Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
112 Vragen van mevrouw drs. M.C. Mos
(ingekomen 17 december 2005)

Utrecht worstelt al jaren met het realiseren van goede opvang voor dak- en thuislozen bij koud weer. Afgelopen weekend was het wederom prijs. Terwijl half Nederland onder wol lag vanwege een griep, was het niet koud genoeg om de koudweerregeling in werking te doen treden. GroenLinks vindt dat een slechte zaak. Buiten slapen in het koude jaargetijde is een crisissituatie, die voorkomen moet worden. Dan gaat het er niet om of het nu 0 of 1 graad is. Het gaat erom dat mensen niet buiten hoeven te slapen en geen longontsteking hoeven op te lopen.

GroenLinks pleit al jaren voor een goede winterregeling inhoudende dat een ieder die dak- of thuisloos is in de winter (van november tot en met maart) gegarandeerd onderdak, een bed en een warme maaltijd moet kunnen krijgen, tegen een geringe prijs of bijdrage in natura. Volgens GroenLinks moet dat mogelijk zijn en gaat het om de wil om dit te realiseren. Dat kan door meer overnachtingsmogelijkheden te creëren, door soepeler om te gaan met het verstrekken van garantstellingen, door oog te hebben voor de redenen van buiten slapen en hier in de opvang op in springen. Bijvoorbeeld door kleinschaliger nachtopvang - zo mogelijk in zelfbeheer - te realiseren.

Daarbij vernamen wij onlangs dat het de maatschappelijke opvang in Utrecht voor de wind gaat. Nu het college er steeds beter in slaagt een deel van de zorg voor dak- en thuislozen te laten financieren vanuit de AWBZ komt er geld vrij. Geld dat heel goed gebruikt zou kunnen worden voor een sluitende winteropvang voor dak- en thuislozen.

Dit leidt tot de volgende vragen:

1. Is het college met GroenLinks van mening dat in koude tijden de opvang zodanig moet zijn dat geen enkele dak- of thuisloze in de vrieskou hoeft te verblijven?
2. Is het college bereid om de koudweerregeling zodanig aan te passen dat er gedurende het koude jaargetijde (van november tot en met maart) voldoende 24-uursopvang beschikbaar is, met in elk geval een bed / matras / stretcher en een dagelijkse warme maaltijd?
3. Is het college bereid om met de doelgroep en haar belangenbehartigers te onderzoeken wat de redenen van buitenslapen zijn en in welke vorm(en) zij wel binnen zouden gaan slapen, te beginnen met de Tussenbusbezoekers?
4. Kan het college aangeven hoeveel geld er de afgelopen jaren is vrijgespeeld door medefinanciering van het zorgkantoor aan de opvangvoorzieningen voor dak - en thuislozen?
5. Is het niet redelijk om (een deel van) dit geld te gebruiken voor extra opvang in de winter?


---- --