Provincie Zuid-Holland

Winkelaanbod Randstad groeit explosief

Dit is een gezamenlijk persbericht van de provincies Zuid-Holland en Utrecht

Consument spendeert steeds verder van huis

Het winkelaanbod in de Randstad is in vijf jaar met 25 procent toegenomen. De winkelbestedingen zijn ondanks de economische recessie toegenomen en de consument spendeert steeds verder van huis. Dat zijn de opvallendste conclusies uit een grootschalig onderzoek door Goudappel Coffeng en Intomart GfK in opdracht van o.a. de provincies Zuid-Holland en Utrecht. Het rapport is op 20 januari op een symposium over koopstromen aangeboden aan de gedeputeerden Asje van Dijk van Zuid-Holland en Ger Mik van Utrecht.

Explosieve groei winkelaanbodIn de winkelgebieden in de Randstad wordt 1,1 miljard euro uitgegeven door consumenten die daar niet zelf wonen. Veel bezoekers aan de Randstad combineren een dag winkelen met een bezoek aan de horeca of andere commerciële vrijetijdsvoorzieningen. Het winkelaanbod in de Randstad is de laatste vijf jaar met 25 procent veel harder gegroeid dan het landelijk gemiddelde van 14 procent groei. In Zuid-Holland ligt 4,7 miljoen vierkante meter oppervlak aan winkels, in Utrecht 1,6 miljoen en in Noord-Holland 1,3 miljoen. De onderzoekers concluderen dat de gemiddelde winkel in vrijwel alle branches steeds groter wordt. De forse stijging van het winkelaanbod in de twee provincies en in Noord-Holland Zuid is opmerkelijk omdat de afgelopen jaren de bestedingen, vanwege de economische situatie, onder druk stonden. Per hoofd van de bevolking zijn de winkelbestedingen in de dagelijkse sector met 15 procent toegenomen. In de niet dagelijkse sector is dat maar 6 procent. Vooral de kleding- en woonbranche hebben het moeilijk.Belangrijke alternatieven voor de reguliere winkels zijn de warenmarkten, vooral in de grote steden met veel allochtone bevolking. Hier wordt op sommige markten zo'n 10 procent van de consumentenbestedingen uitgegeven. Bestedingen via het internet vormen een veel kleiner aandeel, nog geen 1 procent.

WinkelomzettenIn het onderzoeksgebied is in 2004 ongeveer 25,6 miljard euro uitgegeven in winkels. In Zuid-Holland, 15,6 miljard, in Utrecht 5,6 miljard en in Noord-Holland 4,3 miljard. Zuid-Holland vertoont met 20 procent een grotere omzetgroei dan het landelijk gemiddelde van 16 procent in de afgelopen vijf jaar.

Top 75 winkelcentra RandstadDe centrumgebieden van de grote en middelgrote steden domineren de ranglijst. Ook het perifere aanbod sluit volgens het onderzoek goed aan op de wensen van de consument. Rotterdam Alexandrium staat in de top 75 op de 7e plaats, woonboulevard Kanaleneiland in Utrecht op 29, Haaglanden Megastores in Den Haag op 30 en Ikea Delft op de 35e plaats.De Zuid-Hollandse top 5 wordt aangevoerd door Rotterdam-Centrum, Utrecht-Centrum, Den Haag-Centrum, Leiden-Centrum en Veenendaal-Centrum.

Kleine kernen hebben het moeilijkIn vrijwel alle kleine kernen is de oriëntatie op de eigen winkels in de dagelijkse sectoren ten opzichte van 1999 afgenomen. Waar minder dan 3000 mensen wonen soms met meer dan 10 procent. Alleen in kernen met 3000 tot 5000 inwoners is de binding met de eigen winkels gelijk gebleven of iets toegenomen, vooral in kernen die zijn herontwikkeld of waar de lokale supermarkt zich heeft uitgebreid.

Koopgedrag De dagelijkse boodschappen worden nog voor 60 procent lopend of fietsend gedaan. Ten opzichte van vijf jaar geleden is daar weinig in veranderd. Winkelen op zondag is niet de belangrijkste vrijtijdsbesteding. Van de ondervraagden zegt 55 procent nooit op zondag te winkelen, 13 procent zegt een keer per maand of vaker op zondag te winkelen. In Rotterdam, Den Haag en Amsterdam-Zuid ligt dat percentage echter weer veel hoger, namelijk op zo'n 25 procent van de bevolking. Voor de overige grote steden Leiden, Haarlem en Utrecht ligt het aandeel rond het landelijke cijfer. Op de Zuid-Hollandse eilanden en op de oostflank van de provincie Utrecht ligt het aandeel koopzondagbezoekers aanmerkelijk lager, namelijk minder dan 6 procent.

SamenvattingDe uitkomsten van het koopstromenonderzoek zijn te vinden op de websites van de provincies Zuid-Holland en Utrecht.

Bron: afdeling Communicatie, telefoon 070 - 441 66 22