Ministerie van Buitenlandse Zaken

Ecofin Raad (begroting) 25 november 2004

Kamerbrief inzake verslag Ecofin Raad (begroting) 25 november 2004

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

7 december 2004

Behandeld

Marjan Schippers

Kenmerk

DIE-638/2004

Telefoon

(0)70-3484246

Blad


1/7

Fax

(0)70-3484086

Bijlage(n)

marjan.schippers@minbuza.nl

Betreft

Verslag Ecofin Raad (begroting)

25 november 2004

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij aan het verslag van de Ecofin Raad (begroting) van 25 november 2004.

De Staatssecretaris voor Europese Zaken,

Atzo Nicolaï

Verslag van de Ecofin Raad (begroting) van 25 november 2004


1. Presentatie Jaarverslag 2003 door Europese Rekenkamer

President Fabra Vallés lichtte de bevindingen van de Europese Rekenkamer (ERK) over het jaar 2003 toe. Over 2003 kon wederom geen goedkeurende verklaring (DAS) worden afgegeven. De ERK stelt wel voortgang bij de toezicht- en controlesystemen van de Commissie vast, maar dit is nog onvoldoende. Verder ging Fabra Vallés in op het belang van de modernisering van het boekhoudsysteem, dat in januari 2005 operationeel moet zijn en maakte hij bij het einde van de Prodi-Commissie de balans op van de interne hervormingen van de Commissie (Witboek uit 2000). De voorzitter besloot dit onderwerp door de inhoudelijke bespreking van het jaarverslag te verwijzen naar de Ecofin Raad van maart 2005 die het advies aan het EP - de décharge autoriteit - bij deze gelegenheid zal vaststellen.


2. Ontwerpbegroting van de Europese Gemeenschappen voor het Begrotingsjaar 2005

De Raad heeft op 25 november 2004 zijn tweede lezing van de ontwerpbegroting voor 2005 afgesloten. Hierbij kunnen de definitieve bedragen voor de verplichte uitgaven als vastgesteld worden beschouwd, aangezien de Raad hier het laatste woord heeft. De niet-verplichte uitgaven zijn ook door de Raad ingeschreven, maar hierover heeft het Europees Parlement het laatste woord. Tijdens de zgn. conciliatie hebben de Raad en een vertegenwoordiging van het Europees Parlement een politiek akkoord bereikt over de begroting 2005. Wel is het de verwachting dat het EP - in plenaire zitting - op onderdelen en binnen de overeengekomen maxima zal afwijken van de tweede lezing Raad voor de niet-verplichte uitgaven.

De Voorzitter van het Europees Parlement zal op 16 december tijdens de plenaire zitting de begroting voor 2005 vaststellen.


3. Compromis met het Europees Parlement

Hieronder volgen de belangrijkste elementen van de afspraken tussen Raad en EP-delegatie over de begroting voor 2005. Het betreft het eerste volledige begrotingsjaar voor de EU-25.


1. De stijging van de betalingskredieten is bepaald op 6,5% ten opzichte van 2004. De inzet van de Raad was 5,4%, die van het EP 11,5%. Tevens werd een gezamenlijke verklaring overeengekomen dat de Commissie een voorstel voor additionele betalingskredieten in kan dienen indien de uitputting hiertoe aanleiding geeft.


2. - Nota van wijziging nr. 1 op het Voorontwerp Begroting 2005 is aangenomen voor wat betreft de voorstellen voor Kroatië en de middelen voor Noord-Cyprus.

Voor de verlenging van het programma voor ondersteuning van het vredesproces in Noord-Ierland, PEACE II, wordt middels deze Nota EUR 50 mln. beschikbaar gesteld voor 2005 en EUR 16 mln. voor 2006.


- Nota van Wijziging nr. 2 betreffende de oprichting van twee uitvoerende agentschappen is aangenomen met daarbij een algemene verklaring over het beheer van de vrijvallende Commissieposten bij de oprichting van uitvoerende agentschappen.


- Nota van Wijziging nr. 3 met de actuele ramingen van de landbouwuitgaven is alleen overgenomen voor wat betreft de voorgestelde proefprojecten en de wijzigingen in de nomenclatuur.


3. Aanvullende begroting nr.9 voor het begrotingsjaar 2004 (Noord-Cyprus) is samengevoegd met Nota van Wijziging nr.1 (zie hierboven). In aanvullende begroting nr. 11 verhoogde de Commissie de gevraagde additionele betalingskredieten voor structuurfondsen tot een bedrag van 3,7 mld. Tegelijkertijd gaf zij aan meer middelen door o.a. herschikking te kunnen vinden waardoor het verzoek om additionele afdrachten van de lidstaten gereduceerd werd van EUR 1 mld. naar EUR 500 mln. Raad en EP bereikten overeenstemming over dit aangepaste voorstel.


4. In Categorie 2 (structuurbeleid) wordt het flexibiliteitsinstrument ingezet voor EUR 45 mln. ter financiering van de verlenging van PEACE II. Hiermee werd de door de Commissie voorgestelde aanpassing van de Financiële Perspectieven voorkomen. Het flexibiliteitsinstrument wordt tevens ingezet in Categorie 3, intern beleid (40 mln), voor de financiering van agentschappen en in Categorie 4, extern beleid (100 mln) als bijdrage aan de financiering van hulp aan Irak. De Raad heeft hier toegevingen gedaan aan het EP, dat inzet wenste voor respectievelijk EUR 53 en EUR 190 mln.


5. In Categorie 4 is eveneens afgesproken dat het budget voor het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB) het door de Raad gewenste niveau van EUR 62,6 mln. bedraagt, het EP had hierop 10 mln. willen korten.


6. In Categorie 5, administratieve uitgaven, werd overeenstemming bereikt over een verklaring waarin de Commissie wordt opgeroepen in 2005 met een aanvullende begroting te komen om de meevaller bij jaarlijkse aanpassing van salarissen en pensioenen te verwerken.


4. Besluitvorming Raad per begrotingscategorie (tweede lezing Raad)

De Raad heeft een pakket aangenomen zoals hierboven beschreven waarin ten opzichte van de eerste lezing van de Raad een aantal wensen van het EP, de Aanvullende Begroting no. 9 en 10 (was 11) op de begroting 2004 en de overeengekomen delen uit de Nota's van Wijziging 1, 2 en 3 op het Voorontwerp van de begroting 2005 zijn verwerkt. Een overzichtstabel is bijgevoegd.

De door de Raad vastgestelde tweede lezing komt op EUR 116,2 mld. aan vastleggingskredieten en EUR 105,3 mld. aan betalingskredieten (1% EU-BNP).

Het Europees Parlement zal conform de afspraken de betalingskredieten bij de niet-verplichte uitgaven kunnen ophogen tot het totale stijgingsniveau van 6,5%. Het EP zal de door de Raad gelaten marges in Categorie 3, 4 en 5 (vastleggingskredieten) waarschijnlijk gebruiken om alsnog een aantal eigen wensen op te nemen.

Categorie 1: landbouwuitgaven

De wijzigingsvoorstellen van het EP zijn niet overgenomen. Wel zijn de in de Nota van Wijziging nr. 3/2005 vervatte middelen voor proefprojecten kwaliteitsverbetering en verzekering dierziekten meegenomen in de tweede lezing van de Raad.

De marge in Categorie 1a, na de tweede lezing, is bijna EUR 1,8 mld. In categorie 1b is het totaal aan vastleggingen en betalingen ongewijzigd gebleven ten opzichte van de eerste lezing van de Raad. De marge is als gebruikelijk hierdoor op nul gebleven.

Categorie 2: structuur- en cohesie-uitgaven

De amendementen van het EP waarbij de betalingskredieten met in totaal EUR 3,8 mld. waren opgehoogd, zijn niet overgenomen. Binnen het overeengekomen stijgingspercentage van 6,5% zal het EP een deel van de amendementen in tweede lezing waarschijnlijk handhaven.

De Raad bereikte ook overeenstemming over de financiering van de verlenging van het PEACE II programma ter bevordering van het vredesproces in Noord-Ierland. De door de Commissie voorgestelde oplossing om de sub-plafonds in Categorie 2 van de Financiële Perspectieven aan te passen teneinde overheveling van 60 mln euro van het Cohesiefonds naar de Structuurfondsen mogelijk te maken, werd unaniem van de hand gewezen. Een aanpassing van de Financiële Perspectieven is in de huidige periode (2000-2006) slechts één keer geschied; in 2003 om de uitbreiding met 10 nieuwe lidstaten in 2004 mogelijk te maken. Aanpassing van de Financiële Perspectieven ter financiering van de verlenging van het PEACE II programma zou dan ook een disproportioneel zwaar instrument geweest zijn.

In de door het Voorzitterschap voorbereide oplossing is aanpassing van de Financiële Perspectieven niet aan de orde. Het voorstel biedt financiering voor 2 jaar voor in totaal 108 mln Euro. De Commissie vindt door herschikking 21 mln (2005: 5 mln, 2006: 16 mln), het VK draagt 42 mln bij (2005: 10 mln en 2006: 32 mln) en in 2005 wordt voor 45 mln het flexibiliteitsinstrument ingezet. Raad en EP bereikten overeenstemming over dit voorstel inclusief de inzet van het flexibiliteitsinstrument.

Categorie 3: intern beleid

Resultaat van de tweede lezing van de Raad is dat bij de vastleggingskredieten er sprake is van een marge van EUR 90,9 mln. Bij de betalingskredieten heeft de Raad een verlaging van EUR 175 mln ten opzichte van de eerste lezing van het EP doorgevoerd.

In deze categorie werd het amendement van het EP voor de oliebestrijdingsschepen (Europees Maritiem Agentschap, EMSA) overgenomen en het betreffende bedrag (17,8 mln) als reserve ingeschreven.

Voor de overige begrotingsonderdelen werd de door de Raad in eerste lezing opgestelde ontwerpbegroting gehandhaafd.

De Raad en het EP kwamen tijdens de conciliatie overeen dat ter financiering van de agentschappen het flexibiliteitsinstrument in kan worden gezet (EUR 40 mln). Het EP had in eerste lezing een korting van EUR 40 mln. op de agentschappen doorgevoerd. Het Europees Parlement is van mening dat door het toenemend beslag van de financiering van agentschappen, er onder het bestaande plafond te weinig ruimte is om alle prioriteiten van de Unie te financieren. Uiteindelijk kwamen Raad en EP overeen dat voldoende middelen nodig zijn voor een verantwoorde ontwikkeling van de agentschappen.

Zowel bij de vastleggingskredieten als bij de betalingskredieten kan het EP tijdens de tweede lezing een aantal amendementen die door de Raad zijn afgewezen weer in de begroting opnemen. De grenzen hierbij zijn de beschikbare marge (onder het subplafond voor deze categorie van de Financiële Perspectieven) plus de overeengekomen inzet van het flexibiliteitsinstrument voor EUR 40 mln. bij de vastleggingen en de overkoepelende afspraak tussen Raad en EP inzake een maximale stijging van 6,5% bij het totaal aan betalingskredieten.

Categorie 4: extern beleid

De Raad heeft zijn Ontwerpbegroting gehandhaafd. Wel heeft de Raad de in Nota van Wijziging nr. 1/2005 voorgestelde verhuizing van Kroatië naar Categorie 7 (pre-accessie) overgenomen, hetgeen een additionele ruimt van EUR 65 mln. bij het externe beleid creëert. De Raad heeft ook Nota van Wijziging nr. 3/2005 betreffende de internationale visserijovereenkomsten aanvaard. In conciliatie met het EP werd overeengekomen het flexibiliteitsinstrument in te zetten en wel voor een bedrag van EUR 100 mln. als bijdrage in de financiering voor Irak (190 mln.). Hiermee is ook de financiering van de hulp aan Irak gewaarborgd.

Het resultaat van de tweede lezing van de Raad is dat er bij de vastleggingen in Categorie 4 nog een marge is gelaten van 79,4 mln. Bij de betalingskredieten is er EUR 346 mln. minder ingeschreven dan in de eerste lezing van het EP. Zowel bij de vastleggingskredieten als bij de betalingskredieten kan het EP tijdens de tweede lezing een aantal amendementen die door de Raad zijn afgewezen weer in de begroting opnemen. De grenzen hierbij zijn de beschikbare marge (onder het plafond voor deze categorie van de Financiële Perspectieven) plus de inzet van het flexibiliteitsinstrument voor EUR 100 mln. bij de vastleggingen en de overkoepelende afspraak tussen Raad en EP inzake een maximale stijging van 6,5% bij het totaal aan betalingskredieten.

Categorie 5: administratieve uitgaven

Ook bij de administratieve uitgaven handhaaft de Raad zijn eerste lezing en daarmee de Ontwerpbegroting. De Raad verwerpt derhalve de amendementen van het Europees Parlement. Uitzondering daarop zijn de amendementen die betrekking hebben op de begroting van het Europees Parlement zelf. Deze zijn vanwege het 'gentlemen's agreement' tussen Raad en EP, waarin beide instellingen afspraken niet elkaars begrotingen te amenderen, wel overgenomen. De Raad stemde tevens in met de Nota van Wijziging nr. 2/2005 aangaande de oprichting van uitvoerende agentschappen. Hierbij werd een verklaring gevoegd over inzicht in het beheer van de door de oprichting van agentschappen vrijvallende Commissieposten.

Tot slot blijkt er voor 2005 een meevaller bij de salarissen en pensioenen. Tijdens de conciliatie met het EP werd een gezamenlijke verklaring overeengekomen waarbij de Commissie wordt opgeroepen begin 2005 een Aanvullende Begroting in te dienen om de meevaller bij de jaarlijkse salaris- en pensioenaanpassing te verwerken door de administratieve uitgaven voor de instellingen neerwaarts bij te stellen.

Resultaat van de tweede lezing van de Raad in Categorie 5 is dat er een marge is van 59,6 mln., ruim 56,4 mln. meer dan resteerde na de eerste lezing van het EP.

Categorie 6: reserves

Raad en EP hebben geen wijzigingen aangebracht ten opzichte van het Voorontwerp van de Begroting van de Commissie.

Categorie 7: pre-accessiesteun

De amendementen van het EP waarmee het totaal aan beschikbare betalingskredieten werd verhoogd met 596,6 miljoen zijn niet overgenomen. De Raad heeft zich hierbij gebaseerd op een zo realistisch mogelijke inschatting van het absorptievermogen van de kandidaat-lidstaten. Indien gedurende het jaar mocht blijken dat de daadwerkelijke uitvoering additionele betalingskredieten nodig maakt, dan kan de Commissie daartoe de nodige maatregelen nemen.

Nota van Wijziging nr. 1/2005 voor wat betreft de middelen voor Kroatië (EUR 115 mln) in deze Categorie werd aanvaard. Dit geldt ook voor de middelen voor Noord-Cyprus waaraan de voorgestelde middelen voor 2004 (Aanvullende begroting 9/2004) werden toegevoegd. Het totaalbedrag EUR 120 mln. voor 2005 zal in afwachting van goedkeuring van de hulpverordening in reserve worden gezet.

Besluit

De uitkomsten van deze begrotingsraad zijn voor Nederland zeker bevredigend te noemen. Tegemoetkomingen aan het EP bij de inzet van het flexibiliteitsinstrument worden ruimschoots gecompenseerd door de handhaving van de overeengekomen plafonds van de Financiële Perspectieven, een beheerste ontwikkeling van de betalingskredieten (uitgaven) en voldoende middelen voor het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB). De Raad heeft het met het EP bereikte compromis unaniem onderschreven.