ROMAN HOUSE PUBLISHERS

week zonder geweld: ook voor dieren

PERSBERICHT

Week zonder geweld: ook voor dieren

Dierenmishandeling kan een signaal zijn dat er méér aan de hand is in een gezin.

'In plaats van als ongelukkige ontsporing, zouden we dierenmishandeling nou eens moeten beschouwen als een serieuze gezondheidskwestie met vérstrekkende gevolgen' waarschuwt de Amerikaanse professor Frank R. Ascione (Department of Psychology (Family and Human Development) van de Utah State University, VS). Deze (kinder)psycholoog staat al jarenlang bekend als deskundige op dit gebied. Hij is een van de sprekers op In Praktijk's Winterconferentie dat vrijdag aanstaande in het Scheveningse Kurhaus zal plaatsvinden.

Onderzoek van Ascione bevestigt dat dieren die leven in een huishouden waar huiselijk geweld voorkomt, 15 keer méér kans hebben om mishandeld of gedood te worden dan dieren die leven in een huishouden waar geen geweld voorkomt. Echter het gevaar voor het dier is maar de helft van de verhaal. Terwijl diegenen die mensen mishandelen dit waarschijnlijk ook met dieren doen, kan het omgekeerde ook van toepassing zijn. Uit onderzoek blijkt dat diegenen die dieren mishandelen naar alle waarschijnlijkheid ook gewelddadig naar mensen toe zijn.

In zijn nieuwste boek Children and Animals: Exploring the Roots of Kindness and Cruelty , zet Frank Ascione wetenschappelijke kennis en praktijkervaringen op een rij, over het verband tussen mishandeling van dieren en mensen. Bijvoorbeeld Amerikaans onderzoek dat liet zien dat kinderen die slachtoffer zijn geweest van geweld vaker (drie& ]61485; tot viermaal zo vaak) geneigd bleken tot dierenmisbruik dan kinderen zonder verleden van huiselijk geweld. Mannen die werden vervolgd voor wreedheden tegen dieren, bleken statistisch gezien vijfmaal zo vaak gearresteerd voor geweldsmisdaden dan anderen. En van de vrouwen uit het onderzoek die in een opvanghuis verbleven, wist 54 procent te melden dat hun partner ook al dieren had mishandeld of gedood.

Een nog beangstigender aspect van huiselijk geweld is het feit dat het zich herhaalt. Wie op jonge leeftijd begint met dierenmishandeling, loopt meerkans om later andere misdaden met geweldpleging te begaan. Vaak zijn deze criminelen zelf slachtoffers van geweld. Een onderzoek naar veroordeelde moordenaars wees uit dat van diegenen die als kind seksueel waren misbruikt, 58% dieren hadden mishandeld (vergeleken met 15% van veroordeelde moordenaars die niet waren misbruikt). Gedurende de jeugd gepleegde dierenmishandeling wordt gezien als een belangrijke aanwijzing voor toekomstig gewelddadig gedrag. Dat wil niet zeggen dat ieder kind dat is mishandeld of hiervan getuige is geweest een mishandelaar, crimineel of massamoordenaar wordt. Statistieken geven geen indicatie van hoeveel (of hoe weinig) slachtoffers van mishandeling later in hun leven zelf criminele feiten plegen. Zij geven alleen aan dat een geschiedenis van huiselijk geweld een belangrijke risicofactor is.

Achterhoofd
Dierenartsen die mishandeling als oorzaak van verwondingen vermoeden, stoppen verdenkingen meestal maar weg in hun achterhoofd. Is het wel verstandig je klant daarop aan te spreken? Het is immers niet in het belang van het dier als de eigenaar een volgende keer jouw praktijk mijdt. En bovendien zit je niet te wachten op een agressieve klant. Velen betwijfelen ook of de eigenaar een dier dat mishandeld is, wel naar een dierenartsenpraktijk brengt.
Dr. Helen Munro van de Universiteit van Edinburgh ontdekte dat dierenartsen in veel gevallen wel degelijk worden geraadpleegd. Munro ondervroeg in 2001 ruim duizend dierenartsen in Engeland en Schotland over de vraag, of zij dierenmishandeling constateerden in hun werk en in welke vorm zij dat op hun behandeltafel terugzagen. Hiervan vulden 404 het enqueteformulier in: 48,3% erkende dat mishandelde dieren inderdaad bij een dierenarts belanden, bijna de helft van de respondenten kon daarvan ook uit eigen ervaring getuigen. Munro concludeert nadrukkelijk dat misbruik van dieren en huiselijk geweld met elkaar samenhangen. ]Dierenmishandeling kan een belangrijk signaal zijn dat er in een gezin of de omgeving sprake is van sociale problemen en geweldadige relaties in het bijzonder ], stelt ze.

Maar al te vaak concludeerden dierenartsen uit haar onderzoek dat ze misschien een drama hadden kunnen helpen voorkomen, als ze met hun signaal ergens terecht hadden gekund. Dat hulpverleningsinstanties wellicht eerder hadden kunnen ingrijpen, als deze dierenartsen met hun vermoedens over uit de hand gelopen gezinssituatie ergens hadden kunnen aankloppen. In het belang van de betrokken dieren én mensen. Tijdens het congres, op vrijdag 26 november 2004 in het Kurhaus in Scheveningen, buigen dierenartsen, humaan hulpverleners en andere deskundigen op het gebied van dierenwelzijn en kinder- en jeugdzorg zich samen over de vraag wat we in Nederland kunnen ondernemen tegen huiselijk geweld. Kunnen dierenartsen en kinderbescherming hun krachten bundelen? En hoe zou een vorm van samenwerking kunnen worden opgezet, zodat we met onze spaarzame tijd en middelen samen méér kunnen bereiken? Kijk voor het vervolg op www.rhp.nu