Aedes

Corporaties investeren 800 miljoen onrendabel in 2003

20 december 2004

Woningcorporaties hebben in 2003 in totaal 3,6 miljard euro geïnvesteerd in nieuwbouw en woningverbetering. Bijna 800 miljoen daarvan is 'onrendabel', dat wil zeggen investeringen waar geen huurinkomsten tegenover staan. Dat is 22 procent van de totale investeringen. Dit blijkt uit jaarcijfers van Aedes vereniging van woningcorporaties. Vijf jaar geleden was het percentage onrendabele investeringen ten opzichte van het totaal nog 11 procent. Corporaties investeren onrendabel vanuit hun maatschappelijke functie om betaalbare woningen te bieden aan mensen met een kwetsbare positie op de woningmarkt. De stijging van het aandeel onrendabele investeringen is het gevolg van stijgende grond- en bouwkosten.

Naast het investeren 'in stenen' spannen corporaties zich in toenemende mate in om veiligheid en welzijn in wijken en buurten te bevorderen. In 2003 gaven de gezamenlijke corporaties hieraan 134 miljoen euro uit (2001: 120 miljoen, 2002: 131 miljoen). Dit staat in de Bedrijfstakinformatie 2003, een jaarlijkse uitgave van Aedes vereniging van woningcorporaties.

Een groot deel van het vermogen van corporaties is nodig voor de investeringsopgave in de 56 prioriteitswijken. Daar moeten honderdvijftienduizend nieuwe woningen worden gebouwd. Het onrendabele deel van de investering is daarbij gemiddeld 25.000 euro per woning, volgens het Verslag financieel toezicht woningcorporaties 2002 van het

Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting (CFV). Cijfers uit het land, met name de Randstad, wijzen al op 35 à 40.000 euro 'onrendabele top' per woning. Zo is er voor de vernieuwingsopgave in de 56 wijken tussen de 3 en 4,5 miljard euro onrendabel nodig om de huren betaalbaar te houden.

Voor de periode van 2004 tot en met 2008 zullen corporaties in totaal 27 miljard investeren. Daarvan is 7 miljard onrendabel. Dit blijkt uit 'Cijfermatig perspectief woningcorporaties', verslagjaar 2003, een rapportage van het Waarborgfonds voor de Sociale Woningbouw (WSW).

Corporaties willen ook in de toekomst investeren in kwalitatief goede woningen voor hun huurders. Uitgaande van het huidige sloop- en vernieuwingstempo moeten daarvoor binnen vijfentwintig jaar ruim 400.000 woningen worden vervangen door nieuwbouw. Dat resulteert in een vermogensbeslag van tussen de 10 en 16 miljard euro. Gegeven de resterende levensduur van gemiddeld 25 jaar zal het aantal te slopen woningen op de lange termijn nog substantieel toenemen. De aanslag op het eigen vermogen van woningcorporaties zal dan overeenkomstig hoger zijn.

Dergelijke inspanningen vergen dus ook vermogensvorming, bijvoorbeeld uit de verkoop van huurwoningen en uit exploitatieresultaten. Het eigen vermogen van corporaties bedraagt op dit moment 14,2 miljard euro, zo blijkt uit de Bedrijfstakinformatie 2003. Het getuigt van gezonde bedrijfsvoering om voldoende reserves op te bouwen, noodzakelijk voor vervangingsinvesteringen om de voorraad sociale huurwoningen in Nederland op peil te houden.