Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal Binnenhof4
Den Haag


- Directie Sub-Sahara Afrika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag


Datum


- 6 januari 2005

Behandeld


- Leontine Specker


Kenmerk


- DAF/1328/04

Telefoon


- 070-3485016


Blad


- 1/1

Fax


- 070-3486607


Bijlage(n)


- 1


- Leontine.specker@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van de leden Çörüz en Brinkel(beiden CDA) over de mensenrechten situatie in Zimbabwe

Graag - bied iku hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - de leden Çörüz en Brinkel (beiden CDA)- over de mensenrechtensituatie in Zimbabwe- . Deze vragen werden ingezonden op 17 december 2004 - met kenmerk - 20405200.


- De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot


Bijlage: Antwoorden op vragen van de leden Çörüz en Brinkel (beiden CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de mensenrechtensituatie in Zimbabwe.

Vraag 1
Bent u op de hoogte van de onlangs aangenomen wet in Zimbabwe die het mensenrechtenorganisaties onmogelijk maakt kritiek te uiten op de regering van president Mugabe? Ben u tevens op de hoogte van de door het parlement van Zimbabwe aangenomen wet die het kiesstelsel van Zimbabwe beoogt te hervormen?

Antwoord
Ja. Ik ben op de hoogte van de aanvaarding door het Zimbabwaanse Parlement van de non-gouvernementele organisatie (NGO) wet en de wet inzake de Zimbabwaanse kiescommissie. De wetten zullen in werking treden na ondertekening door president Mugabe en publicatie in de Government Gazette.

Vraag 2
Wat is uw reactie op deze ontwikkelingen in Zimbabwe?

Antwoord
De EU is van mening dat beide wetten niet stroken met de SADC Principles and Guidelines Governing Democratic Elections, met name de beginselen van de volledige deelname van burgers aan het politieke proces, vrijheid van vereniging en kiezerseducatie. Ook mag worden verwacht dat implementatie van de NGO wet nadelige economische gevolgen zal hebben, zowel qua werkgelegenheid als met betrekking tot het investeringsklimaat.

Daarbij komt dat de NGO wet, als deze in werking treedt, de mogelijkheid om humanitaire hulp te verstrekken aan de Zimbabwaanse bevolking kan belemmeren.

Nederland handhaaft zijn kritische houding met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting en democratische standaarden in Zimbabwe. De aanname van de NGO wet die o.a. financiering vanuit het buitenland van mensenrechtenorganisaties verbiedt en de mogelijkheid schept dergelijke organisaties te verbieden, maakt het vrijwel onmogelijk kritiek te uiten op de regering van president Mugabe en zal de democratische ontwikkelingen binnen Zimbabwe schaden. Dergelijke NGOs vormen een belangrijk onderdeel van een samenleving waarin iedereen recht heeft op politieke participatie.

Vraag 3
Geeft de Nederlandse regering rechtstreeks of indirect geld aan mensenrechtenorganisaties in Zimbabwe die met sluiting worden bedreigd? Zo ja, hoe bent u voornemens ten opzichte van de desbetreffende organisaties te handelen?

Antwoord
Nederland geeft via de Nederlandse ambassade in Harare steun aan enkele Zimbabwaanse NGOs in het kader van de mensenrechtenfaciliteit. Nu de NGO wet nog niet in werking is getreden, zijn de precieze gevolgen voor de door Nederland ondersteunde NGOs nog niet in volle omvang bekend. Mogelijkheden om de steun voort te zetten worden bestudeerd.

Vraag 4
Deelt u de mening dat de hervormingen van het kiesstelsel in Zimbabwe zullen bijdragen aan eerlijke en vrije parlementsverkiezingen in 2005? Waar baseert u uw standpunt op?

Antwoord
Nee. Ik ben met de Zimbabwaanse NGOs van mening dat de hervormingen kunnen worden aangemerkt als 'cosmetisch'. Het houden van verkiezingen op één dag in plaats van op twee dagen en het tellen van de stemmen in de stembureaus in plaats van elders zijn geen substantiële veranderingen van het verkiezingsproces. Er is geen sprake van het organiseren van vrije en democratische verkiezingen zolang de leden van de kiescommissie niet onpartijdig zijn en zolang de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vergadering en persvrijheid in grote mate worden beperkt.

Vraag 5
Heeft u, al dan niet in EU-verband en/of met Afrikaanse partners, geprobeerd invloed uit te oefenen op de besluitvorming over deze wetten in het Zimbabwaanse parlement? Zo ja, hoe heeft u dit gedaan?

Antwoord
Ja. In augustus en september 2004 zijn op verzoek van Nederland als voorzitter van de EU demarches uitgevoerd in alle SADC hoofdsteden naar aanleiding van de bespreking van de NGO wet in het Zimbabwaanse parlement. In deze demarches werden de Zimbabwaanse autoriteiten opgeroepen het NGO wetsvoorstel te herzien en NGO wetgeving aan te nemen die in overeenstemming is met het internationaal recht, de mensenrechtenverdragen en de in augustus 2004 unaniem door de SADC-landen aangenomen SADC Principles and Guidelines Governing Democratic Elections.

Voorts heeft de EU op 22 december 2004 in een EU-verklaring haar zorgen uitgesproken over de aanname van de NGO wet door het Zimbabwaanse parlement. In deze verklaring verzoekt de EU de Zimbabwaanse autoriteiten dringend om NGO wetgeving uit te vaardigen in overeenstemming met SADC Principles and Guidelines Governing Democratic Elections, internationale recht, mensenrechten verdragen en het welzijn van alle inwoners van Zimbabwe. Naar aanleiding van de aanname van de NGO wet is tevens besloten wederom demarches uit te voeren in alle SADC hoofdsteden.

Vraag 6
Deelt u, gezien de recente ontwikkelingen, nog steeds de mening dat het huidige sanctieregime van de EU dat gericht is op eerbiediging van de mensenrechten en een goed bestuur in Zimbabwe voldoende effect zal sorteren?

Antwoord
Hoewel de sancties tot op heden helaas niet het gewenste effect hebben gehad op de mensenrechten en goed bestuur situatie in Zimbabwe, vormen deze het enige instrument dat de EU ter beschikking staat. Van versoepeling van de gerichte sancties tegen het regime van Zimbabwe kan op dit moment geen sprake zijn. In februari 2005 zal de EU besluiten over herziening van het sanctieregime.

===