Den Haag, 5 januari 2005

Vragen van het lid Tjon A Ten (PvdA) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Ontwikkelingssamenwerking

over kinderhandel in Atjeh

1.

Hebt u kennisgenomen van de berichten dat mensenhandelaren kinderen uit Atjeh smokkelen?

2.

Bent u bereid om in contact met de Indonesische autoriteiten, wellicht tijdens de op 6 januari geplande topontmoeting in Jakarta waar plannen voor de noodhulpverlening worden besproken, ondersteuning aan te bieden bij het registreren en (psycho sociaal en emotioneel) begeleiden van door de effecten van het natuurgeweld getraumatiseerde wezen? Zo ja, welke concrete stappen denkt u daartoe te ondernemen? Zo nee, waarom niet?

3.

Bent u ook bereid om in contact met de Indonesische autoriteiten:

a. het belang van opvang en bescherming van de tsunami wezen conform het Verdrag voor de Rechten van het Kind (in het bijzonder artikel 8, 11, 35 en 36) te benadrukken? Zo nee, waarom niet?

b. nadrukkelijk te wijzen op het feit dat de UNHCR ondersteuning kan bieden bij het traceren en verenigen van ouders/verzorgers en kinderen? Zo nee, waarom niet?

4.

Bent u bereid om samen met de internationale gemeenschap mensen die misbruik maken van de omstandigheden en deze kwetsbare kinderen uit vluchtelingenkampen halen, te doen laten vervolgen en voor de rechter te brengen? Zo ja, welke overtreding van internationale verdragsregels kan hen ten laste gelegd worden? Zo nee, waarom niet?

Zie: Trouw 3 januari 2005; http://www.trouw.nl/nieuwsenachtergronden/artikelen/1104651313920.html

ANP bericht op site van NRC Handelsblad, geplaatst 4 januari 2005;