Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Justitie

Persbericht ministerraad
10 december 2004

MEER MOGELIJKHEDEN VOOR POLITIE BIJ VERWERKING PERSOONSGEGEVENS

De politie krijgt meer armslag voor de verwerking van persoonsgegevens. De huidige regels worden verruimd en meer op de praktijk toegesneden. Er komt meer duidelijkheid en een aantal regels wordt geschrapt om de administratieve lasten voor de politie te verminderen. De maatregelen moeten ertoe leiden dat de uitvoering van de politietaak verbetert. De ministerraad heeft op voorstel van minister Donner van Justitie ingestemd met een daartoe strekkende herziening van de Wet politieregisters.

De politie verwerkt van veel burgers gegevens, bijvoorbeeld van degenen die betrokken zijn bij openbare ordeverstoringen, overlast melden, verdacht zijn, aangifte doen of om hulp vragen. De politie moet al deze persoonsgegevens verwerken omdat ze onmisbaar zijn voor het politiewerk dat voor een belangrijk deel drijft op een goede informatiepositie. De huidige regels zijn daarvoor te beperkend. De knelpunten hebben vooral te maken met het gebruik van gegevens binnen de politie en met de mogelijkheden om gegevens aan derden te verstrekken. De voorstellen van het kabinet bieden hiervoor een oplossing.

Gegevens die worden verwerkt voor de uitvoering van de dagelijkse politietaak zijn voortaan een jaar lang binnen de politie vrij beschikbaar om ze, waar mogelijk, met elkaar in verband te kunnen brengen. Dit geldt ook voor gegevens over personen die (nog) niet worden verdacht van een strafbaar feit. Daar staat nu een termijn van vier maanden voor. Verder is het van belang dat de politie gegevens over personen uit de ene zaak zo nodig ook voor een andere zaak kan gebruiken. Nu is dat slechts beperkt mogelijk. Het voorstel verruimt de zoekmogelijkheden in beschikbare politiegegevens door een deel van deze gegevens binnen de politie vrij beschikbaar te stellen, zodat alle politiemensen ze kunnen raadplegen. De andere gegevens zijn onder voorwaarden toegankelijk voor het zoeken naar overeenkomsten in bijvoorbeeld de werkwijze van criminelen of het type delict. Ook wordt het door een vergelijking van gegevens zichtbaar als er meerdere onderzoeken tegen eenzelfde persoon lopen. Dat voorkomt dat korpsen langs elkaar heen werken.

In de praktijk blijkt dat soms langdurige verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is om een solide informatiepositie op te bouwen en zicht te krijgen op mogelijke ernstige bedreigingen voor de samenleving, bijvoorbeeld zware criminaliteit, terrorisme of mensenhandel. Door hierover gegevens te verzamelen krijgt de politie meer zicht op mogelijke betrokkenheid van personen bij dergelijke misdrijven. Het wetsvoorstel verschaft de basis voor gerichte verwerking van persoonsgegevens aan de hand van onderwerpen die in een algemene maatregel van bestuur worden vastgelegd. Ook dit is een verruiming ten opzichte van de huidige wet.

De mogelijkheden voor de verstrekking van persoonsgegevens door de politie aan derden worden eveneens verruimd. Het gaat dan bijvoorbeeld om instanties die betrokken zijn bij de lokale aanpak van jeugdcriminaliteit of van huiselijk geweld, om woningbouwverenigingen en om winkeliers als dit bijvoorbeeld in het kader van een samenwerkingsverband bij de aanpak van criminaliteit nodig is. De nieuwe regeling maakt verstrekking mogelijk als sprake is van een zwaarwegend algemeen belang. Als waarborgen tegen een te ruime gegevensverwerking schrijft het wetsvoorstel onder meer een systeem van autorisaties voor en wordt voorzien in verschillende vormen van toezicht.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

RVD, 10.12.2004