Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Cultuur en Onderwijs

Afdeling Internationaal Cultuurbeleid

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 30 november 2004

Behandeld


- Monique Korzelius


Kenmerk


- DCO-359/04

Telefoon


- 070-3486178


Blad


- 1/3

Fax


- 070-3484716


Bijlage(n)


- 1


- Monique.korzelius@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vanhet lidVan der Staaij (SGP) over uitreiking van de Prins Clausprijs aan Mahmoud Darwish

Graag - bied iku hierbij- , mede namens de minister-president, minister van algemene zaken en de minister van buitenlandse zaken,de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Van der Staaij (SGP)over - de uitreiking van de Prins Claus Prijs aan Mahmoud Darwish. Deze vragen werden ingezonden op - 31 november 2004met kenmerk - 2040503680.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven,minister voor Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de heer Balkenende, minister-president, minister van Algemene Zaken, en de heer Bot, minister vanBuitenlandse Zaken op vragen van het lid Van der Staaij (SGP) over de uitreiking van de Prins Clausprijs aan Mahmoud Darwish.

Vraag 1
Bent u op de hoogte van het feit dat Mahmoud Darwish, die de Prins Clausprijs op 1 december aanstaande uit handen van prins Johan Friso zal ontvangen, in 1988 een geruchtmakend gedicht heeft geschreven waarin hij suggereert dat de Joden het land Israël moeten verlaten? Bent u op de hoogte van het feit dat Darwish in 1993 zijn positie in de PLO opgegeven heeft naar aanleiding van het sluiten van de Oslo-akkoorden, omdat hij een hardere lijn jegens Israël voorstond?

Vraag 2
Deelt u de mening dat de heer Darwish daarmee geen blijk heeft gegeven van een constructieve opstelling in het vredesproces tussen Israël en de Palestijnen?

Antwoord
Het Prins Claus Fonds voor Cultuur en Ontwikkeling is een stichting met een eigen verantwoordelijkheid. De prijs aan Mahmoud Darwish werd toegekend door een onafhankelijke internationale jury.

De heer Darwish heeft bij herhaling betoogd, bijvoorbeeld in een interview met de New York Times in maart 2000, dat de tekst van zijn gedicht "Those who pass between fleeting words" betrekking heeft op de Israëlische bezetting van Palestijns gebied en dat hij geenszins heeft opgeroepen de Joden uit Israël te verdrijven. Als Palestijn staat de heer Darwish kritisch tegenover deze Israëlische bezetting. Zijn opstelling in het vredesproces moet tegen deze achtergrond worden beschouwd.

Vraag 3
Vindt u het van wijsheid getuigen om de Koningin en andere leden van het Koninklijk Huis aanwezig te doen zijn bij de uitreiking van een prijs aan een omstreden dichter?

Antwoord
Het Prins Claus Fonds is in 1996 opgericht als geschenk aan Prins Claus voor zijn 70e verjaardag. Prins Claus beschouwde cultuur altijd als essentieel deel van ontwikkeling. De Prins is tot aan zijn overlijden erevoorzitter van het Fonds geweest. Deze rol is nu overgenomen door zijn zonen, de Prinsen Constantijn en Johan Friso. De aanwezigheid van Hare Majesteit en leden van het Koninklijk Huis bij de prijsuitreiking valt onder ministeriële verantwoordelijkheid. Mede gelet op de hierboven gegeven antwoorden zie ik geen redenen die deze aanwezigheid in de weg zouden staan.

===