Nivel


A.van der Putten, T. Wiegers
Onderzoek naar de verspreiding van het nieuwe voorlichtingsmateriaal van het rijksvaccinatieprogramma onder professionals die werkzaam zijn binnen dit programma, NIVEL, 2005
39 pag.
Dit rapport is niet verschenen in gedrukte vorm, maar u kunt het downloaden als PDF
ISBN: 90-6905-705-0
Verspreiding vaccinatiefolders kan beter

31 januari 2005

Ruim de helft van de jeugdgezondheidszorgmedewerkers deelt de nieuwe voorlichtingsfolders over de vaccinatie van kinderen niet uit aan de ouders. De folders zijn bedoeld om ouders beter te informeren over de voordelen en de risicos van vaccineren tegen tien gevaarlijke infectieziekten (het Rijksvaccinatieprogramma).

Hoewel alle consultatiebureaus het nieuwe voorlichtingsmateriaal over het Rijksvaccinatieprogramma gekregen hebben, kennen niet alle vaccinatiemedewerkers de nieuwe folders. Wie de folders wel kent en ze verspreidt doet dat meestal niet actief, maar zet ze bijvoorbeeld in de wachtkamer neer of geeft ze aan ouders die daar om vragen. Aan de inhoud ligt het in elk geval niet: ruim driekwart van de vaccinatiemedewerkers die de folders wél kennen, vindt dat ze inhoudelijk goed voldoen aan het doel waarvoor ze ontwikkeld zijn.

Dit blijkt uit onderzoek van het NIVEL in opdracht van het RIVM naar de verspreiding van het nieuwe voorlichtingsmateriaal over het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Dit materiaal bestaat o.a. uit folders, een website (www.rvp.nl) en een elektronische nieuwsbrief voor jeugdgezondheidszorgmedewerkers. Het RIVM coördineert sinds 2003 de communicatie over het RVP. Het onderzoek is verricht door middel van telefonische interviews met de verschillende professionals die betrokken zijn bij het RVP. Er zijn in totaal 37 managers geïnterviewd en 86 uitvoerenden. Zij geven diverse suggesties voor een betere verspreiding van het voorlichtingsmateriaal, bijvoorbeeld door ze veel vroeger onder (aanstaande) ouders te verspreiden, zoals via de verloskundige of tijdens de zwangerschapscursus.

Hoewel de vaccinatiegraad in Nederland hoog is (gemiddeld boven de 95%, de WHO-norm voor Nederland is minimaal 90%), constateert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) over de laatste jaren een daling van ca. 1% van de vaccinatiegraad bij zuigelingen (bron: rapport IGZ , april 2004). Naarmate er minder kinderen gevaccineerd zijn, neemt de kans op epidemieën, en daarmee op dodelijke slachtoffers, toe.
De Inspectie denkt dat deze daling veroorzaakt wordt doordat ouders niet meer uit ervaring weten hoe ernstig de ziektes (kunnen) zijn waartegen hun kinderen worden ingeënt, en doordat dat zij de mogelijke bijwerkingen van de vaccinaties overschatten. Door de verbeterde voorlichting, onder andere via folders en een website, kunnen ouders inzicht krijgen in de ziekten waartegen wordt ingeënt en over mogelijke bijwerkingen van vaccinaties. Het NIVEL heeft de verspreiding van dit informatiemateriaal onderzocht.

Jaarlijks worden in het kader van het Rijksvaccinatieprogramma ongeveer 800.000 kinderen tussen de 0 en 9 jaar ingeënt met in totaal ongeveer 2 miljoen vaccinaties per jaar (www.rvp.nl ). Er wordt tegen tien ziekten ingeënt: Bof, Difterie, Hib-ziekten, Hepatitis B, Kinkhoest, Mazelen, Meningokokken C, Poliomyelitis, Rodehond en Tetanus. Het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) wordt uitgevoerd binnen de jeugdgezondheidszorg. Deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma is gratis en niet verplicht.

Opdrachtgever
Bovengenoemd onderzoek is uitgevoerd door het NIVEL in opdracht van het RIVM.

Zie ook


* bovengenoemd NIVEL rapport (39 pag. 257 kB PDF)
* de website van het Rijksvaccinatie Programma (RVP)
* het IGZ-rapport Vaccinatietoestand in Nederland per 1 januari 2003

* het RIVM-persbericht over de nieuwe voorlichtingsmaterialen ( dd. 22 april 2004)

Laatste update door: Thea Visser, op 31 januari 2005

NIVEL, Postbus 1568, 3500BN Utrecht, Tel. 030 2729700, Fax. 030 2729 729, email: nivel@nivel.nl