Nederlandse Vereniging van journalisten

Brief aan leden sectie Omroep
Betreft: Nog altijd geen omroep-cao
(06 januari 2005)

Beste collega's,

De afgelopen dagen krijgen wij geregeld te horen dat het zo stil is aan de zijde van de NVJ als het gaat om de cao-onderhandelingen. De werkgevers zinspelen hier ook op in een brief die in meerdere bedrijven intern is verspreid.

"Geen reactie van vakbonden op handreiking werkgevers." De omroepwerkgevers snappen er niets van. Zij hebben toch een hand uitgestoken naar de vakorganisaties? Waarom laten die hun leden in de kou staan? Immers er is nu geen omroep-cao. En aan de werkgevers ligt het niet. Zoals zij in een brief aan de medewerkers schrijven: "Werkgevers zullen zich blijven inspannen om een CAO tot stand te brengen."

Je zou er haast de tranen van in de ogen krijgen. Hoe is het toch mogelijk dat er geen afspraken zijn gemaakt over 2004 en dat de omroep vanaf 1 januari 2005 helemaal geen cao heeft? Wel nu, het standpunt van de werkgevers verdient in de ogen van de NVJ een behoorlijke nuancering. Daarvoor zal ik een poging doen het verloop van het proces te schetsen.

In het voorjaar van 2004 kwamen de delegaties van werkgevers en werknemers voor het eerst bijeen. Direct werd duidelijk dat de werkgevers niet aan tafel waren gekomen om over een verbetering van de arbeidsvoorwaarden te praten. Den Haag had een bezuiniging afgekondigd en de opdracht was helder: die moest helemaal binnengehaald worden op de arbeidsvoorwaarden. Bovendien wilden de werkgevers ook de rekening voor de verhoogde pensioenpremies op het bordje van de werknemers leggen. Met het toen geldende sociaal akkoord in het achterhoofd hadden NVJ en de andere vakorganisaties een terughoudende voorstellenpakket op tafel gelegd. Het kwam niet tot een onderhandeling, omdat de werkgevers weigerden de loodzware hypotheek op die onderhandelingen, de bezuinigingsopdracht, van tafel te halen.

Partijen gingen hun achterban raadplegen en pas in het najaar kwam het tot een tweede gesprek. De bezuinigingsopdracht voor 2004 werd door de werkgevers ingetrokken, maar over onze voorstellen viel nog altijd niet te praten. Dat ging de NVJ en de andere vakorganisaties een stap te ver. De voorstellenbrief van werknemerskant was voor het tweede gesprek al behoorlijk ingedikt. Wat over was gebleven was een pakket dat minimaal zou drukken op de loonsom, maar die vooral beschouwd moest worden als kwaliteitsafspraken. Met andere woorden: wij wilden nu eindelijk wel eens gaan onderhandelen. Onderwerpen waren onder meer: een goed en fatsoenlijk contractenbeleid, doorstroming in het loongebouw en de (structurele) invoering van redactiestatuten.

Met de werkgeversdelegatie viel over geen van de ingebrachte onderwerpen serieus te praten, wat ons tot de conclusie bracht dat er geen enkele onderhandeling mogelijk was. Kort daarop zegde de NOS de cao op wat als resultaat had dat wij met ingang van 1 januari jongstleden cao-loos zijn. De NVJ heeft daarop, wederom samen met de andere vakorganisaties, een brief gestuurd aan de voorzitter van de Raad van Bestuur de heer Bruins Slot. In deze brief is de patstelling geschetst. De heer Bruins Slot is gevraagd duidelijkheid te verschaffen over het mandaat van de werkgeversdelegatie. Wat de NVJ betreft heeft de deur nooit op slot gezeten. Wij willen graag onderhandelen, maar dan moet er ook iets zijn om over te onderhandelen. Een antwoord van de heer Bruins Slot is nooit gekomen. De voorzitter van de werkgeversdelegatie, de heer Maréchal, stuurde eind december wel een brief. Uit deze brief moet tot onze spijt opnieuw geconcludeerd worden dat de werkgevers volharden in hun standpunt en niet bereid zijn op enige wijze tegemoet te komen aan de wensen van de NVJ en de andere vakorganisaties.

In het antwoord dat wij vandaag op de post hebben gedaan laten wij weten dat het ons ernst is. Bij ons blijft de bereidheid te praten over de collectieve arbeidsvoorwaarden. Liever vandaag dan morgen ondertekenen wij een cao voor de publieke omroep. Maar het zonder onderhandelen doortrekken van een cao is wat ons betreft niet aan de orde. De wil was, is en blijft bij de NVJ en de andere vakorganisaties aanwezig.

Het is haast een gotspe dat de werkgevers nu in een brief aan hun medewerkers schrijven dat zij niet snappen dat er nog altijd geen cao ligt. Als de goede wil daadwerkelijk aanwezig is dan is het de hoogste tijd dat de werkgevers boter bij de vis doen. Dat betekent een ordentelijke afsluiting van het cao-proces 2004 en een open benadering voor een cao 2005.

Het kost al met al onnodig veel tijd. Wij kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de omroepwerkgevers doelbewust uit zijn op escalatie. Het is daarom dat wij in onze laatste brief hebben aangekondigd dat wij, indien er binnen tien dagen geen reactie komt die recht doet aan de door de NVJ en andere vakorganisaties gestelde punten, ons zullen beraden over het in gang zetten van acties bij de publieke omroep.

Marc Visch
Secretaris Omroep
NVJ