke omstandigheden.'

Het algemeen maatschappelijk werk speelt ook een sterke rol in de keten van de eerstelijns GGZ. Dat is mede dankzij de Stimuleringsregeling Algemeen Maatschappelijk Werk die gold in de periode 2000 - 2003. Dat heeft het Algemeen Maatschappelijk Werk behoorlijk opgestuwd in de vaart der Toespraak volkeren. De regeling is nu beëindigd, maar de 12 miljoen euro zijn via het gemeentefonds wel structureel beschikbaar voor gemeenten.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -

Met dat extra geld wilden we meer algemeen maatschappelijk werkers aantrekken. We hebben toen met elkaar vastgesteld dat er per 6000 inwoners één algemeen maatschappelijk werker moet zijn. Uit onderzoek blijkt dat het totaal aantal maatschappelijk werkers in de afgelopen jaren inderdaad is toegenomen.

Dat is een mooie ontwikkeling en ik hoop samen met u dat die doorzet. Net zo goed als dat ik hoop dat gemeenten hun verantwoordelijkheid zullen nemen en in het AMW blíjven investeren. Want de ontwikkelingen in de maatschappij laten zien dat we ook in de toekomst veel behoefte zullen hebben aan maatschappelijk werkers. De samenleving wordt er voor sommige mensen niet gemakkelijker op.

Ik sprak pas geleden, tijdens een werkbezoek, met een dakloze meneer die ooit géén dakloze meneer was, maar een man die zijn eigen verantwoordelijkheid nam. Toch kwam hij in de problemen: hij verloor vrouw en werk en geld, maakte schulden en raakte aan de drank. En toen zijn omgeving er achter kwam, was het al te laat.

Soms kan iemand de verantwoordelijkheid voor zijn eigen welbevinden niet meer dragen en is de omgeving niet in staat hier iets aan te doen. Dan komt het maatschappelijk werk in beeld. Als de persoon in kwestie het geluk heeft dat u er tijdig bij betrokken wordt, kan hij er op rekenen dat u er alles aan zult doen om te voorkomen dat hij verder afglijdt. Ik vind dat er ook nog iets anders moet gebeuren.

Ik ben een groot voorstander van sociale netwerken. Die zouden, vind ik, nieuw leven ingeblazen moeten worden en daar moeten gemeenten iets aan doen. Ik kom zelf van een dorp en daar zijn die netwerken veel meer vanzelfsprekend dan dat ze in de stad zijn.

En toch ben ik er zeker van dat meer onderlinge betrokkenheid en meer sociaal toezicht een hoop ellende kan voorkomen. Hoeveel mensen zitten er niet te vereenzamen en langzaam aan te verpieteren!

Sociale netwerken dus en aangezien maatschappelijk werkers overal komen en zij de antennes van de samenleving zijn, zou ik me goed voor kunnen stellen dat zij de gemeenten hierover adviseren. Toespraak Welzijn wordt een `hard' beleidsterrein, ik zei het net al, net zo hard als het huisvesting- of financiële beleid. De wethouder Welzijn ­ ik verzin die titel even voor het gemak ­ moet strakjes precies aantonen wat hij of zij heeft

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 4 -

gepresteerd. En dat gaat hij ook doen want hij zal er door zijn burgers op afgerekend worden. Verder is het de bedoeling dat de prestaties van gemeenten onderling vergelijkbaar zijn.

De wethouder Welzijn moet een samenhangend en efficiënt welzijnsbeleid op gaan bouwen en hij zal vast en zeker zijn voordeel willen doen met alle expertise die hij binnen zijn gemeente aantreft. Hier kan het maatschappelijk werk op inspringen. Maatschappelijk werkers zijn per slot van rekening goed opgeleide mensen met veel praktijkervaring.
Het is, gezien de maatschappelijke ontwikkelingen, erg belangrijk te blijven investeren in opleidingen en professionalisering. Ik vind dat primair een zaak van de partijen zelf. Soms kan mijn ministerie er een stimulerende rol bij spelen, maar het zijn de verantwoordelijke partijen die ik op het hart wil binden: Blijf u hier de komende jaren sterk voor inzetten!

Er gaan zodadelijk, ter voorbereiding van de invoering van de WMO, pilots draaien en ook daar kunt u zich positioneren als een belangrijke partner op lokaal niveau. Maar ook landelijk, want ik wil de NVWM van harte uitnodigen om deel te nemen aan de klankbordgroep die de pilots gaat begeleiden.

Gegeven de manier waarop het maatschappelijk werk zich vandaag de dag manifesteert in de samenleving, zit u op voordeel bij de kansen die de WMO biedt. U zet zich met een uitgesproken profiel en een koffer vol expertise bij de gemeenten aan tafel.

Ik kan vaststellen: wat ik wíl en wat u doét komt heel goed tot elkaar!


-0-0-0- Toespraak


---- --