Beantwoording kamervragen over de situatie in Haïti
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Westelijk Halfrond
Midden-Amerika en Caraïbisch Gebied
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
23 december 2004
Behandeld
Mw. Drs. L. de Hoog
Kenmerk
DWH/MC-490/04
Telefoon
070-3484621
Blad
1/1
Fax
070-3485472
Bijlage(n)
1
Ineke-de.hoog@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van het lid Van der Laan over de situatie in
Haïti.
Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister voor
Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door het lid Van der Laan over de situatie in
Haïti. Deze vragen werden ingezonden op 9 december 2004 met kenmerk
2040504540.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen
van het lid Van der Laan (D66) over de situatie in Haïti.
Vraag 1
Is het u bekend dat de huidige situatie in Haïti zeer zorgelijk is
gezien de onrustbarende onveiligheid, schrijnende armoede en sociale
problemen?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is Haïti op dit moment te classificeren als een `failed state', waar
terrorisme (narco-terrorisme en/of andere vormen van terrorisme) het
introduceren van een rechtsstaat welhaast onmogelijk maakt? Zo ja, wat
bent u van plan aan deze situatie te doen?
Antwoord
Haïti dreigt inderdaad de kant op te gaan van een 'failed state'. Dat
is een van de redenen waarom de EU en landen als de VS, Frankrijk en
Canada, organisaties als de OAS en de Wereldbank alsmede de
vredesmacht MINUSTAH zich intensief met het transitieproces in Haïti
bemoeien.
Vraag 3
Komt het door de EU in juli 2004 aan de Interim- regering van premier
Latortue toegezegde geld in deze cruciale periode voor Haïti niet voor
versnelde uitkering in aanmerking? Ligt de oorzaak voor het uitblijven
van de uitkering aan het nog niet vervuld zijn van bepaalde criteria
met betrekking tot de kwalificatie van non-gouvernementele
organisaties en andere doelstellingen? Zo ja, kan dit op zeer korte
termijn plaatsvinden?
Antwoord
Op de in juli 2004 in Washington gehouden donorconferentie werd het
benodigde bedrag van USD 900 miljoen (nodig voor de uitvoering van het
ICF, Interim Co-Operation Framework) met USD 1.08 miljard ruim
gehaald. De EU was met een bedrag van USD 325 de grootste donor.
Inzake de besteding heeft de Europese Commissie in het recente
verleden herhaalde malen zijn bezorgdheid uitgesproken over de
beperkte absorptiecapaciteit aan Haïtiaanse zijde. De oorzaak daarvan
ligt in het gebrekkig functioneren van de Haïtiaanse overheid.
Het bedrag van de door de EU toegezegde USD 325 mln. (EURO 270 mln.)
bestaat uit de restanten van het 6e, 7e en 8e Europees
Ontwikkelingsfonds (EOF), alsmede het 9e EOF.
Binnen de EU is afgesproken om het bedrag van EURO 102,4 mln. uit het
6e, 7e en 8ste EOF direct beschikbaar te stellen aan programma's die
ten goede komen aan de bevolking, de versterking van het
maatschappelijk middenveld en de private sector alsmede aan de
ondersteuning van goed bestuur, de rechtsstaat en democratisering.
Ook de EURO 95,6 mln. van de noodhulp-enveloppe van het 9de EOF (de
zogenaamde B-enveloppe) kan direct worden ingezet, op basis van de
werkelijke behoefte.
De voorwaarde voor de besteding van de EURO 72 mln. van de reguliere
hulp onder het 9e EOF (de A-enveloppe) is de ondertekening van het
Nationaal Indicatief Programma (NIP) met de nieuw te kiezen regering.
In dit verband is veel afhankelijk van de voortgang die de huidige
Interim-regering maakt met de organisatie van de verkiezingen. De
gemeenteraadsverkiezingen moeten in de zomer van 2005 plaatsvinden. De
parlements- en presidentsverkiezingen volgen later met als deadline
februari 2006.
Vraag 4
Hoe oordeelt u over de aanbevelingen van de International Crisis Group
over Haïti en bent u bereid deze aanbevelingen actief te ondersteunen
binnen de EU? (1).
Antwoord
In grote lijnen kan ik me vinden in de aanbevelingen van de
International Crisis Group over Haïti, zoals de oproep aan de
Interim-regering met behulp van MINUSTAH een einde te maken aan de
situatie van geweld en onveiligheid en een begin te maken met het
proces van nationale verzoening.
De toelating tot de verkiezingen van de politieke partij van voormalig
president Aristide, Fanmi Lavalas, zoals dat in het rapport van de ICG
wordt voorgesteld, zal een groot obstakel zijn voor de huidige
Interim-regering.
De onderwerpen die ICG noemt, worden met regelmaat binnen de EU
besproken.
Vraag 5
Wat is uw oordeel over het mandaat van de VN-troepen-macht MINUSTAH
(Stabilisatiemissie van de VN in Haïti)? Is het waar dat dit mandaat
de troepenmacht niet toestaat zelfstandig op te treden in geval van
onrust en plunderingen? Zo ja, wat betekent dit voor de effectiviteit
van deze troepenmacht?
Antwoord
Het mandaat van MINUSTAH voorziet nadrukkelijk in het creëren van een
veilige en stabiele omgeving in Haïti. Tevens voorziet het in de
ondersteuning van de Interim-regering bij alomvattende en blijvende
ontwapening, demobilisering en reïntegratie van alle gewapende
groeperingen, en bij het monitoren van de Nationale Politie en de
hervorming daarvan.
De uitdrukkelijke mandatering van MINUSTAH onder hoofdstuk VII van het
VN-Handvest staat robuust optreden ter zelfbescherming, maar ook ter
handhaving van de orde en veiligheid, niet in de weg.
1) A new chance for Haïti? Latin America/Carribean report nr 10, 18
november 2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken