De Nederlandse Bank


Reactie Verbond van Verzekeraars op artikel uit Kwartaalbericht DNB, september 2004

Datum 23/12/2004

Voorzitter mr P.F.M. Overmars van het Verbond van Verzekeraars heeft de volgende reactie geschreven op het artikel ´De gevolgen van het nieuwe stelsel van gezondheidszorg´ uit de september editie van het Kwartaalbericht van DNB. Het artikel uit het Kwartaalbericht wordt onder de reactie van de heer Overmars nogmaals als pdf-file aangeboden.

De Zorgverzekeringswet : Reden tot zorg
door: mr P.F.M. Overmars, voorzitter van het Verbond van Verzekeraars

In het DNB-Kwartaalbericht van september jl. is een artikel verschenen over de op handen zijnde structurele hervorming van het zorgstelsel. Als voorzitter van het Verbond van Verzekeraars wil ik graag reageren op dit artikel. Hierbij wil ik met name aandacht vragen voor de positieve bijdrage die collectieve contracten kunnen leveren in het zorgstelsel. In de Zorgverzekeringswet bestaat deze ruimte nog onvoldoende waarbij de mogelijkheid tot een aansluiting tussen zorg en sociale zekerheid niet van de grond zal komen. In mijn ogen is dit een gemiste kans. In de behandeling van de Zorgverzekeringswet in de Tweede Kamer is één voor verzekeraars belangrijk amendement aangenomen dat gelukkig wel enige ruimte biedt voor collectieve contracten. Een tweede punt is dat een grote mate van onzekerheid in de wetgeving, veroorzaakt door de vele mogelijkheden om per AMvB alsnog aanvullende regels te kunnen stellen, zorgt voor een rem op het van de grond komen van de marktwerking in de zorg.

Inleiding
De gezondheidszorg is voor alle Nederlanders een groot goed. Van belang hierbij is de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid, nu en in de toekomst. Daarom worden door de overheid tal van maatregelen voorgesteld. Een ervan is de herziening van het zorgverzekeringsstelsel door invoering van de Zorgverzekeringswet . Het doel van deze operatie is om de zorg efficiënter te laten werken en het zorgaanbod beter te laten aansluiten bij de wens van de patiënt. Als middel worden hiervoor marktprikkels geïntroduceerd in het zorgstelsel. In de Zorgverzekeringswet worden zorgaanbieders, zorgverzekeraars en zorgconsumenten geprikkeld tot efficiënter werken en het maken van keuzes. Een belangrijke speler krijgt in de Zorgverzekeringswet nog te weinig aandacht: de werkgever. Dit is reden tot zorg, omdat juist via werkgevers een goede aansluiting tussen het gezondheidszorgstelsel en het stelsel van sociale zekerheid kan worden gerealiseerd. De werkgever wordt tot op heden voornamelijk gezien als medefinancier van de gezondheidszorg. Dit baart ook werkgevers zorgen.

Een tweede punt van zorg is dat de overheid geen heldere keuze weet te maken voor een echt marktgeoriënteerd zorgverzekeringsstelsel. Uiteraard zullen in het zorgverzekeringsstelsel altijd randvoorwaarden gesteld worden; daarover is geen discussie. De mate waarin het ministerie van VWS in randvoorwaarden denkt te moeten voorzien in de Zorgverzekeringswet is echter disproportioneel. Op tal van plaatsen is aanvullende regelgeving mogelijk door algemene maatregelen van bestuur of ministeriële regelingen. Als de overheid echt wil dat marktprikkels zorgen voor een efficiënter zorgstelsel dan dient de marktwerking en ondernemerschap in de zorg ook de ruimte te krijgen. Een stabiel stelsel is hierbij van groot belang voor de investeringsbereidheid van ondernemers in de zorg. Hierbij passen geen mogelijkheden om via de wet tot op detailniveau te kunnen ingrijpen. De Raad van State heeft dit in zijn advies over de Zorgverzekeringswet (zie noot 1) `bureaucratisch gesimuleerde marktwerking' genoemd.

Gemiste kans: betrokkenheid van de werkgever
Werkgevers kunnen een belangrijke rol vervullen in het nieuwe zorgverzekeringsstelsel net zoals ze dit nu al doen bij de particuliere zorgverzekering. Werkgevers sluiten collectieve contracten voor hun personeel. Over deze contracten wordt scherp onderhandeld tussen werkgever en zorgverzekeraar. Het gaat hierbij niet alleen om de prijs, maar ook over de omvang van het verzekerde pakket. Zo is er bijvoorbeeld extra aandacht voor arbeidsgerelateerde zorg of preventieve zorg. Investeringen in preventieve maatregelen om verzuim te reduceren, waaronder ook preventieve zorg, leiden zo tot een lagere verzekeringspremie voor een collectief contract. Daarnaast zullen deze investeringen ook een positief effect hebben op een eventuele verzuimverzekering. Zo wordt een relatie gerealiseerd tussen de zorgverzekering en verzuimmanagement en zo met het stelsel van sociale zekerheid. Dit is voor de werkgever van belang omdat deze juist op dit laatste terrein de laatste jaren een steeds grotere verantwoordelijkheid heeft gekregen.

Een rechtstreekse premierelatie tussen werkgever en verzekeraar is onontbeerlijk om collectieve contracten echt van de grond te krijgen. Alleen met een rechtstreekse premierelatie zal de werkgever immers bereid zijn om investeringen in de zorg te plegen. Alleen zo is het immers mogelijk dat investeringen in zorg ook direct resultaat opleveren, namelijk een lagere collectiviteitspremie. In de huidige markt is het ontbreken van de financiële prikkel de belemmering waardoor er in het Ziekenfonds nauwelijks collectieve contracten van de grond komen. In de Zorgverzekeringswet is, door een amendement van Kamerlid Schippers, een mogelijkheid gecreëerd om kortingen voor collectieve contracten te geven tot een maximum van 10% van de totale zorgpremie. Langs deze weg is het, hetzij beperk, mogelijk een financiële prikkel voor collectiviteiten te introduceren.

Overigens is het niet zo dat de collectiviteitkorting wordt betaald door een hogere premie voor individuele verzekerden die niet deelnemen aan een collectiviteit. Juist door de acceptatieplicht, het verbod op premiedifferentiatie naar risico en het risicovereveningssysteem heeft de verzekeraar er belang bij zijn individueel verzekerden niet te benadelen. Een collectief contract hoeft zich in het nieuwe stelsel overigens niet te beperken tot werkgeverscontracten.

Collectieve contracten niet alleen in het voordeel van de werkgever Naast de voordelen van de betrokkenheid van werkgevers biedt de mogelijkheid van het sluiten van collectieve contracten nog andere voordelen.

o Collectieve contracten zijn een extra stimulans voor de marktwerking omdat voor een groep verzekerden scherp kan worden onderhandeld met een verzekeraar.

o Collectieve contracten afgesloten via bijvoorbeeld een patiëntenvereniging zijn straks ook goed mogelijk. Omdat verzekeraars in het nieuwe stelsel geacht worden om zorg in te kopen voor verzekerden kan zo'n specifiek collectief contract ook voor de verzekeraar interessant zijn. De verzekeraar kan zich dan namelijk toeleggen op de inkoop van zorg specifiek naar de behoeften van deze groep. Patiënten profiteren hier dan weer van. Een goed risicovereveningssysteem zal corrigeren voor het hogere zorggebruik van deze groepen.

o Voor zorginkoop een zeker volume van groot belang is. Collectieve contracten bieden de verzekeraar om door middel van het aangaan van één contract een groep verzekerden in de portefeuille te krijgen. Het kan hierbij gaan om een groep verzekerden in een bepaalde regio. Ook voor verzekeraars die niet sterk vertegenwoordigd zijn in een bepaalde regio biedt dit dan mogelijkheden om in die regio actief te worden. Collectieve contracten leiden zo tot meer concurrentie, met name in regio's waar één zorgverzekeraar een groot marktaandeel heeft.

o Met een collectief contract kan de werkgever zich profileren door betrokkenheid bij de ziekte(kosten) van zijn personeel via een onderhandelingsresultaat en een `pakket op maat'. Voor werknemers is een collectief ziektekostencontract op dit moment een zeer gewaardeerde secundaire arbeidsvoorwaarde.

o Uit onderzoeken van het SEO (zie noot 2) en Nyfer (zie noot 3) blijkt dat jaarlijks 1 tot 2,5 miljard euro bespaard kan worden in de gezondheidszorg mits er een zekere mate van vrijheid aan collectieve contracten wordt gegund. Dit voordeel komt voornamelijk voort uit efficiencyvoordelen, het bieden van maatwerkverzekeringen waarin extra aandacht is voor specifieke arbeidsgerelateerde zorg en de extra concurrentieprikkel die uitgaat van collectiviteiten. Zorg gestuurd via collectieve contracten zal ook helpen de kosten in de sociale zekerheid meer aan banden te leggen. Kortom is er dus sprake van een niet onaanzienlijk maatschappelijk voordeel.

Privaat verzekeringsstelsel met de overheid op gepaste afstand De Zorgverzekeringswet is op een aantal essentiële punten nog onvoldoende ingevuld. De Zorgverzekeringswet biedt nog allerlei mogelijkheden om door middel van een algemene maatregel van bestuur (AMvB) in te grijpen in de markt. Zo kunnen bijvoorbeeld aan verzekeraars nadere eisen worden gesteld ten aanzien van de pakketomvang en de invulling van de vestrekkingen. Dit kan bijvoorbeeld door per AMvB het leveren van bepaalde zorgvormen in natura verplicht te stellen. Hoewel het ministerie van VWS heeft aangegeven terughoudend met het gebruik van AMvBs te zullen omgaan biedt dit toch onzekerheden voor ondernemers. Dit heeft gevolgen voor de marktwerking omdat ondernemers immers minder snel zullen investeren in een markt waarin de spelregels telkens weer op redelijk eenvoudige wijze door de overheid kunnen worden aangepast. Bij een keuze voor een privaatrechtelijk verzekeringsstelsel hoort in mijn ogen een overheid die de randvoorwaarden stelt maar verder op gepaste afstand blijft om de markt daadwerkelijk de ruimte te geven. In de Zorgverzekeringswet kiest de overheid toch nog voor een grote mate van detailregelgeving

Risicovereveningssysteem nog zeer onduidelijk
Een belangrijk discussiepunt rond de invulling van de zorgverzekeringswet is de wijze waarop de risicoverevening wordt vormgegeven. Dit heeft namelijk directe invloed op de inkomsten van verzekeraars, namelijk de nominale premie en de bijdrage uit de vereveningskas. Op dit moment is hierover nog weinig bekend, behalve dat zo veel mogelijk zal worden aangesloten bij het huidige vereveningsmodel in het ziekenfonds.

Voor verzekeraars is een ex-ante vereveningssysteem (een bijdrage vooraf gebaseerd op het risicoprofiel van de verzekerde) het meest voor de hand liggend. Met de vereveningsbijdrage en de nominale premie moet de verzekeraar zijn zorginkoop voor de verzekerde regelen. Bij een gedeeltelijke nacalculatie zal de verzekeraar een veel geringere prikkel tot efficiënt inkopen ervaren. Daarbij komt dat ex-post correcties administratief erg bewerkelijk zijn. In een amendement op de wet is opgenomen dat deze nacalculaties op termijn zullen worden afgebouwd.

Daarnaast geldt dat niet alle risico's tot in perfectie te worden verevend, verzekeraars zijn immers gewend om risico's te spreiden over grote groepen verzekerden. Kortom: het vereveningsmodel moet zodanig verfijnd zijn dat verzekeraars adequaat gecompenseerd worden voor voorzienbare verschillen in zorgconsumptie van verzekeringnemers, evenwel zonder dat de prikkel voor verzekeraars verdwijnt om een efficiënt zorginkoopbeleid te voeren.

Tenslotte
Om een betaalbaar, toegankelijk en kwalitatief goed gezondheidszorgsysteem in de toekomst te garanderen onderschrijf ik de keuze van het kabinet om een zorgstelsel in te voeren met meer marktprikkels. Om de gewenste voordelen van marktwerking, namelijk het feit dat alle partijen in de zorg optimaal geprikkeld worden tot efficiency, optimaal te benutten is ondernemingsruimte essentieel. Ondernemerschap vraagt om duidelijke kaders waarbinnen gewerkt kan worden. Onzekerheden over deze kaders zal een negatieve invloed op de bereidheid tot investeren hebben. Voorts is het een gemiste kans dat de voordelen van collectieve contracten in de Zorgverzekeringswet nog onvoldoende tot hun recht komen. Alleen als aan deze verbeterpunten gehoor wordt gegeven dan heb ik het volste vertrouwen in een toegankelijke, betaalbare en kwalitatief goede zorg in de toekomst.

Paul Overmars
De heer mr. P.F.M. Overmars was tot oktober 2004 CEO van Achmea. Daarnaast is de heer Overmars sinds juni 2003 voorzitter van het Verbond van Verzekeraars. Binnen Achmea is de ziektekostenverzekering jarenlang een van zijn belangrijkste aandachtspunten geweest.

Noten:
1) Advies Raad van State over de Zorgverzekeringswet, Tweede Kamer der Staten Generaal, vergaderjaar 2003-2004, 29763 (Zorgverzekeringswet), nr. 4.
2) SEO, Stichting voor Economisch onderzoek der Universiteit van Amsterdam, Zorgstelsels vergeleken, 2004.
3) Nyfer, Gezondheidszorg en Welvaart, 2004.