Ministerie van Buitenlandse Zaken

over een overeenkomst tussen Pakistan en de VS over inlichtingen aangaande de levering van kernwapentechnologie aan Iran

Beantwoording KV Karimi over een overeenkomst tussen Pakistan en de VS over inlichtingen aangaande de levering van kernwapentechnologie aan Iran

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4
Den Haag

Directie Veiligheidsbeleid
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag

Datum

20 januari 2005

Behandeld

DVB/NN

Kenmerk

DVB/NN-006/05

Telefoon

+31 (0)70 3485251

Blad


1/3

Fax

+31 (0)70 3485684

Bijlage(n)


1

Dvb-nn@minbuza.nl

Betreft

Beantwoording vragen van het lidKarimi over een overeenkomst tussen Pakistan en de VS over inlichtingen aangaande de levering van kernwapentechnologie aan Iran

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Karimi over een overeenkomst tussen Pakistan en de VS over inlichtingen aangaande de levering van kernwapentechnologie aan Iran. Deze vragen werden ingezonden op 24 december 2004 met kenmerk 2040505590.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Vragen van het lid Karimi (Groenlinks) aan de minister van Buitenlandse Zaken over inlichtingen aangaande de levering van kernwapentechnologie aan Iran

Vraag 1
Is het waar dat er een overeenkomst is afgesloten tussen Pakistan en de VS over het geven van inlichtingen aangaande de kernwapen/kernenergietechnologie die door het netwerk van dr. A. Khan aan Iran is geleverd? 1)

Vraag 2
Waarom is het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) niet bij deze overeenkomst betrokken? Hoe luidde de reactie van het IAEA op de overeenkomst tussen de VS en Pakistan?

Vraag 5
Vreest u niet dat door de eerder genoemde bilaterale overeenkomst tussen de VS en Pakistan nuttige en belangrijke informatie over het netwerk en de leveranciers aan het IAEA wordt onthouden? Zo neen, waarom niet? Zo ja, welke actie bent u voornemens te ondernemen opdat het IAEA deze informatie alsnog kan krijgen?

Antwoord
De regering is niet bekend met het bestaan van een dergelijke overeenkomst. De VS ontkent dat er sprake is van een dergelijke overeenkomst en het IAEA stelt niet over informatie terzake te beschikken.

Vraag 3
Heeft het IAEA inmiddels de mogelijkheid gekregen van dr. A. Khan te ondervragen?

Antwoord
Het IAEA beschikt over de mogelijkheid dr. A. Khan schriftelijk vragen voor te leggen.

Vraag 4
Deelt u de mening dat informatie over dr. A. Khan en zijn netwerk aan het IAEA behoort te worden overgedragen?

Antwoord
Ja.


1) The News International, Pakistan, 20 december jl. `US to be provided Iran-related N-material: report'.