persbericht / nr. 1796
5-januari-2005
Duurzame landbouw in beeld
Welke voortgang boekt de landbouw op weg naar duurzaamheid? In
opdracht van het Ministerie van LNV bracht het LEI (onderdeel van
Wageningen UR) voor het eerst een overzicht uit van de stand van zaken
in verschillende sectoren voor wat betreft economische, ecologische en
sociaal-culturele duurzaamheid (vaak aangeduid als de drie P's:
profit, planet en people). Naast het agrocomplex als geheel wordt
daarbij in het bijzonder aandacht besteed aan de glastuinbouw, de
melkveehouderij en de varkenshouderij. Het rapport Duurzame landbouw
in beeld geeft geen samenvattende 'rapportcijfers' maar bevat veel
gegevens over elk van de genoemde duurzaamheidsaspecten.
Het agrocomplex als geheel
De nog steeds toenemende toegevoegde waarde van het totale agrocomplex
(25% groei tussen 1995 en 2002) is steeds meer gebaseerd op de
industriële verwerking van buitenlandse grondstoffen. Daardoor bleef
de werkgelegenheid vrijwel op peil. De voedings- en
genotmiddelenindustrie is er in geslaagd haar milieubelasting terug te
dringen. Hetzelfde geldt voor de primaire land- en tuinbouwbedrijven,
die de laatste tien jaar bij toenemende productie minder ammoniak en
broeikasgassen zijn gaan uitstoten, het mineralenoverschot hebben
weten te verlagen en minder gewasbeschermingsmiddelen gebruiken.
Glastuinbouw
De glastuinbouw heeft de afgelopen twintig jaar het energiegebruik per
eenheid product weten te halveren. Toch blijft de
energie-efficiencyindex nog achter bij de doelstelling, onder meer
door toenemende belichting en achterblijvend gebruik van duurzame
energiebronnen. De voedselveiligheid in de Nederlandse groente- en
fruitsector steekt uit boven die in andere landen, doordat steeds meer
bedrijven gaan voldoen aan strenge certificeringseisen die de markt
stelt. Het arbeidsvolume in de glastuinbouw blijft de laatste jaren op
peil. Er zijn veel niet-gezinsarbeidskrachten werkzaam, en het
ziekteverzuim ligt relatief laag. De aanpak van illegale arbeid begint
ef fecttesorteren.
Melkveehouderij
Door dalende opbrengstprijzen lopen de financiële resultaten in de
melkveehouderij de laatste jaren terug. Veel bedrijven investeren
daarom minder dan wenselijk zou zijn met het oog op continuïteit. Het
aantal bedrijven daalt en daarmee ook de werkgelegenheid. Eén op de
vijf bedrijven ontvangt een deel van zijn inkomen uit één of andere
vorm van verbreding, zoals agrarisch natuurbeheer. De ontwikkeling van
de biologische melkveehouderij stagneert. Het welzijn van de koeien
staat nauwelijks ter discussie, maar door schaalvergroting en
mestbeleid neemt het zomerstalvoederen toe ten koste van de weidegang.
De milieubelasting door melkveebedrijven vertoont een dalende lijn.
Varkenshouderij
De varkenshouderij heeft economisch gezien een paar slechte jaren
achter de rug. De investeringen bleven op veel bedrijven achter bij de
afschrijvingen en het aantal bedrijven liep terug. De Nederlandse
varkenshouderij verloor marktaandeel in de EU.
Op het gebied van milieu, dierwelzijn en gezondheid doen zich
geleidelijk verbeteringen voor, maar de druk vanuit de samenleving tot
verdergaande maatregelen blijft groot. Aandachtspunten zijn
bijvoorbeeld het nog bescheiden aandeel zeugen in groepshuisvesting en
de grote afstanden waarover geëxporteerde dieren worden vervoerd.
---
Duurzame landbouw in beeld. Het rapport bestellen 'rapportPR.05.01'.
LEI