ADVIESCOMMISSIE VREEMDELINGENZ
http://www.acvz.com

Van Contourennota naar Inburgeringswet

Verplicht inburgeren is nodig. Daarover is de Adviescommissie Vreemdelingenzaken (ACVZ) het eens met het kabinet. Wel moet zo'n inburgeringsplicht juridisch houdbaar zijn. Dit kan door hem toe te snijden op het centrale probleem: gebrekkige kennis van de Nederlandse taal en samenleving.

Op verzoek van de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie heeft de ACVZ in haar advies 'Van Contourennota naar Inburgeringswet' onderzocht of de inburgeringsplicht die het kabinet wil instellen juridisch houdbaar is. Het kabinet wil zowel nieuwkomers als oudkomers verplichten in te burgeren. Doen zij dit niet, dan krijgen ze een boete. Nieuwkomers kunnen geen permanente verblijfsvergunning krijgen als zij niet zijn ingeburgerd. Voorstel van het kabinet is om mensen die buiten de Europese Unie zijn geboren, te verplichten in te burgeren. Dit zou ook moeten gelden voor Nederlanders die vóór 1 april 2003 zijn genaturaliseerd. Op die datum werd de nieuwe Rijkswet op het Nederlanderschap van kracht en is een toets op voldoende kennis van de Nederlandse taal en samenleving verplicht.

Juridisch onhoudbaar
De inburgeringsplicht die het kabinet voorstelt is volgens de analyse van de ACVZ juridisch onhoudbaar. Het voornaamste bezwaar is dat die plicht onderscheid maakt tussen verschillende groepen mensen naar plaats van geboorte of datum van naturalisatie. In plaats daarvan zou het moeten gaan over de vraag of mensen al dan niet voldoende kennis hebben van de Nederlandse taal en samenleving. Eén van de juridische eisen aan het maken van onderscheid tussen groepen is immers dat de aard van het onderscheid past bij het te bereiken doel. Als het doel bijvoorbeeld is om een taalachterstand weg te werken, is het juridisch alleen mogelijk onderscheid te maken tussen zij die de taal wel en zij die de taal niet spreken.

Leerplicht
Vandaar dat de ACVZ voorstelt iedereen te verplichten tot inburgering die niet acht jaar van de leerplichtige periode in Nederland heeft doorgebracht, maar wel duurzaam in ons land wil verblijven. Dit geldt niet voor burgers van andere lidstaten van de EU, immigranten die al in een ander EU-land zijn ingeburgerd en personen ouder dan 65 jaar. Ook mensen die een diploma hebben van een Nederlandse instelling voor voortgezet of hoger onderwijs hoeven niet in te burgeren. Dit geldt ook voor wie een vergelijkbaar buitenlands diploma heeft op voorwaarde dat er voldoende kennis van de Nederlandse taal en samenleving is opgedaan. Tot slot kunnen medische of andere omstandigheden leiden tot ontheffing van de inburgeringsplicht.

Antillianen en Arubanen
Net als het kabinet, vindt de ACVZ dat Antillianen en Arubanen inburgeringsplichtig kunnen zijn. Volgens het kabinet kan dit op grond van hun plaats van geboorte. Maar dat blijkt nu juist juridisch onhoudbaar te zijn. Daarom stelt de ACVZ voor inburgering verplicht te stellen als ze geen Nederlandstalig voortgezet onderwijs hebben genoten. Dan is er namelijk onvoldoende kennis van het Nederlands en van de Nederlandse samenleving en is het onderscheid gerechtvaardigd.

Turken
Een deel van de Turkse bevolking in Nederland kan geen inburgeringsplicht worden opgelegd. Dit is een gevolg van het Associatieverdrag dat de Europese Gemeenschap decennia terug heeft gesloten met Turkije. Aan Turkse werknemers van de eerste generatie mogen daarom weinig beperkingen worden opgelegd. Ook een inburgeringsplicht valt daaronder. De interpretatie van dit verdrag is niet eenduidig. Daarom is niet zeker of aan alle tweede generatie Turken en nieuwe Turkse migranten een inburgeringsplicht kan worden opgelegd. De ACVZ beveelt aan dit voor te leggen aan de Associatieraad. Deze raad gaat onder andere over de uitleg van het verdrag.

Ontheffing
De methode van de ACVZ is juridisch houdbaar en leidt tot een nauwkeuriger selectie van mensen die inburgering nodig hebben. Overigens blijft het ook volgens deze methode mogelijk dat mensen ten onrechte worden opgeroepen omdat ze al voldoende zijn ingeburgerd. Via een quick scan zou het mogelijk moeten zijn deze mensen van een inburgeringsplicht te ontheffen.

Positieve prikkels
De ACVZ is het eens met het kabinet dat de inspanningsverplichting vervangen moet worden door een resultaatsverplichting. Daarbij hoort het opleggen van boetes. Dat kan echter alleen als iemand 'verwijtbaar' gedrag vertoont. Dat laatste is soms lastig te bewijzen als iemand zich aan alle formele afspraken houdt, maar toch zakt voor het examen. Voorstel van de ACVZ is dan ook alleen boetes te heffen als iemand dergelijke afspraken niet nakomt. Bijvoorbeeld als iemand niet bij een voortgangsgesprek of examen komt opdagen. Tenslotte is de ACVZ van mening dat er meer positieve prikkels wenselijk zijn voor mensen die wél aan de inburgeringsplicht voldoen, bijvoorbeeld het eerder verlenen van een permanente verblijfsvergunning, of toelating tot een vervolgstudie.

Het advies kan worden gedownload van de webpagina van de ACVZ: www.acvz.com

Nadere inlichtingen kunnen worden verstrekt door de Voorzitter van de ACVZ, mr.T.J.P. van Os van den Abeelen (070-3811440) en de Secretaris van de ACVZ, dr. J.J. van Miert (070-3811410) of via e-mail: j.j.van.miert@minjus.nl


03 dec 04 19:45