P E R S
NL
RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE
NL
5534/05 (Presse 14)
PERSMEDEDELING
2636e zitting van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
Algemene Zaken
Brussel, 31 januari 2005
Voorzitter de heer Jean ASSELBORN
Vice-minister-president, Minister van Buitenlandse Zaken en
Immigratie van Luxemburg
* Voor de 2637e zitting van de Raad Externe Betrekkingen is er een aparte mededeling aan de
pers (5535/05)
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 2
NL
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft zijn besprekingen over het financieel kader van de Unie voor de periode 2007-2013
voortgezet met een debat over de rubriek "cohesie".
De Raad is overeengekomen de in juni 2003 ingestelde beperkingen jegens Cuba tijdelijk te
schorsen en de situatie vóór juli aanstaande opnieuw te bezien, in het licht van de ontwikkelingen
op het gebied van de democratie en de mensenrechten in dit land.
Hij heeft besloten tot opschorting van de tegenmaatregelen die hij in december 2003 in de vorm van
douanerechten had ingesteld in reactie op de onrechtmatige subsidies die door de Verenigde Staten
werden verleend krachtens de wetgeving inzake "Foreign Sales Corporations", in afwachting van
een nieuwe WTO-beslissing over de rechtmatigheid van de nieuwe Amerikaanse wetgeving op dit
gebied.
Hij heeft ook zijn fiat gegeven voor de ondertekening van een overeenkomst inzake
wetenschappelijke samenwerking in het kader van de Associatieovereenkomst met Egypte.
31.I.2005
1 Wanneer de Raad verklaringen, conclusies of resoluties heeft aangenomen, wordt dat in de titel van het
betrokken punt vermeld. De aangenomen teksten staan tussen aanhalingstekens.
De documenten waarvan het nummer in de tekst wordt genoemd, staan op de internetsite van de Raad
http://ue.eu.int.
Besluiten ten aanzien waarvan verklaringen voor de Raadsnotulen zijn afgelegd die beschikbaar zijn voor
het publiek, zijn aangegeven met een asterisk; de tekst van de verklaringen staat op de bovengenoemde
internetsite van de Raad en is ook verkrijgbaar bij de Persdienst.
5534/05 (Presse 14) 3
NL
INHOUD1
DEELNEMERS ............................................................................................................................ 5
BESPROKEN PUNTEN
WERKPROGRAMMA.................................................................................................................. 7
FINANCIEEL KADER 2007-2013................................................................................................. 8
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
EXTERNE BETREKKINGEN
- Cuba - Conclusies van de Raad..........................................................................................................................9
- Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië - Restrictieve maatregelen...................................................10
- Steun voor het Internationale oorlogstribunaal voor het voormalige Joegoslavië - Restrictieve maatregelen.......10
- Bosnië en Herzegovina - Verlenging van het mandaat van het hoofd van de Politiemissie.................................11
- Ivoorkust - Wapenembargo.............................................................................................................................11
- Sudan - Wapenembargo..................................................................................................................................11
- Angola, Democratische Republiek Congo, Nigeria en Rwanda - Algemeen beleid van de EU...........................11
- Israël - Associatieovereenkomst - Toetreding nieuwe lidstaten .........................................................................12
- Mexico - Partnerschapsovereenkomst - Toetreding nieuwe lidstaten.................................................................12
EUROPEES VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID
- Operatie ALTHEA in Bosnië en Herzegovina - Overeenkomst met Albanië .....................................................12
HANDELSBELEID
- Verenigde Staten - "Foreign sales corporations" - Opschorting van rechten *....................................................12
- Mexico - Tariefcontingenten...........................................................................................................................13
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 4
NL
ALGEMENE ZAKEN
- Activiteiten van de Raad.................................................................................................................................13
ONDERZOEK
- Egypte - Overeenkomst voor wetenschappelijke samenwerking........................................................................13
INTERNE MARKT
- Typegoedkeuring van voertuigen - Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties..................14
TRANSPARANTIE
- Openbare beraadslagingen van de Raad ...........................................................................................................14
BENOEMINGEN
- Comité van de Regio's ....................................................................................................................................15
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 5
NL
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Karel DE GUCHT minister van Buitenlandse Zaken
de heer Didier DONFUT staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de
minister van Buitenlandse Zaken
Tsjechische Republiek
de heer Cyril SVOBODA minister van Buitenlandse Zaken
Denemarken:
de heer Per Stig MØLLER minister van Buitenlandse Zaken
de heer Friis A. PETERSEN staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken
Duitsland:
de heer Joschka FISCHER minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervanger van
de bondskanselier
Estland:
mevrouw Kristiina OJULAND minister van Buitenlandse Zaken
Griekenland:
de heer Petros MOLYVIATIS minister van Buitenlandse Zaken
de heer Yoannis VALINAKIS staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Spanje:
de heer Miguel Ángel MORATINOS CUYAUBÉ minister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking
Frankrijk:
de heer Michel BARNIER minister van Buitenlandse Zaken
Ierland:
de heer Dermot AHERN T.D. minister van Buitenlandse Zaken
Italië:
de heer Gianfranco FINI vice-eerste-minister en minister van Buitenlandse Zaken
de heer Roberto ANTONIONE staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Cyprus
de heer George IACOVOU minister van Buitenlandse Zaken
Letland:
de heer Artis PABRIKS minister van Buitenlandse Zaken
Litouwen:
de heer Antanas VALIONIS minister van Buitenlandse Zaken
Luxemburg:
de heer Jean ASSELBORN vice-minister-president, minister van Buitenlandse Zaken
en Immigratie
de heer Jean-Louis SCHILTZ minister van Ontwikkelingssamenwerking en Humanitaire
Acties, gedelegeerd minister van Communicatie
de heer Nicolas SCHMIT gedelegeerd minister van Buitenlandse Zaken en
Immigratie
Hongarije
de heer Ferenc SOMOGYI minister van Buitenlandse Zaken
de heer Etele BARÁTH minister zonder portefeuille, belast met Europese Zaken
Malta:
de heer Michael FRENDO minister van Buitenlandse Zaken
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 6
NL
Nederland:
de heer Bernard BOT minister van Buitenlandse Zaken
de heer Atzo NICOLAÏ minister voor Europese Zaken
Oostenrijk:
mevrouw Ursula PLASSNIK minister van Buitenlandse Zaken
Polen:
de heer Jan TRUSZCZYÑSKI onderstaatssecretaris, ministerie van Buitenlandse Zaken
Portugal:
de heer António MONTEIRO minister van Buitenlandse Zaken en van de Portugese
gemeenschappen
de heer Mário DAVID staatssecretaris van Europese Zaken
Slovenië:
de heer Dimitrij RUPEL minister van Buitenlandse Zaken
Slowakije:
de heer Eduard KUKAN minister van Buitenlandse Zaken
Finland:
de heer Erkki TUOMIOJA minister van Buitenlandse Zaken
Zweden:
mevrouw Laila FREIVALDS minister van Buitenlandse Zaken
Verenigd Koninkrijk:
de heer Denis MacSHANE onderminister belast met Europese Zaken
Commissie:
de heer José Manuel BAROSO voorzitter
de heer Louis MICHEL lid
mevrouw Benita FERRERO-WALDNER lid
mevrouw Margot WALLSTRÖM lid
mevrouw Dalia GRYBAUSKAITE lid
mevrouw Danuta HÜBNER lid
de heer Olli REHN lid
Secretariaat-generaal van de Raad
de heer Javier SOLANA secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger GBVB van de
Europese Unie
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 7
NL
BESPROKEN PUNTEN
WERKPROGRAMMA
De Raad heeft een kort openbaar debat gehouden over het werkprogramma van de Raad voor 2005
dat door het Luxemburgse en het Britse voorzitterschap is opgesteld.
Het debat ging vooral over de vastgestelde prioriteiten, te weten:
* de onderhandelingen over het financieel kader voor de EU-begroting voor het tijdvak
2007-2013;
* de tussentijdse herziening van de economische hervormingsstrategie van Lissabon;
* de uitvoering van het Haags programma inzake vrijheid, veiligheid en recht;
* het opstarten van de voorbereidende werkzaamheden voor de toepassing van het Verdrag tot
vaststelling van een Grondwet voor Europa nadat dat bekrachtigd is.
De opstelling van een actieprogramma ter versterking van het vermogen van de EU en haar
lidstaten om het hoofd te bieden aan natuurrampen vormt eveneens een prioriteit.
De Raad heeft voorts nota genomen van het werkprogramma dat door de nieuwe Commissie is
opgesteld en dat door de voorzitter van de Commissie werd gepresenteerd. Het verheugde de Raad
dat de prioriteiten met elkaar overeenkomen, hetgeen de vrucht is van een nauwe samenwerking
tussen het voorzitterschap, de Commissie en het Europees Parlement, in overeenstemming met het
tussen de drie instellingen gesloten akkoord "beter wetgeven".
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 8
NL
FINANCIEEL KADER 2007-2013
De Raad heeft van gedachten gewisseld over het cohesiebeleid dat moet worden bepaald uit hoofde
van rubriek 1b van het financieel kader dat momenteel wordt opgesteld voor de begroting van de
EU gedurende de periode 2007-2013.
Het debat had betrekking op vijf thema's:
* beleidsinhoud;
* totaalbedrag;
* toewijzingsmethode;
* aftoppingsregeling;
* overgangsregelingen.
De Raad zal opnieuw over het financieel kader van gedachten wisselen tijdens zijn zitting van 21 en
22 februari, ditmaal over rubriek 1a van de begroting ("concurrentievermogen ter bevordering van
groei en werkgelegenheid"). Het voorzitterschap zal op basis van deze beide debatten een
"onderhandelingskader" opstellen om tijdens de bijeenkomst van de Europese Raad van 16 en
17 juni 2005 tot een politiek akkoord te kunnen komen.
Doel van het Luxemburgse voorzitterschap is, de Europese Raad in staat te stellen om, in overeenstemming
met het door het strategisch meerjarenprogramma van de Raad bepaalde tijdschema, in
juni tot een politiek akkoord te komen over het nieuwe financiële kader.
De Raad in zijn formatie "algemene zaken" is daarbij verantwoordelijk voor de organisatie van de
besprekingen over dit dossier; met de besprekingen in het kader van andere Raadsformaties wordt
niet vooruitgelopen op het resultaat van de onderhandelingen, hoewel het specifieke belang van de
Raad Economische en Financiële Zaken wordt erkend. Het Comité van permanente vertegenwoordigers
wordt belast met de voorbereiding van de besprekingen van de Raad, en zal daarin
worden bijgestaan door een groep "Vrienden van het voorzitterschap".
Met de voorbereiding van de bijeenkomst van de Europese Raad van juni zal worden begonnen in
maart. Door een methode toe te passen die met succes is gebruikt tijdens de onderhandelingen over
de vorige financiële kaders, wil het voorzitterschap het "onderhandelingskader" geleidelijk invullen,
zodat daarin het resultaat van de besprekingen tot uiting komt.
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 9
NL
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
EXTERNE BETREKKINGEN
Cuba - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"De Raad bevestigt zijn gemeenschappelijk standpunt van 1996 waarin, in het kader van de
betrekkingen van de Europese Unie met Cuba, de volgende doelstellingen worden nagestreefd:
bevordering van een overgangsproces naar een pluralistische democratie en eerbiediging van de
mensenrechten en de fundamentele vrijheden, alsook een duurzaam herstel en een verbetering van
de levensstandaard van het Cubaanse volk.
De Raad neemt kennis van de vrijlating, in juni en november 2004, van een aantal van de
75 politieke gevangenen die in maart 2003 gevangen zijn gezet, maar heeft vastgesteld dat deze
vrijlating niet onvoorwaardelijk was. De Raad herhaalt zijn dringend verzoek aan Cuba om alle
politieke gevangenen van de groep van 75 vrij te laten en roept de Cubaanse autoriteiten met klem
op alle overige politieke gevangenen die nog steeds vastzitten, vrij te laten.
De Raad heeft nogmaals verklaard dat hij bereid blijft een opbouwende dialoog te onderhouden met
de Cubaanse autoriteiten teneinde op politiek en economisch gebied en op het gebied van de
mensenrechten en samenwerking tot tastbare resultaten te komen.
De Raad heeft besloten dat de Europese Unie haar betrekkingen met de vreedzame politieke
oppositie en met bredere sectoren van de Cubaanse civiele samenleving nauwer zal aanhalen, via
een meer intensieve en regelmatiger dialoog.
Alle op 5 juni 2003 genomen maatregelen worden geschorst. De Raad heeft derhalve besloten dat
de Europese Unie de beperkingen met betrekking tot bezoeken op hoog niveau schorst. Tijdens
deze bezoeken moeten de mensenrechtensituatie en de positie van de dissidenten bij de Cubaanse
regering en de civiele samenleving worden aangekaart. Eventueel zullen in het kader van deze
bezoeken op hoog niveau ontmoetingen met de vreedzame oppositie plaatsvinden. De partners
zullen elkaar op de hoogte brengen van elk bezoek. De Raad heeft besloten dat de EU en de
lidstaten eveneens de beperking van de deelname aan culturele evenementen zullen schorsen.
De Raad zal bovengenoemde maatregelen vóór juli 2005 opnieuw toetsen aan de vraag of Cuba
zich ontwikkelt tot een pluralistische democratie en of het de mensenrechten eerbiedigt."
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 10
NL
Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië - Restrictieve maatregelen
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt aangenomen waarbij de restrictieve maatregelen
tegen als extremisten beschouwde personen in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië
(FYROM) voor een periode van twaalf maanden worden verlengd, en waarbij de lijst van deze
personen wordt uitgebreid (5401/05).
Deze maatregelen hebben ten doel om de toelating tot het grondgebied van de EU te beletten van
bepaalde personen die actief aansporen tot of deelnemen aan gewelddadige activiteiten welke
afbreuk doen aan de op de kaderovereenkomst van Ohrid gebaseerde beginselen van stabiliteit,
territoriale integriteit, eenheid en multi-etniciteit van de FYROM en/of opzettelijk de uitvoering van
de kaderovereenkomst belemmeren door acties waarmee zij zich van het democratische proces
afkeren.
Met dit gemeenschappelijk standpunt wordt de lijst van personen waarop het verbod betrekking
heeft, ten opzichte van de op 10 februari 2004 bij Gemeenschappelijk Standpunt 2004/133/GBVB
vastgestelde lijst van 12 op 21 gebracht.
Steun voor het Internationale oorlogstribunaal voor het voormalige Joegoslavië - Restrictieve
maatregelen
De Raad heeft een besluit aangenomen dat strekt tot uitbreiding van de lijst van personen die
onderworpen zijn aan de maatregelen ter ondersteuning van de daadwerkelijke uitvoering van het
mandaat van het Internationale oorlogstribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY).
De maatregelen, die voor het eerst zijn aangenomen in april 20031 en die in juni 2004 zijn verlengd,
hebben ten doel, de binnenkomst op of de doorreis via het grondgebied van de EU te beletten van
personen die betrokken zijn bij activiteiten waardoor personen die door het ICTY in staat van
beschuldiging zijn gesteld, geholpen worden zich te blijven onttrekken aan berechting of die
anderszins handelen op een wijze die het ICTY zou kunnen beletten zijn mandaat daadwerkelijk uit
te voeren.
De lijst die bij Besluit 2004/528/GBVB2 was vastgesteld, wordt uitgebreid met de 9 personen
jegens wie op 16 december 2004 maatregelen zijn genomen door de hoge vertegenwoordiger/
speciale vertegenwoordiger van de EU, Paddy Ashdown. De lijst omvat thans in totaal 36 personen
voor wie het toegangsverbod tot de EU geldt.
1 Gemeenschappelijk standpunt 2003/280/GBVB (Publicatieblad L 101 van 23.4.2003, blz. 22).
2 Publicatieblad L 233 van 2.7.2004, blz. 15.
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 11
NL
Bosnië en Herzegovina - Verlenging van het mandaat van het hoofd van de Politiemissie
De Raad heeft een besluit aangenomen tot verlenging van het mandaat van het hoofd van de
Politiemissie van de EU in Bosnië en Herzegovina, de heer Bartholomew Kevin Carty, tot
31 december 2005 (5476/05).
Ivoorkust - Wapenembargo
De Raad heeft een verordening aangenomen tot instelling van beperkingen jegens Ivoorkust op het
leveren van bijstand in verband met militaire activiteiten (15521/04).
Deze verordening verbiedt alle technische en financiële bijstand in verband met militaire
activiteiten, evenals de levering van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt.
Deze maatregelen zijn conform Resolutie 1572(2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde
Naties, waarin het opnieuw oplaaien van de vijandelijkheden en de herhaalde schendingen van het
op 3 mei 2003 overeengekomen staakt-het-vuren worden betreurd. De verordening heeft ten doel
het gemeenschappelijk standpunt dat tijdens de zitting van de Raad van 13 december 2004 is
aangenomen (zie mededeling aan de pers 15460/04), aan te vullen en uit te voeren.
Sudan - Wapenembargo
De Raad heeft nota genomen van de jaarlijkse toetsing van het Gemeenschappelijk Standpunt
2004/31/GBVB (bekendgemaakt in het EU-Publicatieblad L 6 van 10.1.2004) met betrekking tot de
instelling van een embargo op wapens, munitie en militaire uitrusting ten aanzien van Sudan.
Angola, Democratische Republiek Congo, Nigeria en Rwanda - Algemeen beleid van de EU
De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt aangenomen houdende intrekking van de
Gemeenschappelijke Standpunten betreffende Angola (2002/495/GBVB), Nigeria
(2002/401/GBVB), Rwanda (2002/830/GBVB) en het vredesproces in de Democratische Republiek
Congo (2003/319/GBVB), om de beleidsinstrumenten van de EU ten aanzien van deze landen in
overeenstemming te brengen met de algemene praktijk (15598/04).
De Raad heeft namelijk op 17 mei 2003 conclusies over het beleid van de EU ten aanzien van
Nigeria aangenomen, op 13 oktober 2003 over het beleid ten aanzien van Angola, op
8 december 2003 over het beleid ten aanzien van Rwanda en op 14 juni 2004 over het beleid ten
aanzien van het Afrikaanse gebied van de Grote Meren. In die conclusies wordt het algemene beleid
van de Unie ten aanzien van genoemde landen en genoemd gebied vastgelegd. Zij komen in de
plaats van de eerder door de Raad terzake vastgestelde gemeenschappelijke standpunten, die geen
juridisch bindende bepalingen bevatten.
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 12
NL
Israël - Associatieovereenkomst - Toetreding nieuwe lidstaten
De Raad heeft een besluit aangenomen tot machtiging van de ondertekening van een protocol bij de
Euro-mediterrane associatieovereenkomst met Israël, teneinde rekening te houden met de toetreding
van de tien nieuwe lidstaten tot de EU (5326/05 en 5327/05).
Mexico - Partnerschapsovereenkomst - Toetreding nieuwe lidstaten
De Raad heeft een besluit aangenomen tot goedkeuring van de sluiting van een aanvullend protocol
bij de overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking met
Mexico teneinde rekening te houden met de toetreding van de tien nieuwe lidstaten tot de EU
(5400/05).
EUROPEES VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID
Operatie ALTHEA in Bosnië en Herzegovina - Overeenkomst met Albanië
De Raad heeft een besluit aangenomen tot goedkeuring van de sluiting van een overeenkomst met
Albanië betreffende de deelneming van dit land aan de militaire operatie van de EU in Bosnië en
Herzegovina (operatie ALTHEA) (5438/05).
HANDELSBELEID
Verenigde Staten - "Foreign sales corporations" - Opschorting van rechten *
De Raad heeft een verordening vastgesteld tot opschorting van de aanvullende EU-douanerechten
op bepaalde producten uit de Verenigde Staten van Amerika die hij in december 2003 bij
Verordening (EG) nr. 2193/2003 had ingesteld in reactie op de onrechtmatige subsidies welke door
de Verenigde Staten krachtens de wetgeving inzake Foreign Sales Corporations (FSC's) werden
verleend (doc. 15894/04 en 15893/04).
De nieuwe verordening behelst dat de douanerechten worden opgeschort tot 1 januari 2006 of tot
zestig dagen nadat het Orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO heeft bevestigd dat bepaalde
aspecten van de opvolgwet van de FSC-wetgeving, de zogeheten American Jobs Creation Act,
strijdig zijn met de WTO-verplichtingen van de Verenigde Staten. Doel van de verordening is de
Verenigde Staten aan te moedigen tot volledige naleving van de WTO-voorschriften en een einde te
maken aan de handelsverstoring ten gevolge van de sedert de vaststelling van de FSC-wet verleende
subsidies.
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 13
NL
De EU is van oordeel dat de vorig jaar aangenomen American Jobs Creation Act weliswaar tot
intrekking van de FSC-wet heeft geleid, maar overgangsbepalingen en vrijwaringsclausules omvat
die nog steeds strijdig met de WTO-voorschriften zouden kunnen blijken. Het Orgaan voor
geschillenbeslechting van de WTO zal zich later dit jaar uitspreken over de vraag of bepaalde
aspecten van de Jobs Act verenigbaar zijn met de WTO-regels.
De EU had in mei 2003 van het Orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO toestemming
gekregen tot tegenmaatregelen ten bedrage van 4 miljard dollar in de vorm van aanvullende rechten
van 100% op de invoer van bepaalde producten uit de Verenigde Staten. Het Geschillenbeslechtingsorgaan
heeft geoordeeld dat Amerikaanse ondernemingen sinds 2000 op grond van de
FSC-wetgeving jaarlijks meer dan 4 miljard dollar aan onrechtmatige exportsubsidies hadden
ontvangen.
Mexico - Tariefcontingenten
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan een communautair standpunt in de gezamenlijke raad
EU-Mexico met betrekking tot een rectificatie van Besluit 3/2004 van de Gezamenlijke Raad EUMexico
betreffende de inwerkingtreding van twee tariefcontingenten (5105/05).
ALGEMENE ZAKEN
Activiteiten van de Raad
De Raad heeft nota genomen van een verslag over de besprekingen in de verschillende
Raadsformaties (5623/05).
ONDERZOEK
Egypte - Overeenkomst voor wetenschappelijke samenwerking
De Raad heeft een besluit goedgekeurd betreffende de ondertekening van de overeenkomst voor
wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Egypte
(16373/04). Deze overeenkomst is vergelijkbaar met de overeenkomsten welke reeds gesloten zijn
met Tunesië en Marokko. Na de ondertekening van de overeenkomst zal de Raad, na ontvangst van
het advies van het Europees Parlement, een nieuw besluit nemen over de sluiting ervan.
De Associatieovereenkomst EU-Egypte van juni 2001 voorziet in het bevorderen van duurzame
betrekkingen tussen de wetenschappelijke gemeenschap van beide partijen. De nu voorliggende
overeenkomst voorziet in dit verband in een samenwerkingskader voor wetenschappelijk en
technologisch onderzoek teneinde de samenwerkingsactiviteiten op gebieden van wederzijds belang
uit te breiden en te intensiveren en aan te zetten tot benutting van de resultaten van deze
samenwerking, rekening houdende met de wederzijdse belangen van de partijen.
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 14
NL
De overeenkomst voorziet in de mogelijkheid dat juridische entiteiten van elk der partijen
deelnemen aan Egyptische onderzoeksprogramma's en -projecten dan wel aan werkzaamheden die
deel uitmaken van het Kaderprogramma van de EG, op basis van wederkerigheid en met
eerbiediging van de voorwaarden welke in het kader van deze overeenkomst overeengekomen zijn.
INTERNE MARKT
Typegoedkeuring van voertuigen - Economische Commissie voor Europa van de Verenigde
Naties
De Raad heeft besluiten aangenomen houdende goedkeuring van het standpunt van de Europese
Gemeenschap over twee ontwerp-reglementen van de Economische Commissie voor Europa van de
Verenigde Naties (VN/ECE) tot vaststelling van geharmoniseerde technische voorschriften,
teneinde de handelsbelemmeringen voor motorvoertuigen te beperken.
Het betreft een ontwerp-reglement inzake de plaats en identificatie van bedieningsorganen met
handbediening, verklikkerlichten en meters in auto's (15633/04), en een ontwerp-reglement inzake
de typegoedkeuring van een verwarmingssysteeem (15634/04).
De Europese Gemeenschap maakt sedert 1998 deel uit van de VN/ECE.
TRANSPARANTIE
Openbare beraadslagingen van de Raad
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan de onderstaande lijst van openbare beraadslagingen
over volgens de medebeslissingsprocedure aangenomen besluiten (5304/05):
- Zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, tijdens de Raad Concurrentievermogen
op 18 april 2005,
- Pakket maritieme veiligheid, tijdens de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie op
27-28 juni 2005.
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 15
NL
BENOEMINGEN
Comité van de Regio's
De Raad heeft besluiten aangenomen houdende de benoeming van:
- de heer Lars ENGBERG, burgemeester van Kopenhagen, tot lid van het Comité van de
Regio's, ter vervanging van de heer Jens KRAMER MIKKELSEN voor de verdere duur
van diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2006 (5101/05);
- de heer Gábor BIHARY, lid van de Algemene Vergadering van de Hoofdstad, voorzitter
van het Comité voor Europese Integratie en Buitenlandse Zaken van de Algemene
Vergadering van de Hoofdstad, tot lid van het Comité van de Regio's, ter vervanging van
de heer Gábor DEMSZKY voor de verdere duur van diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot
en met 25 januari 2006 (5146/05);
- de heer Béla CSÉCSEI, burgemeester van district VIII van Budapest, tot plaatsvervanger
in het Comité van de Regio's, ter vervanging van de heer Gábor BIHARY voor de verdere
duur van diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2006 (5146/05);
- de heer Nándor LITTER, burgemeester van Nagykanizsa, tot plaatsvervanger in het
Comité van de Regio's ter vervanging van de heer János LÁZÁR voor de verdere duur van
diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2006 (5146/05);
- de heer Zoltán NAGY, lid van het lokale bestuur, stadsbestuur van Komárom, tot
plaatsvervanger in het Comité van de Regio's ter vervanging van mevrouw
Klára KOVÁCSNÉ HORVÁTH voor de verdere duur van haar ambtstermijn, dat wil
zeggen tot en met 25 januari 2006 (5146/05);
- de heer Tomás VILLANUEVA RODRÍGUEZ, adviseur economie en werkgelegenheid van
de autonome gemeenschap Castilië en Leon, tot plaatsvervanger in het Comité van de Regio's
ter vervanging van de heer Carlos Javier FERNÁNDEZ CARRIEDO voor de verdere duur
van diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2006 (5541/05);
- de heer Hans-Josef VOGEL, Bürgermeister der Stadt Arnsberg, tot plaatsvervanger in het
Comité van de Regio's ter vervanging van mevrouw Maria Theresia OPLADEN voor de
verdere duur van haar ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2006 (5555/05);
31.I.2005
5534/05 (Presse 14) 16
NL
- de heer Manuel do Nascimento MARTINS, burgemeester van Vila Real, tot lid van het
Comité van de Regio's, ter vervanging van de heer Pedro SANTANA LOPES voor de
verdere duur van diens ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 25 januari 2006 (5585/05);
- de heer Vasco Ilídio ALVES CORDEIRO, secretaris van het voorzitterschap van de
autonome regio van de Azoren, tot plaatsvervanger in het Comité van de Regio's ter
vervanging van de heer Roberto AMARAL voor de verdere duur van diens ambtstermijn, dat
wil zeggen tot en met 25 januari 2006 (5585/05);
- de heer Manuel Joaquim BARATA FREXES, burgemeester van Fundão Praça do
Município, tot plaatsvervanger in het Comité van de Regio's ter vervanging van de
heer Manuel do Nascimento MARTINS voor de verdere duur van diens ambtstermijn, dat
wil zeggen tot en met 25 januari 2006 (5585/05).
We t s t r a a t 1 7 5 B - 1 0 4 8 B R U S S E L T e l . : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 5 6 0 8 3 / 6 3 1 9 F a x : + 3 2 ( 0 ) 2 2 8 5 8 0 2 6
press.office@consilium.eu.int http://ue.eu.int/Newsroom
5534/05 (Presse 14) 1
European Union