Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Spreekpunten tijdens de conferentie 'Naar een maatschappelijk verantwoorde dierziektebestrijding'

Inleiding (spreekpunten) door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de heer dr. C.P. Veerman, tijdens de conferentie 'Naar een maatschappelijk verantwoorde dierziektebestrijding' op 26 november 2004 in het gebouw van de Tweede Kamer in Den Haag.


* Welkom aan alle aanwezigen. Een speciaal welkom aan afgevaardigden van de kandidaat-lidstaten (Roemenië, Bulgarije, Kroatië en Turkije). Voor hen is het belangrijk nu al deel te nemen aan de EU-discussies over dierziektebestrijding.

* Ik ben blij dat het parlement dit initiatief heeft genomen. De internationale discussies verlopen vrijwel altijd tussen wetenschappers of tussen overheden. Parlementen zijn dan slechts indirect betrokken.

* Dierziektebestrijding is een belangrijk onderwerp tijdens het Nederlandse Voorzitterschap van de EU. Nadruk ligt op de vraag: hoe kunnen we dierziekten maatschappelijk verantwoord en effectief bestrijden? Volgende maand houdt Nederland als voorzitter van de EU een internationale conferentie waar we ook een antwoord op deze vraag zullen proberen te formuleren.

* Waarom is dit onderwerp urgent? Ernstige dierziekten zijn in verschillende delen van de wereld blijvend aanwezig (endemisch). Met globalisering van het handelsverkeer en personenverkeer blijven er risico's van insleep van deze ziekten. Er zijn goede maatregelen om risico's te verkleinen, maar er zijn geen sluitende systemen. Uitbraken zullen zich blijven voordoen. Daarom moet we alert blijven en voorbereid zijn.

* We moeten ook alert zijn op het ontstaan van zoönosen, op de mens overdraagbare dierziekten. Denk aan SARS en Aviaire Influenza in Azië. Nederland organiseerde onlangs een Europese conferentie over dit onderwerp. Daar werd onder andere duidelijk dat er behoefte bestaat aan betere samenwerking tussen humane geneeskunde en diergeneeskunde.

* Terug naar de 'gewone' dierziektebestrijding. Op basis van internationale afspraken zijn landen verplicht bij uitbraken de bestrijding ter hand te nemen. Voor de bestrijding kan een land verschillende strategieën kiezen.

* In delen van Europa, waaronder Nederland, zijn de afgelopen jaren diverse ernstige uitbraken geweest. Nederland koos destijds voor preventief ruimen. Dat heeft veel maatschappelijke ophef veroorzaakt. Mensen raakten zeer geëmotioneerd bij het zien van beelden van stapels gedode varkens in een vrachtwagen en stallen vol dood pluimvee. Uitleg van de overheid zegt dan niet veel meer. Ook was er onvrede dat het langdurig afsluiten van landelijke gebieden recreatie onmogelijk maakte.

* In de hele maatschappij laaide het debat op. Ook het Nederlandse Parlement heeft met de overheid intensief gedebatteerd over de bestrijding van dierziekten.

* De conclusie van de verschillende debatten is dat de maatschappij grenzen stelt aan het bestrijdingsbeleid. Bij toekomstige uitbraken van dierziekten zal het in Nederland maatschappelijk onacceptabel en politiek onmogelijk zijn om over te gaan tot het massaal doden van gezonde dieren.

* Die conclusie heeft vergaande consequenties, want we blijven verplicht tot bestrijding. Welke alternatieven zijn er en tegen welke kosten? Ik bedoel kosten in brede zin: voor boeren, voor het overige bedrijfsleven, voor de overheid en voor de maatschappij als geheel.

* Nederland zal bij een uitbraak van Mond- en Klauwzeer of Varkenspest bij de haard van de ziekte ruimen. Daarnaast gaan we snel over tot vaccineren om verdere uitbreiding van de ziekte te voorkomen. Deze gevaccineerde dieren zullen niet worden gedood.
* Vaccinatie leidt tot beperkingen van het handelsverkeer. Dat is vooral een probleem voor landen die veel exporteren. Maar vaccinatie is nodig om een grote uitbraak snel onder controle te krijgen. Wat dit betekent voor de kosten is moeilijk te voorspellen. Ik heb Wageningen Universiteit en Researchcentrum gevraagd om hier onderzoek naar te doen. Volgende maand presenteren we de resultaten tijdens de EU-conferentie, maar ik kan u alvast wel vertellen dat hogere economische kosten niet zijn uitgesloten.

* Daar staat tegenover dat de strategie om bij een uitbraak over te gaan tot grootschalig ruimen grote maatschappelijke schade oplevert. Dit is een groot dilemma. Nederland heeft inmiddels een manier gevonden om met dit dilemma om te gaan. Maar het nodig is om deze discussie op Europees niveau te voeren. Ik hoop dan ook dat dit punt vandaag aan de orde zal komen.
* Ik zie in deze discussie een belangrijke rol voor het bedrijfsleven. De maatschappij vraagt om andere oplossingen voor de bestrijding van dierziekten. Die zijn voor de belangrijkste dierziekten voorhanden, maar vragen om inzet van het bedrijfsleven.

* Ik wil graag nog even stilstaan bij de financiële kosten van de bestrijding van dierziekten. De lidstaten en de Europese Unie hebben er de afgelopen jaren veel geld aan gespendeerd (geld van de belastingbetaler). Je kunt je afvragen of de financiële verantwoordelijkheid per definitie bij de overheid moet liggen. In Nederland zijn we al een eind op streek met deze discussie. De afspraak is dat het bedrijfsleven bij een volgende uitbraak tot op zekere hoogte opdraait voor de bestrijdingskosten.
* Ook op dit punt zouden we Europese afspraken moeten maken. Als de verschillende lidstaten ieder hun eigen beleid voeren over kostenverdeling, leidt dat tot concurrentieverschillen. Daarom zie ik graag een discussie op Europees niveau. Dat past ook goed bij het thema dat in de informele Landbouwraad aan de orde was, namelijk de behoefte aan nieuw evenwicht tussen overheid en bedrijfsleven in de verantwoordelijkheid voor de voedselproductie.
* Tot slot wil ik ingaan op de rol van de wetenschap. Wetenschappelijk onderzoek zorgt voor belangrijke kennis over bestrijdingsmethoden, bijvoorbeeld over de werking en veiligheid van vaccins. Maar onderzoek kan ons ook helpen om maatschappelijke effecten in beeld te brengen. Zoals ik net al vertelde presenteren wij volgende maand een onderzoek naar dierziektebestrijding. Dit onderzoek brengt niet alleen de kosten van dierziektebestrijding in beeld, maar ook de standpunten de EU-lidstaten over het gewicht van epidemiologische, maatschappelijke en economische factoren. De resultaten kunnen ons helpen bij de besluitvorming tijdens dierziektecrises. Belangrijk is dat we straks ook maatschappelijke en brede economische overwegingen mee kunnen wegen.
* Ter afsluiting: Duidelijk is dat de discussie over dierziektebestrijding breed (hele maatschappij) en over een groot bereik (Europees, mondiaal) gevoerd moet worden. De conferentie van vandaag is een goede bijdrage. Ik ben benieuwd naar de uitkomsten.