Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Kabinet wil tekortkomingen in PKB-plus Mainportontwikkeling Rotterdam repareren

Ondanks de geconstateerde gebreken in de PKB-plus van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam, acht het rijk het politieke besluit om de haven van Rotterdam uit te breiden, nieuwe natuurgebieden in Rijnmond aan te leggen en een serie projecten te starten om de bestaande haven beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving daar te verbeteren, overeind gebleven.

Het kabinet wil het project zeker uitvoeren. Het kabinet beziet op dit moment de mogelijkheden om in vervolgprocedures en zonodig door middel van een herziene PKB-plus de gebreken te herstellen. Los van die gebreken konden in de onlangs afgeronde beroepsprocedure een groot aantal wezenlijke onderdelen van het kabinetsbesluit de toets der kritiek doorstaan.

Dit is de strekking van de brief die projectminister Peijs van Verkeer en Waterstaat naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Aanleiding was de uitspraak van de Raad van State van 26 januari dat een aantal bezwaren die zijn ingediend tegen zogeheten concrete beslissingen uit de PKB-plus Mainportontwikkeling Rotterdam gegrond is. Vanwege de samenhang tussen deze en andere beslissingen, verklaarde de Raad van State alle concrete beleidsbeslissingen uit de PKB-plus nietig.

Gevolgen larventransport lastig vast te stellen

In de brief geeft minister Peijs aan dat het kabinet beziet of er in nog te doorlopen vervolgprocedures en zo nodig met een herziene PKB-plus de bezwaren die zijn geuit opgelost kunnen worden. Lastigste onderdeel van die oplossingen is het bezwaar van de visserijsector dat de gevolgen van een landaanwinning voor het transport van larven naar de Waddenzee onvoldoende is onderzocht. Die gevolgen zijn onderzocht, maar blijken lastig wetenschappelijk eenduidig vast te stellen. Evengoed wil het kabinet opnieuw proberen ze op een bevredigende manier in kaart te brengen.

Ondanks de juridisch verstrekkende gevolgen van de uitspraak van de Raad van State, wijst de minister er in haar brief op dat wezenlijke onderdelen van het kabinetsbesluit overeind zijn gebleven. Zo vindt de Raad dat er voldoende onderzoek is gedaan naar alternatieven voor een havenuitbreiding. Het kabinet ziet wat de Raad van State betreft uitvoering van het project ook terecht als een groot maatschappelijk belang. Ook aan de wettelijke eisen om beschermde natuur te ontzien en onvermijdelijke schade te compenseren, is volgens de uitspraak naar behoren voldaan.