Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Kamerstuk, 10-12-2004

Regionale Commissie Gezondheidszorg Nieuwe Waterweg Noord

Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DBO-CB-U-2536982

10 december 2004

In een brief aan u gericht (kenmerk CE4-227, 28 oktober 2004) vraagt de heer Klein Breteler van de Regionale Commissie Gezondheidszorg Nieuwe Waterweg Noord mede namens cliëntenorganisaties, zorginstellingen en zorgkantoor, aandacht voor het verbeteren van de informatie over cliënten vanuit indicatieorganen. Aanleiding voor zijn brief is de invoering van AWBZ brede Zorgregistratie en het daarmee verbonden gestandaardiseerde indicatiebericht. Ik wil u hierover als volgt berichten.

De zorgregistratie werkt met gestandaardiseerde berichten. Dit zorgt ervoor dat deze berichten door heel Nederland kunnen worden begrepen en verwerkt door de informatiesystemen van de partijen in de keten. Standaardisatie betekent altijd keuzes maken. Wat wordt wel en wat niet opgenomen in een bericht. Dit proces heeft plaatsgevonden in samenspraak met vertegenwoordigers van de brancheorganisaties. Het resultaat, de uiteindelijke berichten, zijn op directeurenniveau van de betrokken organisaties bekrachtigd.

Buiten de zorgvuldige procedure die gevolgd is, wil ik graag inhoudelijk ingaan op dit punt. In de brief wordt gesteld dat er geen informatie over de beperkingen en aandoening van de cliënt kan worden doorgegeven in het bericht. Dit is wel het geval. Niet alleen de aandoeningen en beperkingen worden aangegeven, ook de zwaarte daarvan is een rubriek in het standaardbericht. Daarnaast is ruim voorzien in velden waarin een toelichting kan worden opgenomen. Het is mij bekend dat deze mogelijkheden nog niet in het hele land optimaal worden benut. Afspraken tussen lokale ketenpartners zijn hier geboden.

De heer Klein Breteler stelt dat het belang van de privacy ondergeschikt is aan het doorgeven van de juiste informatie. Naar mijn mening moeten beide belangen tegen elkaar worden afgewogen. In dit geval is dit gebeurd door met het College Bescherming Persoonsgegevens de inhoud van de berichten te bespreken. Het huidige bericht is het resultaat van deze afweging.
Dat vroeger per fax en per post zonder meer persoonsgevoelige informatie werd uitgewisseld is niet maatgevend geweest voor de lijn die nu gekozen is.

In de brief wordt gepleit voor eenmalige vastlegging van gegevens over de cliënt.
Ook ik ben daar voorstander van voor zover het belang van de zorgtoewijzing daarmee is gediend. Er moeten voldoende gegevens worden uitgewisseld om de geïndiceerde cliënt bij de meest gerede zorginstelling van zijn keuze terecht te laten komen. Vanaf dat moment heeft de instelling ten opzichte van deze cliënt een eigen verantwoordelijkheid voor wat betreft de zorglevering. Daartoe zal de instelling bij de intake en in het zorgplan informatie bijeenbrengen over de cliënt gericht op zorgverlening. Deze gegevens dienen uitsluitend bij de zorginstelling te berusten.

Ter informatie stuur ik u nummer 9 van de Nieuwsbrief zorgregistratie AWBZ. Het artikel `Naar een gestandaardiseerd indicatiebericht' gaat dieper in op soortgelijke vragen als de heer Klein Breteler in zijn brief heeft gesteld.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

drs. Clémence Ross-van Dorp