STICHTING ALZHEIMER NEDERLAND
Tijd dringt voor Landelijk Dementieprogramma
Het Landelijk Dementieprogramma (LDP) is een eerste stap op de weg
naar een betere hulp aan mensen met dementie en hun verzorgers. De
stichting Alzheimer Nederland popelt om aan de uitvoering te beginnen,
maar stroperige besluitvorming en onzekerheid over het geld houden een
snelle start tegen. Dit betekent dat mensen met dementie in hun zoeken
naar hulp nog langer van het kastje naar de muur gestuurd worden,
terwijl het aantal dementerenden intussen snel toeneemt.
Op 2 november jl. presenteerden de Stichting Alzheimer Nederland en
NIZW Zorg het Landelijk Dementieprogramma (LDP) aan staatssecretaris
Ross-van Dorp. Het LDP wil bereiken dat alle regionale aanbieders van
zorg en diensten voor mensen met dementie gaan samenwerken en hun
ondersteuningsaanbod beter afstemmen op de vragen en problemen van
patiënten en mantelzorgers.
Het Landelijk Dementieprogramma zou vanaf 1 januari 2005 in vier jaar
in alle regio's in Nederland ingezet worden om de zorg aan demente
ouderen te verbeteren. Het is echter nog steeds niet duidelijk wanneer
het dementieprogramma van start gaat.
Op 3 februari vergadert de vaste kamercommissie Volksgezondheid over
de voortgang van het LDP. De Stichting Alzheimer Nederland pleit
ervoor dat het kabinet voldoende geld reserveert voor de uitvoering
van het LDP, voor verbeterplannen in de regio en voor het versterken
van de inbreng van patiënten. Anders zullen door ingewikkelde en langs
elkaar werkende instanties veel mensen met dementie alsnog tussen de
wal en het schip vallen. Dat dit tot schrijnende situaties leidt,
blijkt uit de contacten van Alzheimer Nederland met haar achterban.
Ilse: 'In het verpleeghuis van mijn man op de gesloten afdeling,
kunnen de bewoners niet veel anders dan zitten of rondjes lopen. Ik
hoor dat ook over andere huizen. De verzorgenden zorgen goed voor het
eten en drinken en verschonen de kleren, maar krijgen te tijd voor een
praatje of andere activiteiten. Dementiepatiënten kunnen echter meer
dan men denkt, maar er wordt te weinig gecommuniceerd over de behoefte
van de patiënt en zijn familieleden. Ik heb mijn man zelf meegenomen
naar gymnastiekles, omdat er in het verpleeghuis niets aan beweging
wordt gedaan.'
Joke Safi (58) uit Amsterdam: 'Mijn man was amper 53, toen hij begon
te dementeren. Na lang aandringen kreeg ik hem eindelijk mee naar de
huisarts, maar die wist zich geen raad met de situatie. Volgens hem
was mijn man alleen een beetje depressief. De psycholoog die mijn man
later heeft onderzocht, kon ook niets ontdekken. Elke keer liep ik met
m'n hoofd tegen de muur. Ik stortte finaal in, waardoor ik in de
ziektewet kwam.'
Noot voor de redactie,