Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Azië en Oceanië

Afdeling Zuid-Azië

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 23 december 2004

Behandeld


- Caro Krijger


Kenmerk


- DAO/ZZ-1041/04

Telefoon


- +31703485763


Blad


- 1/6

Fax


- +31703485323


Bijlage(n)


- 1


- cjl.krijger@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen vanhet lidHerben (LPF) over Nederlandse ontwikkelingsgelden in India

Graag - bied iku hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid- Herben (LPF)over - Nederlandse ontwikkelingsgelden in India. Deze vragen werden ingezonden op - 14 december 2004met kenmerk 2040504820- .


-
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

Antwoord van mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Herben (LPF) over Nederlands ontwikkelingsgeld in India

Vraag 1
Bent u op de hoogte van de reportage over de verspilling van Nederlandse ontwikkelingsgelden in India?-

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Wat was het doel van het project in Kanpur? Deelt u de mening dat aan deze doelstelling is voldaan?Antwoord Het project richtte zich op vermindering van vervuiling van de Ganges door rioolwaterzuivering en verbeterde sanitatie. Ook werd aandacht besteed aan drinkwatervoorziening en het verbeteren van de institutionele capaciteit van de lokale overheid. De periode 1987 tot april 2004 bestrijkt twee fasen van het project. De doelstellingen zijn in de eerste fase grotendeels bereikt. Er zijn verschillende installaties gebouwd voor rioolwaterzuivering (incl. kleine proefinstallaties voor chroomuitzuivering) en er werden voorzieningen gerealiseerd voor drinkwater en sanitatie. De gemeentelijke administratie in Kanpur en Mirzapur werd eveneens versterkt. Hoewel de gebouwde installaties functioneren lijden ze onder gebrekkig onderhoud en stroomuitval. De tweede fase verliep aanmerkelijk minder voortvarend, waardoor de realisatie van de doelstellingen onder druk kwam. Weliswaar werden drinkwatervoorzieningen opgezet en werd begonnen met de bouw van pompstations voor rioolwater, maar de bouw van de grote rioolwaterzuiveringsinstallatie is tot op heden niet gestart. Bij dit type projecten is het gebruikelijk dat Nederland de gemaakte kosten achteraf vergoed. De bouw van de installaties zou dus door de Indiase overheid voorgefinancierd worden. Naast een bijdrage door de centrale regering zou ook de regering van de deelstaat Uttar Pradesh bijdragen. Daarnaast zou de deelstaatsregering de meerkosten vanwege uitstel en de kosten van onderhoud voor haar rekening nemen. De vertraging in de bouw is in grote mate het gevolg van de slechte financiële positie van de deelstaat. Andere factoren zoals problemen bij de aankoop van bouwgrond en discussies rond het technische ontwerp hebben de bouw eveneens vertraagd.

Hoewel als gevolg van de herziening van Nederlandse ontwikkelingshulp in 1999 de projecten in de deelstaat Uttar Pradesh uitgefaseerd zouden worden per 2002 werd, in overleg met India, besloten de einddatum van de tweede fase van dit project met twee jaar te verlengen tot eind 2004 om de doelstellingen alsnog te bereiken. In 2003 werd, in reactie op een Indiase overheidsbeslissing, besloten het gehele Nederlandse bilaterale OS-programma af te bouwen en dit project, samen met andere 'overheid-tot-overheid projecten', aan de Indiase overheid over te dragen. Dit werd op 1 april 2004 een feit.

Vraag 3
Hoeveel geld is door de Nederlandse regering sinds 1986 besteed aan waterzuiveringsprojecten in India? Deelt u de mening dat deze gelden effectief en efficiënt zijn besteed?

Antwoord
Sinds 1986 is door de Nederlandse regering zo'n EUR 55 miljoen voor waterzuiveringsprojecten beschikbaar gesteld. De totale uitgaven liggen lager (rond de EUR 30 miljoen) voornamelijk als gevolg van de vertraging in de tweede fase van het project in Kanpur. Tevens heeft de ontwikkeling van de gulden/euro - rupee wisselkoers voordelig voor Nederland uitgepakt. Terugblikkend op het project en verwijzend naar de antwoorden op vraag 2 ben ik van mening dat de gelden wel degelijk efficiënt zijn besteed aangezien de reeds afgebouwde installaties functioneren. Als gevolg van stroomuitval en slecht onderhoud is de effectiviteit niet optimaal, maar dit zijn externe factoren. Uit een in 2001 gehouden milieu effect rapportage is gebleken dat de met de middelen bereikte resultaten op dat moment aanzienlijk hadden bijgedragen tot vermindering van de vervuiling van de Ganges en hebben geleid tot verbetering van de leefomstandigheden van de plaatselijke bevolking.

Aan de bouw van de grote rioolwaterzuiveringsinstallatie, die nog niet is gerealiseerd, heeft Nederland nooit bijgedragen aangezien deze door de Indiase overheid zou worden voorgefinancierd.

Vraag 4
Is het gebruikelijk dat een hoofd van de afdeling Ontwikkelingssamenwerking van een Nederlandse ambassade een project van een dergelijke omvang niet bezoekt?

Antwoord-

Voor de monitoring van dit complexe project is gekozen voor uitbesteding aan experts in de vorm van technische assistentie (TA). Externe Monitoring Missies hebben de ambassade op adequate wijze op de hoogte gehouden van de voortgang. Bij externe monitoring is het gebruikelijk dat medewerkers van de ambassade het project ook zelf bezoeken. Het project in Kanpur is daartoe regelmatig door ambassademedewerkers bezocht.

Vraag 5
Deelt u de analyse van het hoofd van de afdeling Ontwikkelingssamenwerking van de Nederlandse ambassade te New Delhi dat de periodieke consultants-rapportages sinds een paar jaar niet zo veel meer over het waterzuiveringsproject vermelden, omdat het project niet goed loopt? Zo neen, hoe beoordeelt u deze rapportages? Is het waar dat deze consultants worden doorbetaald tot september 2006?

Antwoord
Ondanks de overdracht van het project aan de Indiase overheid per 1 april 2004 is op uitdrukkelijk verzoek van India besloten de TA tot september 2005 te laten doorlopen. Sinds de overdracht wordt echter nog uitsluitend aan de Indiase overheid gerapporteerd. De voordien door de ambassade ontvangen en beoordeelde rapportages gaven inzicht in de voortgang van het project. De laatste jaren was die voortgang beperkt. Op basis van de analyse in de rapportages, heeft Nederland er alles aan gedaan om de doelstellingen van het project te realiseren, onder ander door nieuw deadlines overeen te komen. Nederland was daarbij echter in grote mate afhankelijk van de medewerking van de deelstaatregering van Uttar Pradesh.


- Radio 1, De Ochtenden, woensdag 8 december jl.

===