Ministerie van Buitenlandse Zaken

over vragen evaluatie FOL's verdrag (04-BuZa-53)

Kamerbrief inzake verzoek over vragen evaluatie FOL's verdrag (04-BuZa-53)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Westelijk Halfrond

Adviseur Koninkrijkszaken

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

3 december 2004

Behandeld

mr A.M.H.L.M. Schellekens

Kenmerk

DWH/AK-04/122

Telefoon

070 - 348 5288 / 348 4251

Blad


1/5

Fax

070 - 348 5472

Bijlage(n)


1

anton.schellekens@minbuza.nl

Betreft

Uw verzoek inzake vragen evaluatie FOL's-verdrag (04-Buza-53)

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op uw verzoek van 3 september 2004 met kenmerk 04-Buza-53 aangaande vragen naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie van het Verdrag inzake de Forward Operating Locations (Buza-04-207).

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Lijst van vragen van 23 september 2004, 04-Buza-53

Betreft Kamerstuknummer : BuZa-04-207

Vragen aan : Minister van Buitenlandse Zaken

Commissie : Buitenlandse Zaken

Nr Vraag en antwoord


1 Vraag:

Zijn de verhoudingen tot de regering van Colombia of andere partijen, zoals opstandelingen, in het Colombiaanse conflict gedurende de vluchten veranderd? Zo ja, op welke wijze?

Antwoord op vraag 1:

De verhoudingen van het Koninkrijk en zijn delen met Colombia of met partijen in het Colombiaanse conflict zijn gedurende de vluchten niet veranderd.


2 Vraag:

Hoe beoordeelt u het verband van de FOL-operaties vanaf Nederlands grondgebied met het conflict in Colombia?

Antwoord op vraag 2:

Er is uitdrukkelijk geen verband tussen de FOL-operaties vanaf het grondgebied van de Nederlandse Antillen en Aruba en het conflict in Colombia. Het enige dat de VS mag doen, is het detecteren en mogelijkerwijs onderscheppen van drugstransporten.


3 Vraag:

Wat zijn de verdere consequenties van het afwijzen van het Congres van de financiering van de FOL (Forward Operating Location) op Aruba? (blz. 1)

Antwoord op vraag 3:

De investeringen, op de luchthaven Reina Beatrix, in een permanente behuizing en een parkeerplaats voor de vliegtuigen hebben stilgelegen.

Van Arubaanse kant werd vernomen dat de VS-autoriteiten, bij monde van de Amerikaanse consul-generaal te Willemstad, inmiddels de Arubaanse regering hebben laten weten dat de VS heeft besloten spoedig te beginnen met de bouwvanFOL-faciliteitenopdeluchthaven.Menwil Aruba als steunpunt voor de FOL niet verliezen en daarom worden nu fondsen vrijgemaakt voor de constructiewerkzaamheden op het vliegveld (kantoren en een parkeerplaats voor vliegtuigen). De bouw, waarvoor circa 2,3 miljoen dollar is uitgetrokken, zal ongeveer een jaar in beslag nemen. Aanvang van de werkzaamheden is voorzien voor eind november of begin d ecember2004.


4 Vraag:

Waaruit bestond de aanvankelijke duidelijkheid met betrekking tot welke procedures moeten worden gevolgd in geval van FOL-vluchten en niet-FOL-vluchten? Wat houdt precies het 'arrangement' in? Kunt u dit arrangement aan de Kamer sturen? Zo nee, waarom niet? (blz.1)

Antwoord op vraag 4:

Voor vluchten in het kader van het FOL-verdrag wordt een verkorte procedure gehanteerd voor het verkrijgen van toestemming om het luchtruim van de Nederlandse Antillen en Aruba binnen te mogen komen en te mogen landen. Voor alle andere vluchten, zoals voor oefeningen en voor VIP-bezoeken, dient de reguliere procedure via Den Haag gevolgd te worden.

Hierover was initieel (twee jaar geleden) aan Amerikaanse zijde enige onduidelijkheid. De procedure is nu glashelder voor beide partijen.

Overigens is het "arrangement", dat afspraken van operationele aard bevat, vertrouwelijk. Mede daarom is in 2000 in het kader van de goedkeuring van het verdrag met uw Kamer afgesproken om een jaarlijkse evaluatie van de uitvoering van het verdrag aan de Kamer te doen toekomen.


5 Vraag:

Wordt er ook in de praktijk en uitvoering van het FOL's Verdrag een scherp onderscheid gemaakt tussen controle op drugscriminaliteit en eventuele militaire ondersteuning van Zuid-Amerikaanse regeringen? Graag een toelichting. (blz. 1)

Antwoord:

Vanaf de FOLs mag op grond van het verdrag uitsluitend worden gedaan aan drugsbestrijdingstaken vanuit de lucht, bestaande uit waarneming, volgen en, indien van toepassing, onderscheppen. Vanaf de FOLs mag bovendien alleen worden gevlogen met ongewapende luchtvaartuigen. Het verdrag ziet niet op militaire activiteiten van welke aard dan ook. Het verdrag voorziet er evenmin in dat hiervan bij de uitvoering in de praktijk kan worden afgeweken. Er zijn de Regering ook geen aanwijzingen bekend dat een dergelijke afwijking zou plaatsvinden.


6 Vraag:

Kunt u de grenzen van het patrouillegebied in het evaluatiejaar precies aangeven? Is het patrouillegebied veranderd in vergelijking met het jaar daarvoor? (blz. 1)

Antwoord op vraag 6:

De grenzen van het patrouillegebied behoren tot de competentie van de regering van de VS. Hierover kunnen geen mededelingen worden gedaan. Er is echter, zo werd van VS-zijde vernomen, in de evaluatieperiode 2002-2003 geen wijziging opgetreden ten opzichte van het jaar daarvoor.


7 Vraag:

Kunt u een overzicht geven van de nationaliteiten en het aantal Aircraft Riders uit derde landen? (blz. 1)


8 Vraag:

Is er een verschil in missie tussen vluchten met en zonder Aircraft Rider uit derde landen aan boord? Zo ja, wat is de missie met Aircraft Riders uit derde landen aan boord? (blz. 1)

10 Vraag:

Hoeveel vluchten zijn er uitgevoerd in het Colombiaanse luchtruim?

11 Vraag:

Waren er ook tijdens de patrouillevluchten ook Colombiaanse staatsburgers aan boord? Zo ja, wat was hun taak? (blz. 2)

Antwoord op vragen 7, 8, 10 en 11:

Aircraft riders moeten meevliegen op waarnemingsvluchten die de grenzen met derde landen overschrijden. Dat houdt in dat Colombiaanse staatsburgers nodig zijn als waarnemers aan boord van Amerikaanse patrouillevliegtuigen die boven Colombiaans gebied opereren. Hun taak is de regering van Colombia te vertegenwoordigen gedurende het overvliegen van haar soevereine gebied door een buitenlands militair vliegtuig en expertise te verschaffen over het gebied waarboven wordt gevlogen. Bij waarnemingsvluchten boven internationale wateren hoeven geen aircraft riders uit derde landen mee te vliegen.

Gegevens omtrent meevliegende aircraft riders worden vóór iedere vlucht verstrekt aan de militaire autoriteiten van het Koninkrijk in het Caribisch gebied, hetgeen tevens inzicht impliceert in het aantal vluchten boven het grondgebied van derde landen. Het gaat hier om gevoelige operationele informatie, die derden inzicht kan geven in door de VS gepleegde verkenningsactiviteiten. Om die reden kunnen hierover geen nadere inlichtingen worden verstrekt.


9 Vraag:

Wat is het aantal niet-FOL vluchten? Is het aantal niet FOL-vluchten toegenomen, afgenomen of hetzelfde gebleven? Kunt u in geval van verandering toelichten waarom dat het geval was? (blz. 1)

Antwoord:

Het aantal niet-FOL vluchten is niet toegenomen. Het gaat hier om vluchten in het kader van militaire oefeningen met de VS.

12 Vraag:

Wat zijn de concrete resultaten van de 740 vluchten en de 4016 vlieguren. Wilt u uitgebreid toelichten waar de controles toe hebben geleid, indien deze niet hebben geleid tot het onderscheppen van drugstransporten. (blz. 2)

13 Vraag:

Hoe beoordeelt u het resultaat van de 740 vluchten als blijkt dat geen enkel drugstransport is onderschept? Is deze manier van militaire surveillance in dat geval zinloos? Kunt u uw antwoord toelichten? (blz. 2)

14 Vraag:

Welke concrete resultaten hebben de 740 vluchten opgeleverd met betrekking tot informatie over het gesurveilleerde gebied? (blz.2)

Antwoord op de vragen 12, 13 en 14:

Joint Interagency Task Force South (JIATF-S) de uitvoerende instantie van de Amerikaanse overheid voor het opsporen en volgen van illegale drugshandel in het betrokken gebied deelt zijn gegevens niet in op grond van de FOLs waarvandaan zij worden verzameld. De luchthavens waarvan de VS gebruik maakt (waarvan twee op het grondgebied van het Koninkrijk) vormen onderdeel van een flexibele constructie voor het gebruik van vliegtuigen. In de evaluatieperiode (2002-2003) werden als resultaat van deze aanpak meer dan 140 ton cocaïne, 8 ton marihuana en 8500 gram heroïne onderschept.

Deze resultaten zijn niet terug te voeren op individuele vluchten of FOLs. Zo kan, bijvoorbeeld, een vliegtuig opstijgen van de ene FOL, brandstof innemen op een andere FOL, waarnemingen doen die bijdragen tot de onderschepping van een transport en vervolgens landen op een derde FOL.