Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Persbericht, 30-11-2004

Het Persoonsgebonden Budget blijft

Het persoonsgebonden budget is een werkbaar instrument om de positie van de patiënt te versterken, zijn keuzevrijheid te vergroten en de doelmatigheid van de zorg te versterken. Dat concludeert staatssecretaris Ross-van Dorp van VWS op basis van rapporten van het College Zorgverzekeringen (CVZ) en de onderzoeksbureaus HHM en ITS in de beleidsbrief `Het PGB gewogen', evaluatie en vooruitblik, die zij vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Patiënten met een persoonsgebonden budget, die zelf de door het indicatieorgaan vastgestelde noodzakelijke zorg kunnen inkopen, voelen zich autonoom en onafhankelijk. Zij kopen zorg in van bekenden, mantelzorgers, van professionals of van allebei. Eind 2004 ontvangen in totaal 69.500 mensen een pgb. Daarmee is 889 miljoen euro gemoeid. ´Met 4,5% van de totale AWBZ uitgaven wordt zodoende 10% van de zorgvragers bediend´, schrijft Ross-Van Dorp.

Sinds de invoering van het persoonsgebonden budget negen jaar geleden is het pgb snel in populariteit toegenomen. De afgelopen jaren groeide het aantal budgethouders met zo'n duizend per maand. In 2004 nog met zo'n 600 per maand. De grootste groep gebruikers (55%) is tussen de 18 en 65 jaar oud, 26 % is jonger dan 18 jaar, 19% ouder dan 65 jaar. Van de budgethouders beoordeelt 95% de ingekochte zorg als goed of zeer goed.

Na de invoering van de pgb nieuwe stijl per 1 maart 2003 wordt bij de indicatie met functiegerichte AWBZ-aanspraken gewerkt. Vooral mensen met een verstandelijke handicap krijgen daardoor een hoger pgb. De tweede wijziging is dat budgethouders vanaf dat moment bovendien het beschikbare bedrag op hun eigen rekening gestort krijgen, waarna zij het zelf kunnen besteden. Op 1 januari 2006 worden de regelingen oude stijl beëindigd.

Gebruik
Uit de inventarisatie van het gebruik blijkt dat 52 procent van de budgethouders een indicatie heeft voor één functie, 48 procent voor meerdere functies. De meeste budgethouders (67%) hebben een indicatie voor huishoudelijke verzorging, 53% voor ondersteunende begeleiding, 16% voor verpleging, 15% voor activerende begeleiding en 14% voor tijdelijk verblijf.

Het gemiddelde toegekende budget bedraagt 15.234 euro per jaar. Budgethouders boven de 18 jaar zijn daarover een eigen bijdrage van gemiddeld 6,8% verschuldigd. Die bedraagt gemiddeld 1.050 euro per jaar. Van het netto-budget wordt gemiddeld 15% echter niet besteed. Als reden wordt aangegeven dat de zorg goedkoper kan worden ingekocht.

Ross ziet echter geen reden de eigen bijdrage regeling te wijzigen, schrijft zij de Tweede Kamer. Zij gaat het College voor Zorgverzekeringen wel vragen de budgethouders er in de toekenningsbeschikking uitdrukkelijk op te wijzen dat men geacht wordt de ingehouden eigen bijdrage zelf aan zorg te besteden.

Uit onderzoek van het CVZ blijkt dat oneigenlijk gebruik van een pgb slechts in incidentele gevallen voorkomt. Wel komt meer dan eens de vraag op of de verleende zorg wel mag worden gekwalificeerd als `verzekerde zorg'. Dat doet zich volgens het CVZ vooral voor bij de functie ondersteunende begeleiding. Ross gaat daarom in 2005 laten onderzoeken op welke wijze de functies ondersteunende en activerende begeleiding nader moeten worden afgebakend.

Onderzoek monetarisering
Inventarisatie van de ingekochte zorg laat zien dat veruit de meeste budgethouders (64%) alleen zorg inkoopt bij bekenden of mantelzorgers. 22% koopt professionele zorg in bij AWBZ-instellingen, particuliere bedrijven of freelancers en 14% koopt beide. Het College voor Zorgverzekeringen signaleert dat de bereidheid om onbetaald mantelzorg te verlenen afneemt en vreest dat de mantelzorg zal monetariseren.

Om dat te beteugelen doet het CVZ twee voorstellen. Een bepaling opnemen om het onmogelijk te maken een inwonend familielid in te huren. Of het begrip ´gebruikelijke zorg´te verruimen, bijvoorbeeld door de periode van drie maanden te verlengen waarin in redelijkheid van iemand gevraagd kan worden zijn of haar partner persoonlijk te verzorgen.

Ross neemt het eerste voorstel niet over. ´Er bestaat geen bezwaar dat ouders hun gehandicapte kind thuis verzorgen ten laste van het pgb van dat kind, hetzelfde geldt voor inwonende kinderen die hun ouder verzorgen´, schrijft zij de Tweede Kamer. Wat betreft het tweede voorstel wil zij de evaluatie van het Werkdocument `gebruikelijke zorg' afwachten. Daarnaast wil zij laten onderzoeken in hoeverre daadwerkelijk sprake is van het stimuleren van een latente vraag naar pgb´s en wat het lange-termijn-effect daarvan zal zijn.

Het voorstel van het CVZ om de eigen bijdrage bij tijdelijk verblijf af te schaffen, neemt Ross wel over. Patiënten die thuis zorg ontvangen, maar die zorg tijdens tijdelijke opname in een verzorgingshuis ook krijgen, betalen nu twee keer. Met de correctie is 222.000 euro gemoeid.

Uitvoering verbeteren
Om de uitvoering van het pgb verder te verbeteren, besluit Ross budgethouders die een jaar lang naar tevredenheid per maand verantwoording hebben afgelegd over de besteding van hun budget dat na dat jaar per kwartaal te laten doen. Daardoor kan het aantal verantwoordingsformulieren met 12,5% dalen.

Daarnaast schaft zij de bepaling af die het de budgethouder toestaat tien procent van het pgb-budget, die hij aan het eind van het jaar overhoudt, mee te nemen naar het volgende jaar. De regeling stuitte op grote administratieve problemen in de uitvoering. Zij treedt verder in overleg met het College Bescherming Persoonsgegevens of het mogelijk is dat zorgkantoren een abonnement kunnen krijgen in de Gemeentelijke Basisadministratie. Dat zou de uitvoeringspraktijk sterk kunnen verbeteren.

In navolging van de AWBZ als geheel, zal voor het pgb in 2005 ook beheerste groei worden nagestreefd. Volgens de ramingen wordt in 2004 in totaal 889 miljoen euro aan pgb's toegekend. Voor 2005 worden de kosten geraamd op 942 miljoen euro. Staatssecretaris Ross verwacht, gezien de groei van het aantal budgethouders in 2004, dat dat bedrag voldoende is om volgend jaar aan de totale zorgvraag via pgb's tegemoet te komen.

Toekomst
Na 2005 zal dat bedrag lager uitvallen omdat met ingang van 1 januari 2006 de huishoudelijke verzorging van de AWBZ naar de gemeenten wordt overgeheveld en zal opgaan in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Daarnaast zullen delen van de geestelijke gezondheidzorg naar de Zorgverzekeringswet worden overgebracht. Daardoor zal het voor mensen met een psychiatrische aandoening niet langer mogelijk zijn voor alle functies in de AWBZ een pgb te krijgen.