Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Bureau Secretaris-Generaal

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 26 november 2004

Behandeld


- Hester Somsen


Kenmerk


- BSG-425/04

Telefoon


- 070 348 58 53


Blad


- 1/4

Fax


- 070 348 48 00


Bijlage


- - hmj.somsen@minbuza.nl


Betreft


- Moties Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken

De moties die zijn ingediend tijdens het Wetgevingsoverleg over de Begroting van Buitenlandse Zaken, zijn op dinsdag 9 november in stemming gebracht. Vier van de moties die zijn aanvaard, geven aanleiding tot een nadere reactie.

Motie Koenders/Van der Laan (29800 V, nr. 21)
Verzoek om aantal maatregelen te bevorderen richting Birma.

Reactie
Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik aangegeven sympathie te hebben voor de strekking van deze motie. Ik deel de opvatting van uw Kamer over de mensenrechtensituatie en het regime in Birma. Ik heb de motie desondanks ontraden omdat ik niet verwacht dat er in de EU en de VN-Veiligheidsraad op dit moment voldoende steun bestaat voor de specifieke voorgestelde verdergaande maatregelen tegen Birma. Gezien de wens van uw Kamer zal ik mij evenwel inspannen om de motie uit te voeren.

Ten aanzien van de verschillende elementen van de motie het volgende:


·Ik ben bereid om met de EU-leden van de Veiligheidsraad en de VS het voorstel te bespreken om Birma aan de orde te stellen in de VN-Veiligheidsraad. Ik geef daarbij wel mee dat, mocht het tot bespreking in de Veiligheidsraad komen, ernstig rekening moet worden gehouden met een veto van China.
·Het EU-Gemeenschappelijk Standpunt ten aanzien van Birma is gebaseerd op unanimiteit. Recent, bij de onderhandelingen over aanscherping van het Gemeenschappelijk Standpunt, is gebleken dat binnen het EU-kader een totaal investeringsverbod op dit moment volstrekt onhaalbaar is. Ik zal bij een geschikte gelegenheid deze kwestie opnieuw op tafel leggen.
·De Commissie onderzoekt momenteel of een exportverbod voor Birmees teakhout kan worden ingesteld.
·Het voorzitterschap van ASEAN betreft een puur Aziatische aangelegenheid. Wel zal ik in EU-kader pleiten voor passende maatregelen tijdens ARF- en ASEM bijeenkomsten voorzover deze zouden plaatsvinden onder Birmees voorzitterschap.

Meer in het algemeen zal ik de situatie in Birma in de relevante internationale gremia aan de orde blijven stellen.

Motie Van der Laan/Koenders (29800 V, nr. 39)
Verzoek om koppeling van samenwerking en verdieping van relaties met Rusland te koppelen aan de Russische vorderingen in democratisering en bescherming van mensenrechten.

Reactie
Tijdens de begrotingsbehandeling heb ik aangegeven dat ten aanzien van de relatie met Rusland het belang van respect voor mensenrechten en een democratische rechtsstaat voortdurend in het vizier wordt gehouden, maar dat we tegelijkertijd oog hebben voor het bredere beeld, de strategische relatie met Rusland. Ik heb in dit licht in een eerste reactie op deze motie aangegeven enige moeite te hebben met de formulering, met name met het woord 'koppeling'. Desondanks ben ik van mening dat de motie voldoende elementen bevat die in feite staand beleid zijn. Als EU-voorzitter zet Nederland zich in voor verdieping van de strategische samenwerking van de EU met de Russische Federatie op basis van dezelfde beginselen, waaronder respect voor mensenrechten en een democratische rechtsstaat, die ten grondslag liggen aan het huidige Partnerschaps- en Samenwerkingsakkoord. Als zodanig zet het Voorzitterschap zich namens de EU in de lopende onderhandelingen met Rusland in voor een duidelijke vertaling van deze beginselen in de uitwerking van met name de Gemeenschappelijke Ruimte van Vrijheid, Veiligheid en Justitie, en ook in de Gemeenschappelijke Ruimte van Externe Veiligheid waar het gaat om bevordering van stabiliteit in de gemeenschappelijke buurlanden. In de aanloop naar de EU-Rusland Top van 25 november jl. is geen overeenstemming over de "gemeenschappelijke ruimtes" met Rusland bereikt. Nederland zal in het vervolg van het Voorzitterschap en na afloop hiervan bilateraal zich ervoor blijven inzetten dat deze elementen in de EU-samenwerking met Rusland nadrukkelijk hun plaats krijgen.

Motie Huizinga-Heringa c.s. (29800 V, nr. 45)
Overschot EOF toevoegen aan TMF-middelen.

Reactie
De EOF afdrachten zijn altijd gebaseerd op de betalingen die de Commissie daadwerkelijk verricht. De afdrachten vinden plaats in drie tranches, de laatste eind oktober, als het raadsbesluit wordt vastgesteld op basis van de commissiebetaalafroep. Mocht er echter in die laatste twee maanden van het jaar een bedrag vrij vallen, dan is het technisch niet mogelijk om dat nog aan TMF te besteden, aangezien de huidige TMF-cyclus heel anders verloopt: één ronde per jaar, inschrijvingsduur ca. drie maanden, beoordelingsfase enkele maanden en besluitvorming in september 2005 over de periode 2006-2008. De regering kan deze motie derhalve niet uitvoeren.

Het track record van EOF ten aanzien van de uitputting is overigens sterk verbeterd. Sinds 2000 is een duidelijke stijgende lijn te zien, onder andere toe te schrijven aan het decentralisatieproces van de diensten zoals dat door de Commissie wordt uitgevoerd, en waar Nederland voortdurend op aan heeft gedrongen. De Europese Commissie heeft aangegeven dat zij zich inspant om binnen vijf jaar het 9e EOF volledig te committeren, wat een stijging van de contributies tot gevolg zal hebben. Daarom heb ik ook de Nederlandse bijdrage aan EOF meerjarig met EUR 25 mln verhoogd. Op grond van de halfjaarlijkse rapportages van de Commisie verwacht ik dit geld uit te geven.

Motie Wilders c.s. (29800 V, 47)
Verzoek om geen EU-Associatieakkoord met Syrië te sluiten zolang de Syrische regering de terroristen steunt.

Reactie
Nederland heeft zich in zijn rol van EU-voorzitter ingespannen om een EU-Associatieakkoord met Syrië af te sluiten. De onderhandelingen met Syrië hebben uiteindelijk, onder meer dankzij een actieve Nederlandse inbreng, geresulteerd in een akkoord met daarin onder meer een terrorismeclausule en een sterke non-proliferatieclausule. Het is voor het eerst dat met een land uit de Midden-Oostenregio een akkoord met een dergelijke non-proliferatieclausule wordt afgesloten. Het akkoord bevat eveneens een mensenrechtenclausule.

Met dit onderhandelingsresultaat in de hand kan de Europese Unie en Nederland als onderdeel daarvan de kritische dialoog met Syrië verdiepen op basis van de in het Associatieakkoord opgenomen uitgangspunten op onder andere het terrein van non-proliferatie, mensenrechten en terrorisme. De regering wil deze nieuwe verworvenheid nu niet opgeven. Het zou bovendien door EU-partners, Syrië en landen in bredere Midden-Oostenregio waarmee nog wordt onderhandeld over vergelijkbare akkoorden niet begrepen worden als Nederland nu zijn steun aan het Associatieakkoord zou intrekken. De regering legt deze motie dan ook naast zich neer.


- De Minister De Minister
van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

===