Verdachten van moord op John Wijngaarde vrijgesproken
Op 5 januari 2005 heeft de rechtbank Middelburg de beide verdachten
van de moord, althans doodslag op John Wijngaarde vrijgesproken.
Centraal in de bewijsvoering van de officier van justitie staan de
verklaringen van de verdachte Y.K. Wanneer zijn verklaringen worden
gecombineerd met onderzoeksresultaten van de politie en verklaringen
van anderen, dan zou op 12 maart 2003 Wijngaarde door de verdachte D.
v.d. M. zijn doodgeslagen. Die datum is echter niet te verenigen met
diverse andere bevindingen. De entomoloog (insekten-deskundige) heeft
geconcludeerd dat het tijdstip van overlijden van Wijngaarde niet veel
verder terug kan gaan dan half april 2003. Een getuige heeft
Wijngaarde in leven gezien op 16 april 2003. Zijn herinnering aan deze
datum wordt ondersteund door een bevinding van de politie.
De officier van justitie heeft betoogd dat de verdachte Y.K.
informatie over de doodslag heeft gegeven, die bij niemand anders dan
de politie en de daders bekend kon zijn. De officier van justitie
heeft in dat kader vier feiten genoemd. De rechtbank stelt echter vast
dat de verdachte Y.K. slechts één feit heeft genoemd, dat
uitsluitend bij de politie en de daders bekend kon zijn: te weten het
feit dat Wijngaarde is geslagen, terwijl hij in een liggende positie
was. Niet uit te sluiten is echter dat verdachte Y.K. dit feit geraden
heeft. Hij heeft onder de druk van de verhoren zijn verklaringen
voortdurend aangepast en dit feit is geen feit waar iemand die er maar
naar raadt, niet op zou kunnen komen.
Deze daderinformatie heft niet de tegenstrijdigheid op dat volgens
verdachte Y.K. het feit op 12 maart 2003 zou hebben plaats gevonden,
terwijl aan de hand van de technische gegevens vast staat dat de dood
van Wijngaarde niet veel eerder dan half april 2003 is ingetreden.
Daarom blijft er zoveel twijfel bestaan dat de beide verdachten moeten
worden vrijgesproken van strafbare betrokkenheid bij de dood van
Wijngaarde.
De verdachte D. vd M. is wel veroordeeld wegens enkele inbraken en een
zaaksbeschadiging. Zijn straf hiervoor is tien maanden
gevangenisstraf, iets langer dan het voorrarrest in deze zaak.
LJ Nummer
AR8714
Gerechtelijke organisatie