SGP


Misbruik vrijheid van meningsuiting tegengaan

Datum publicatie: 06-01-2005
Bron: Persbericht
Auteur: drs. J.W. van Berkum

Voor de SGP staat het grondrecht van de vrijheid van meningsuiting niet ter discussie. Het grondrecht moet blijven bestaan. Dat betekent niet dat met een beroep op dit grondrecht alles mag worden gezegd. De vrijheid van meningsuiting moet in de praktijk zo nodig worden beperkt om te voorkomen dat een goed beginsel v erderfelijkwordtgemaakt.Dat stelt het studiecentrum van de SGP in navolging van mr. G. Groen van Prinsterer in zijn commentaar Vrijheid in gebondenheid. Over grondrechten in het digitale tijdperk.

De overheid heeft in de visie van de SGP de taak om op te treden tegen misbruik van de vrijheid van meningsuiting. Het kan niet zo zijn dat met een beroep op de vrijheid van meningsuiting de meest Godonterende, weerzinwekkende en beledigende uitingen worden gedaan. Daarom is het van belang dat in artikel 7 van de Grondwet voldoende criteria zijn opgenomen op grond waarvan de vrijheid van meningsuiting kan worden beperkt. Er moeten beperkingen kunnen worden opgelegd in het belang van de openbare orde, ter bescherming van de veiligheid en gezondheid, de goede naam en de goede zeden en ter voorkoming van strafbare feiten. In het wetboek van strafrecht staan bepalingen op grond waarvan onder andere godslastering, belediging, aanzetten tot haat en geweld strafbaar kunnen worden gesteld. Deze bepalingen moeten worden gehandhaafd.

De visie van de SGP dat de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt is, heeft oude papieren. Groen van Prinsterer stelde dat er geen wezenlijke vrijheid is zonder wezenlijk gezag. Zonder gezag vindt de vrijheid in losbandigheid of geweld haar ondergang. De moord op Theo van Gogh heeft bewezen hoe uiterst actueel deze visie is. Daarom is het belangrijk dat de overheid gezag uitoefent en grenzen trekt.

Het recht op vrijheid van meningsuiting beschermt burgers tegen overheersing van de publieke opinie en voorkomt een te grote invloed van de overheid. In die zin is dit recht een basisvoorwaarde voor het functioneren van de democratische rechtsstaat. De vrijheid van meningsuiting geeft minderheden de ruimte om voor hun overtuiging uit te komen. In een tijd en land waarin de seculiere moraal domineert, is deze ruimte van groot belang om te voorkomen dat voor godsdienstige overtuigingen alleen nog maar ruimte is in het privédomein.
---

J.W. van Berkum e.a., Vrijheid in gebondenheid. Over grondrechten in het digitale tijdperk, Den Haag, 2004, 40 blz., prijs ⬠5,00, ISBN 90-807629-7-0.