Ingezonden persbericht

Orthopedisch chirurg door tuchtcollege gewaarschuwd

Uitspraak Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam

AMSTELVEEN, 20050103 -- Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam heeft op 28 december 2004 een waarschuwing aan de orthopedisch chirurg B. opgelegd (zaaknummer 03/180).


Van de drie klagers zijn ter zitting op 2 november 2004 twee klagers verschenen. Klagers verwijten de arts nalatig te zijn geweest door pas na vier en een half uur naar het ziekenhuis te zijn gekomen ondanks het feit dat de dienstdoende arts-assistent die een spoedoperatie nodig achtte hem herhaaldelijk had verzocht zelf naar de patiënte, een dame in de 90, te gaan kijken. Tevens klaagde de familie erover door de arts onheus te zijn bejegend en met verbaal geweld te woord te zijn gestaan. Verweerder betwist dat een spoedoperatie nodig zou zijn geweest. Hij geeft aan dat de communicatie met de arts-assistent niet optimaal verliep en heeft binnen het ziekenhuis stappen ondernomen zodat de opvang van fractuurpatiënten in de toekomst gestroomlijnder kan worden georganiseerd en assistenten intensiever zullen worden begeleid. Over de bejegeningklacht merkte hij op dat het te loven is als men beledigende opmerkingen van patiënten naast zich neer kan leggen. Hij zelf echter zou ook de volgende keer weer op dezelfde wijze reageren. De familie zou hem gedreigd hebben zoveel mogelijk klachten tegen hem in te dienen waardoor hij geïrriteerd raakte. Het oordeel van het tuchtcollege houdt in dat de orthopedisch chirurg als achterwacht verantwoordelijk was en de problemen voorkomen hadden kunnen worden indien hij zelf meteen naar het ziekenhuis was gekomen. De arts-assistent was volgens de Wet BIG zelfs niet bevoegd de door de arts opgedragen handelingen bij de patiënte te verrichten. Doordat de arts onjuist heeft gehandeld werd aan de patiënte optimale behandeling onthouden. Het college acht ook het tweede klachtonderdeel gegrond aangezien van een hulpverlener verwacht mag worden dat hij indien hij zich onheus bejegend voelt door een patiënt of diens naasten, in staat is om deëscalerend op te treden c.q. te volstaan met een zakelijke terechtwijzing. De in het geheel door het tuchtcollege gegrond verklaarde klacht waarvoor aan de orthopedisch chirurg een waarschuwing werd opgelegd, werd door het college aan het tijdschrift Medisch Contact voor publicatie aangeboden en zal in de Nederlandse Staatscourant worden bekendgemaakt. De patiënte overleed in augustus 2003, enkele dagen na de doorgevoerde operatie. Het college bestond uit de leden-artsen Lyppens, Vogelenzang en van Vliet en uit de leden-juristen de Vries (voorzitter), Bartels en de secretaris Coert.



Ingezonden persbericht