CDA

18-01-05
Na tsunami weloverwogen te werk gaan

Sinds Tweede Kerstdag 2004 kennen we een nieuw woord: tsunami, vloedgolf. Snel werd duidelijk dat het hier om een enorme ramp ging en dat er heel veel hulp nodig zou zijn. De centrale vraag bij de hulpverlening is steeds: hoe kunnen de mensen daar het meest effectief geholpen worden? Dat kan alleen als regeringen en hulpverleners weloverwogen te werk gaan.

Sinds Tweede Kerstdag 2004 kennen we een nieuw woord: tsunami, vloedgolf. En voor altijd, of in ieder geval voor heel lang, zal dat woord voor ons verbonden blijven met de afschuwelijke beelden waarmee wij de dagen daarna 'overspoeld' werden. Beelden waar we ontzet en vol ongeloof naar keken.
De eerste dagen werd er gesproken over een paar duizend doden, maar al heel snel begon tot ons door te dringen dat hier om een ramp van veel groter formaat ging. Het gebied dat is getroffen door de tsunami is uitgestrekt en de verwoesting is op veel plaatsen welhaast compleet. Het werd al snel duidelijk dat er heel veel hulp, in heel veel vormen, zou moeten komen om de mensen in de getroffen gebieden weer een beetje perspectief op een toekomst te kunnen bieden.
Die hulp kwam er, zeker ook vanuit Nederland.

De Nederlandse bevolking: een warm hart!
De Nederlandse bevolking heeft op hartverwarmende wijze actie gevoerd om geld in te zamelen voor giro 555. Het bedrag dat er inmiddels op dat nummer staat is ongekend hoog en ik vind het absoluut hoopgevend dat we wereldwijd, maar zeker in Nederland, hebben laten zien dat we op indrukwekkende wijze in staat zijn de handen ineen te slaan en mensen ver weg die onze hulp nodig hebben niet in de steek laten.

Nederlandse regering: daadkracht.
"We zijn één in onze ontzetting en één in ons medeleven met de nabestaanden van de ramp, waar ook ter wereld". Dit zei premier Balkenende tijdens de herdenkingsbijeenkomst op het Binnenhof, 5 januari jongstleden, waar de regering, de volksvertegenwoordiging en leden van het corps diplomatique (vertegenwoordigers van verschillende landen hier in Nederland) bij aanwezig waren.
Eerder, tijdens Nieuwjaarsnacht, was de minister president aanwezig op vliegveld Eindhoven, om de eerste 29 Nederlandse slachtoffers die uit het rampgebied terugkeerden, op te wachten.

Hoewel niet altijd zichtbaar, is de Nederlandse regering vanaf Tweede Kerstdag bezig geweest met de ramp. Minister Van Ardenne riep meteen haar collega's uit alle landen die deel uit maken van de EU op, om bij elkaar te komen om te overleggen hoe de EU het meest effectief hulp kan bieden. De landen hebben haar daarna gevraagd de coödinatie van die hulp op zich te nemen. Het was een initiatief van de Nederlandse regering om op woensdag 5 januari drie minuten stilte in acht te nemen en de vlaggen in de EU halfstok te laten wapperen die dag. Minister Zalm van Financiën zegde vrijwel meteen toe dat alle hulp die er nodig zou zijn in Azië er ook zou komen.

Staatssecretaris Wijn bepaalde later dat de belasting en premie die er geheven moeten worden over verlofdagen die werknemers ter beschikking stellen voor de hulpactie gestort zullen worden op giro 555. Hetzelfde gebeurt met de BTW over de cd's die gemaakt zijn voor het goede doel. Daarnaast wordt er dit jaar geen schenkingsrecht over schenkingen aan de hulpactie en kunnen giften van boven de 227 euro van de belastbare winst afgetrokken worden, met een maximum van 6% van de jaarwinst.

Minister de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft laten weten dat mensen met een WW-uitkering met behoud van uitkering aan het werk kunnen voor het getroffen gebied.

De Nederlandse regering heeft meteen na de ramp 2 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het Rode Kruis, voor de meest directe noodhulp. Daarna nog eens 25 miljoen, waarvan 5 miljoen naar giro 555 ging en 20 miljoen naar de instellingen van de Verenigde Naties. Voor de wederopbouw stelt de Nederlandse overheid 200 miljoen euro beschikbaar gedurende de komende vijf jaar.
Hiermee toont de Nederlandse regering zich solidair. Dat past Nederland, dat past een regering met een minister president van CDA huize. Immers: solidariteit is meer dan alleen mooie woorden: het gaat om concrete daden.

Wat deze regering ook past, is weloverwogen te werk te gaan om ervoor te zorgen dat het geld en alle hulp effectief besteed wordt, dat het terecht komt op de plek waar het voor bedoeld was: bij de mensen die het het meest nodig hebben. Daarom is er afgesproken met de samenwerkende hulporganisaties (SHO) dat zij verantwoording afleggen van hoe het geld besteed is. Het is voor het eerst dat een dergelijke verantwoording na een inzamelingsactie voor een grote ramp gevraagd wordt.

De Nederlandse politiek: een koel hoofd?
Ik zei het al: het gaat er nu om weloverwogen te werk te gaan. Centraal steeds de vraag: hoe kunnen de mensen daar het meest effectief geholpen worden. In ieder geval niet als we daar met zijn allen naar toe gaan. Dan lopen we elkaar maar voor de voeten. Wat dat betreft hebben we er begrip voor dat minister Remkes vanuit zijn vakantieadres in Thailand niet meteen naar de rampgebieden ging, hoewel hij, in zijn eerste reactie, wel wat meer meeleven had mogen tonen.

Het komt aan op goede coördinatie en het is goed dat de Verenigde Naties van alle donoren (óók de VS) het verzoek gekregen heeft de hulp aan de getroffen gebieden te coördineren. Het is wel vereist dat de VN al het toegezegde geld ook echt zal ontvangen en dat de VN het mandaat, de ruimte en het vertrouwen krijgt ook écht te kunnen coördineren. Daar zullen we vanuit de politiek kritisch op moeten blijven toezien.

Het hoofd koel: juist van politici mag je in deze tijden kalmte, zicht op het brede perspectief en op de lange termijn verwachten. In dat kader ben ik er zeer verbaasd over, dat de woordvoerder ontwikkelingssamenwerking van de VVD-fractie, Zsolt Szabo, voorstelde om geld dat voor de wederopbouw van Darfur (Soedan) bestemd is, daar nu maar weg te halen en naar Azië te sturen. Alle aandacht die er nu terecht is voor Azië mag natuurlijk nooit ten koste gaan van andere noodgebieden op de wereld. De ene hel op aarde is niet zomaar inwisselbaar voor de andere. Op verschillende plaatsen in de wereld is er sprake van zeer grote nood. Situaties die al vele jaren duren en die miljoenen slachtoffers geëist hebben. De mensen daar hebben ook onze onverminderde solidariteit nodig.
Over het tweede voorstel waar collega Szabo net nu mee komt, om het ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking met minister en al af te schaffen, wil ik geen woorden vuil maken. Daar is het te weinig zinnig voor.

Ook de collega's van de PvdA waren (te) snel met hun oplossingen: "Er moet schuldverlichting en desnoods schuldkwijtschelding komen voor de getroffen landen", riep Bert Koenders een paar dagen na de ramp. Natuurlijk: schuldverlichting kán een interessant instrument zijn bij de wederopbouw en we moeten het niet uitsluiten maar het zal altijd moeten zijn op basis van een vraag van de landen zelf. Bovendien zal juist schuldverlichting gekoppeld moeten zijn aan strikte voorwaarden. Tijdens de bijeenkomst van de Club van Parijs op 12 januari jl. heeft Minister Van Ardenne bereikt dat pas na een zorgvuldige schuldhoudbaarheids toets er, in overleg met getroffen landen en donoren, gesproken kan worden over schuldverlichting. Wat de CDA- fractie betreft zou, mocht het zover komen dat er schuldverlichting komt, bij de besteding van deze middelen voor wederopbouw,het maatschappelijk middenveld ter plaatse een cruciale rol moeten spelen.

Geleerde lessen
Het ziet er naar uit dat de noodhulp nu, enkele weken nadat de ramp plaatsvond, op de meeste plaatsen redelijk op gang is gekomen. Over enkele maanden tot een half jaar verwacht men de fase van wederopbouw te kunnen beginnen. Er wacht een lange, lange weg.

De tsunami heeft ons weer eens doen stil staan bij het feit dat wij, mensen, kwetsbare wezens zijn, die elkaar nodig hebben, omdat het leven niet maakbaar is. "Hadden we dit kunnen verkomen?" vragen sommigen zich af. Tsunami's kan je, denk ik, niet voorkomen. Maar je kunt wel oog hebben voor de menselijke dimensie die er aan al dit soort grote rampen kleeft. Naast waarschuwingsapparatuur kunnen, door aardbevingsbestendig bouwen, door bouwvoorschriften en ruimtelijke aanpak, de verwoestende gevolgen van grote natuurrampen, wellicht beperkt worden. Zaken waarvoor óók in het ontwikkelingsbeleid oog moet zijn, wellicht meer dan nu het geval is.

De tsunami heeft ons in al haar heftigheid opnieuw doordongen van de kracht van de natuur en daarmee met het respect dat de natuur verdient. Tijdens de fonteinavonden in 2003 en 2004 hebben de CDA leden massaal duurzaamheid bovenaan de politieke agenda geplaatst. Hoe terecht dat is en hoezeer we duurzaamheid veel serieuzer moeten we nemen dan we tot nu toe in de politiek gedaan hebben, heeft de tsunami ons, op verwoestende wijze, duidelijk gemaakt.

Ik denk dat we het aan de slachtoffers en nabestaanden van deze ramp verplicht zijn de lessen die de tsunami ons geleerd heeft, zeer ter harte te nemen.

Kathleen Ferrier,
woordvoerder ontwikkelingssamenwerking CDA Tweede-Kamerfractie