Murat D veroordeeld volgens volwassenenstrafrecht (5 jaar en TBS)
Den Haag, 23 december 2004 - Het Gerechtshof âs-Gravenhage heeft
vandaag in hoger beroep aan de 17-jarige verdachte Murat D. 5 jaar
gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging
opgelegd. Het oordeel van het hof is overeenkomstig de eis van het
Openbaar Ministerie. Het hof achtte in deze zaak met deze verdachte
het jeugdstrafrecht niet toereikend en heeft het volwassenenstrafrecht
toegepast. Bij bepaling van de hoogte van de gevangenisstraf is onder
meer gelet op de jeugdige leeftijd van de verdachte, het feit dat hij
enigszins verminderd toerekeningsvatbaar is en het feit dat tevens TBS
met bevel tot verpleging is opgelegd.
Het hof acht bewezen dat de toen 16-jarige Murat D. op 13 januari 2004
in het Terra College de heer Van Wieren (docent/teamleider) heeft
vermoord door met een vuurwapen op korte afstand een kogel af te vuren
op het hoofd van de heer Van Wieren. Het hof is van oordeel dat het
hier gaat om een feit van uitzonderlijke ernst, dat zich in deze vorm
nog niet eerder in Nederland heeft voorgedaan. Het feit heeft de
rechtsorde in hoge mate geschokt.
Jeugd- of volwassenenstrafrecht
De vraag die in deze zaak uitgebreid is behandeld, is of op de
verdachte het jeugd- of het volwassenenstrafrecht dient te worden
toegepast. Bij toepassing van het jeugdstrafrecht zou het gaan om een
combinatie van jeugddetentie en een plaatsing in een inrichting voor
jeugdigen (PIJ-maatregel). Bij toepassing van het
volwassenenstrafrecht om gevangenisstraf en TBS. Gedragsdeskundigen
hebben geadviseerd het jeugdstrafrecht toe te passen.
Het hof acht in deze zaak met deze verdachte het jeugdstrafrecht
echter niet toereikend en heeft het volwassenenstrafrecht toegepast.
Gronden daartoe vindt het hof in:
* de ernst van het bewezen verklaarde feit -het vermoorden van een
docent van een school-;
* de omstandigheden waaronder dit feit is gepleegd -midden op de dag
in een door leerlingen en leraren bezochte kantine van die school,
in een tijd waarin docenten in hun werk steeds vaker worden
geconfronteerd met agressie-;
* de persoonlijkheid van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit
de omtrent de persoon van de verdachte uitgebrachte rapporten.
Het hof heeft daarbij laten meewegen dat onvoldoende aannemelijk is
geworden dat de maximale behandelingsduur van zes jaren in het kader
van een PIJ-maatregel toereikend zal zijn, hetgeen het hof een
onaanvaardbaar risico acht.
Advies hof
Het hof adviseert in zijn uitspraak dringend de maatregel van
terbeschikkingstelling ten uitvoer te leggen in Hoeve Boschoord, te
Vledder (Drenthe), dan wel in een andere inrichting met capaciteiten
om jongeren in ontwikkeling te behandelen. Deze inrichting heeft
expertise voor de behandeling van (zwakbegaafde) jongeren als de
verdachte en in deze inrichting verblijven ook meerdere jongeren.
Het hof komt tot dit advies nu de voorkeur van de gedragsdeskundigen
voor de PIJ-maatregel vooral werd ingegeven door twee factoren:
* in een inrichting voor jeugdigen bevindt de verdachte zich, anders
dan in een TBS-instelling, niet tussen volwassen delinquenten,
zodat in een inrichting voor jeugdigen de kans op verharding bij
de verdachte minder groot is;
* de behandelaars in een inrichting voor jeugdigen zijn meer dan hun
collegaâs in een TBS-instelling gespecialiseerd in het behandelen
van jeugdigen.
Het hof is van oordeel dat aan beide aspecten in voldoende mate
tegemoet wordt gekomen, door te adviseren de TBS ten uitvoer te leggen
in Hoeve Boschoord dan wel een daarmee vergelijkbare instelling.
Het zou overigens de voorkeur van het hof hebben indien ook de
terbeschikkingstelling -althans het eerste deel daarvan- in een
daarvoor geëigende jeugdinrichting ten uitvoer zou kunnen worden
gelegd. Dit lijkt met de bestaande regelgeving echter niet mogelijk.
Het hof adviseert voorts om de terbeschikkingstelling een aanvang te
doen nemen, nadat een derde deel van de gevangenisstraf is uitgezeten.
Door de Rechtbank âs-Gravenhage was Murat D. ook tot 5 jaar
gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging
veroordeeld.
LJ Nummer
AR8112
Gerechtelijke organisatie