De Vlinderstichting

Verdroging leefgebied: achteruitgang vlinders

13 december 2004

Onderzoek van De Vlinderstichting in Noord-Brabant heeft uitgewezen dat verdroging een belangrijke rol speelt bij de achteruitgang van twee bedreigde vlindersoorten: de kleine ijsvogelvlinder en het bont dikkopje.
De kleine ijsvogelvlinder heeft een voorkeur voor vochtige met bos begroeide natuurgebieden. De bosgebieden in Noord-Brabant blijken vaak te droog te zijn. Veel bossen zijn de afgelopen decennia droger geworden.
Eén natte zomer is niet voldoende om deze structurele verdroging tegen te gaan. Op basis van dit onderzoek lijkt lokale bestrijding van de verdroging op potentiële vliegplaatsen voor de kleine ijsvogelvlinder een zeer effectieve beheermaatregel voor deze soorten. Een andere mogelijkheid is aanleg van open bos op nattere gronden. Mogelijkheden voor uitbreiding werden onder andere gevonden bij De Geelders, langs de Dommel bij Eindhoven en langs de Strijper Aa.

Hoge grondwaterstanden zijn ook voor het bont dikkopje als regel zeer gewenst. Deze soort komt in Noord-Brabant tevens voor onder drogere grondwateromstandigheden, mits er vennen aanwezig zijn. Uit het onderzoek blijkt dat behoud of verbetering van het natte karakter van de bossen van groot belang is voor het bont dikkopje. Dit geldt bijvoorbeeld voor de boswachterij Ulvenhout en Chaam en het gebied de Scheeken (bij Boskant).

De Vlinderstichting heeft dit onderzoek uitgevoerd in opdracht van de provincie Noord-Brabant.