3 december 2004; Akkoord over verlening CAO 2003 voor
onderwijspersoneel.
Gezamenlijk persbericht van de Centrales van Overheids- en
Onderwijspersoneel en het Ministerie van OCW
Minister Van der Hoeven heeft met de Centrales van Overheids- en
Onderwijspersoneel een akkoord bereikt over een verlenging van de CAO
2003 voor het personeel in het primair en voortgezet onderwijs.
Evenals in 2003 ontvangt het onderwijspersoneel in 2004 een
eindejaarsuitkering van totaal 4,17 procent en een éénmalige
eindejaarsuitkering van 100 euro bruto. Daarnaast zijn afspraken
gemaakt over de beperking van het loon tijdens het tweede ziektejaar
tot 70 procent van het laatstverdiende loon.
De CAO 2003 wordt met één jaar verlengd. Dit kost ongeveer 230 miljoen
euro. De afspraak over de incidentele eindejaarsuitkering past binnen
de kaders van het Najaarsakkoord 2003 dat kabinet en sociale partners
hebben afgesproken. De afspraak over het doorbetalen van loon tijdens
het tweede ziektejaar is een nadere uitwerking van een afspraak die
kabinet en sociale partners hebben gemaakt in het Sociaal Akkoord van
5 november jl.
Eindejaarsuitkering
Het personeel krijgt in december 2004 een eenmalige
eindejaarsuitkering van 0,57 procent en een eenmalige
eindejaarsuitkering van 100 euro bruto op basis van een volledige
baan. Het gaat om een totaal bedrag van gemiddeld ruim 300 euro bruto.
Op basis van eerdere CAO-afspraken ontvangt het onderwijspersoneel een
structurele eindejaarsuitkering van 3,60 procent.
De hoogte van het loon bij ziekte
Met ingang van 1 januari 2004 geldt voor het primair en voortgezet
onderwijs dat het loon in het eerste ziektejaar wordt gehandhaafd op
100 procent; in het tweede ziekte jaar wordt het loon beperkt tot 70
procent van het laatstverdiende loon. Er is een gewenningsperiode
afgesproken van 3 maanden voor personen die al begin vorig jaar zijn
ziek geworden. Verder zijn afspraken gemaakt over flankerende
maatregelen om het ziekteverzuim te beperken en de reïntegratie te
bevorderen.
In oktober van dit jaar zijn al afspraken gemaakt met de
werkgeversorganisaties over het beschikbaar stellen van extra geld
voor beloningsdifferentiatie voor leraren in het VMBO en het
praktijkonderwijs en voor verbetering van de beloning van
schoolleiders van kleine basisscholen (tot 200 leerlingen).
De cao geldt voor bijna 300.000 mensen.