Ministerie van Algemene Zaken

Kort woord van de minister-president bij de herdenking in Europa van de ramp in

Zuidoost- Azië, Den Haag, 5 januari 2005

De zeebeving in de Indische Oceaan veroorzaakte in tienduizenden families een persoonlijke ramp. De verschrikkelijke beelden staan op ons netvlies gebrand.

We staan vandaag stil bij het machteloze verdriet van alle nabestaanden. Bij hun tranen. Bij de verscheurende onzekerheid van al diegenen die hopen op een teken van leven en op de terugkeer van hun geliefden, al diegenen die hopen en bidden.

In bittere omstandigheden als deze beseffen we hoe kwetsbaar mensen zijn. Maar ook hoe nauw we met elkaar zijn verbonden.

We delen één aarde. Zij schenkt ons haar pracht en haar rijkdommen. Maar ze beschikt ook over verborgen krachten die vernietiging kunnen brengen. Wetenschappelijk misschien verklaarbaar, maar de vraag "waarom" hangt als een vertwijfelde schreeuw in de lucht.

Op Tweede Kerstdag voltrok zich een ongekende ramp. In korte tijd werden honderdduizenden mensen het slachtoffer van nietsontziend natuurgeweld.

Tienduizenden kinderen werden wees. Mannen en vrouwen verloren hun geliefden. Ouders hun kinderen. Mensen afkomstig uit de landen rond de Indische Oceaan. Mensen afkomstig uit Europa en uit andere delen van de wereld.

Dit leed laat niemand onberoerd. We zijn één in onze ontzetting. Eén in ons mééleven met de nabestaanden van de slachtoffers, waar ook ter wereld.

Mensen rouwen in Indonesië, Sri Lanka, India, Thailand en elders in de getroffen regio.

Maar ook in Scandinavië, Duitsland, Groot-Brittannië, Nederland en in vele andere landen zijn slachtoffers te betreuren. Deze ramp raakt ons allemaal.


---

We zijn verbonden in ons verdriet. Maar we zijn ook één in onze overtuiging dat we meer

kunnen doen dan meeleven. Dat we samen verantwoordelijkheid dragen voor het bieden van hulp aan de slachtoffers.

Het water kwam snel op en trok zich snel weer terug. Het zal veel en veel langer duren eer de menselijke nood enigszins is gelenigd. Onze aandacht mag niet verslappen.

Samen kunnen we eraan bijdragen dat de mensen in de getroffen gebieden een kans krijgen om temidden van de puinhopen een nieuw bestaan op te bouwen.

Wij Europeanen voelen ons verbonden met Azië. We laten de getroffen landen niet in de steek. Niet in onze gedachten en niet in onze daden. Nederland toont zijn solidariteit. De bevolking en de regering. Niet alleen nu, maar ook straks.

Zodadelijk zijn we in de landen van de Europese Unie drie minuten stil. Drie minuten om te denken aan die vele tienduizenden mensen die rouwen om hun geliefden.

Het leed is veel te groot om in zijn totaliteit te kunnen bevatten.

Maar wie zich het verdriet van één moeder kan voorstellen om haar verloren kind, beseft wel de onmetelijke diepte van dit leed.

Laten we samen stil zijn.


---