Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Kamervragen van het lid van Dam (PvdA) over portabiliteit van telefoonnummers
Datum: 18-1-2005


18 januari 2005

De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst, heeft deze vragen als
volgt beantwoord.

1 Bent u op de hoogte van het feit dat consumenten hun telefoonnummer niet kunnen
meenemen naar een andere telefonieaanbieder tijdens een lopend contract?
Ja, het is mij bekend dat dit bij mobiele telefonie voorkomt.
2 Deelt u de mening dat het hierdoor voor consumenten moeilijker is over te
stappen naar een andere telefonieaanbieder en dat dit de concurrentie op de telefoniemarkt
belemmert?

In de vraag ligt de opvatting besloten dat consumenten de mogelijkheid moeten
hebben om tijdens een nog lopende (duur)overeenkomst over te stappen met medeneming
van het nummer. Deze opvatting deel ik niet. Een consument en een aanbieder gaan
een overeenkomst aan, waardoor wederzijdse rechten en plichten ontstaan. Zolang
de overeenkomst loopt is de aanbieder verplicht de overeengekomen dienst te leveren.
Dit doet hij met behulp van een aan hem toegekend nummer. Na beëindiging van de
overeenkomst hoeft de dienst niet meer geleverd en komt het nummer vrij. Op dat
moment kan het worden meegenomen naar een andere aanbieder.
3 Deelt u de mening dat consumenten altijd de mogelijkheid moeten hebben telefoonnummers
te behouden?

Ja, er daarbij vanuitgaande dat dit plaatsvindt bij beëindiging van de overeenkomst
in het kader waarvan het nummer wordt gebruikt. Ik wijs er in dit verband op dat
met de wijziging van de Telecommunicatiewet van 19 mei 2004 de mogelijkheden tot
eenzijdige beëindiging van een overeenkomst zijn verruimd. In het nieuwe artikel
7.2 is de bepaling opgenomen dat een abonnee bij (een voor hem nadelige) wijziging
van een beding in een overeenkomst deze kosteloos kan beëindigen. Tevens is hierbij
opgenomen dat de aanbieder de abonnee hierover op genoegzame wijze informeert.
De consument kan indien zich dit voordoet, ook bij een overeenkomst die voor bepaalde
tijd is gesloten, de overeenkomst opzeggen, waarbij hij zijn nummer kan behouden.
4 Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat consumenten ook tijdens een lopend
contract gebruik kunnen maken van nummerportabiliteit? Bent u, indien nodig, bereid
een wijziging in de telecommunicatiewet te initiëren?
Bij de beantwoording van de vragen 2 en 3 gaf ik reeds aan dat ik het geen goede
zaak vind het meenemen van het nummer los te zien van de beëindiging van de overeenkomst.
Ik merk hierbij nog op dat ik de mogelijkheid tot nummerportabiliteit niet zo
ver zou willen oprekken dat het voor klanten aantrekkelijker wordt om hun contractuele
verplichtingen niet na te leven. Bovendien is het nog maar de vraag of een dergelijke
verruiming per saldo gunstig is voor de gebruikers. Immers aan de meeste aanbiedingen
van de diverse telecommunicatieaanbieders ligt het uitgangspunt ten grondslag
dat een eenmaal afgesloten contract in de regel (volledig) zal worden "uitgediend".
Ik kan mij een loskoppeling van beëindiging van het contract en de mogelijkheid
tot nummerportabiliteit dan ook alleen maar voorstellen in het geval deze koppeling
in de praktijk onwerkbaar zou blijken te zijn. In dit verband is het van belang
dat de OPTA heeft aangegeven dat het in de praktijk niet altijd duidelijk is wanneer
aan het vereiste van beëindiging van de overeenkomst is voldaan, waardoor een
snelle overgang naar een andere aanbieder kan worden bemoeilijkt. Ik zal daarom
in overleg met de OPTA bezien of het nodig is te komen tot een aanvulling/aanpassing
van de regels omtrent nummerportabiliteit.

Ik ben echter vooralsnog van mening dat een en ander kan plaatsvinden met behoud
van de huidige systematiek.

Meer informatie

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon
0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl

Voor journalisten: mevr. J. Thompson-Sepmeijer, persvoorlichter, telefoon (070)
379 6174, e-mail: C.J.Thompson-Sepmeijer@minez.nl