INLIA


Uitgeprocedeerde 'nieuwe wetters' hoeven ook niet op straat! 10/12/2004

Ook uitgeprocedeerde asielzoekers die onder de nieuwe Vreemdelingenwet vallen hoeven niet meer op straat!

Op 11 november 2004 is door de VNG en de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie een brief gestuurd over de afspraken die zijn gemaakt ten aanzien van (de voorbereiding op) de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers die vallen onder de Vreemdelingenwet 2000 en hun aanvraag hebben gedaan na 1 april 2001.

In deze brief staat heel expliciet dat de partijen overeen zijn gekomen dat alle uitgeprocedeerde asielzoekers die vallen onder de Vw 2000, die thans nog in de asielopvang verblijven, maar waarvan de 28 dagen termijn is verlopen, kunnen worden overgebracht naar een tijdelijke onderdaklocatie In een eerder stadium werd gesteld dat opvang in een tijdelijke onderdaklocatie alleen beschikbaar zou zijn voor mensen die hadden aangetoond actief te werken aan terugkeer. Deze eis is nu van de baan. Het is dus niet meer relevant of de asielzoeker meewerkt aan terugkeer of niet. Opvang in de tijdelijke onderdaklocatie is altijd beschikbaar. De asielzoekers kunnen gedurende acht weken in de tijdelijke onderdaklocatie verblijven.

Het zou derhalve sinds 11 november 2004 niet meer mogelijk moeten zijn dat uitgeprocedeerde asielzoekers vanuit een AZC op straat gezet worden. Indien dit toch gebeurt, is het van belang om de betrokken partijen aan deze door de VNG en de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie gemaakte afspraken te herinneren.

Enkele kanttekeningen bij de gemaakte afspraken


* Ons hebben de afgelopen werken veel berichten bereikt dat de gemaakte afspraken in de praktijk niet worden uitgevoerd. Uitgeprocedeerde asielzoekers die vallen onder de nieuwe Vw, maar niet willen meewerken aan terugkeer blijken in de praktijk wel vanuit het AZC op straat te worden gezet, en worden niet overgeplaatst naar een tijdelijke onderdaklocatie omdat ze daar niet terecht kunnen. Dit is in strijd met de gemaakte afspraken. In dergelijke situaties kan de burgemeester als korpsbeheerder gebruik maken van zijn wettelijke bevoegdheid in het kader van de openbare orde om een ontruiming uit een AZC uit te stellen, zolang het Rijk geen vervolgopvang beschikbaar stelt, dan wel het vertrek van de asielzoeker uit Nederland effectueert.


* Uit de formulering dat voor alle uitgeprocedeerde asielzoekers aanvullende opvang beschikbaar is zou men kunnen afleiden dat mensen die niet uitgeprocedeerd zijn (omdat er bijvoorbeeld een herhaalde asielaanvraag of een reguliere aanvraag voor een verblijfsvergunning loopt) nog wel op straat gezet zullen worden. Voor deze (legaal in Nederland verblijvende) groepen asielzoekers lijkt dus nog steeds geen sluitende aanpak te zijn. Ook wanneer deze mensen op straat dreigen te worden gezet kan de burgemeester als korpsbeheerder gebruik maken van zijn bevoegdheid om de ontruiming uit het AZC uit te stellen zolang er geen vervolgopvang beschikbaar is.

* De kans is groot dat veel mensen na 8 weken in een tijdelijke onderdaklocatie nog steeds niet het land hebben kunnen of willen verlaten. In dat geval zullen zij waarschijnlijk alsnog op straat worden gezet, waardoor het probleem van asielzoekers op straat nog niet opgelost is met deze afspraken.

* Vanaf 1 januari 2005 treedt een nieuw opvangmodel in werking. Als onderdeel daarvan komen asielzoekers die een negatieve beschikking op het asielverzoek hebben ontvangen in een terugkeerlocatie. Naar verluid zullen de terugkeerlocaties geen aparte opvangcentra worden, maar zullen zij als een soort aparte afdeling gevestigd worden in de bestaande AZCs. Uit hetgeen tot nu toe bekend is over het nieuwe opvangmodel blijkt dat de zogeheten 28-dagen-termijn in stand blijft. Dit betekent dat asielzoekers vanaf januari 2005 waarschijnlijk gedurende de beroepstermijn van hun asielprocedure in een terugkeerlocatie zullen verblijven. Indien het beroep wordt afgewezen zullen zij vervolgens 28 dagen na de afwijzing van het beroep op straat gezet worden. Het lijkt er derhalve op dat we met het per 1 januari 2005 ingaande nieuwe opvangmodel weer terug bij af zullen zijn. Nadere afspraken over verlenging van het verblijf in de terugkeerlocatie na het verstrijken van de 28-dagen-termijn of overplaatsing naar een vertrekcentrum of tijdelijke onderdaklocatie zijn daarom zeer wenselijk.

[De brief van minister Verdonk en de VNG d.d. 11 nov 2004 is op deze site te vinden onder "Rapportages"]