Ministerie van Algemene Zaken


1red15355
05-03-2005, NOS, Met het oog op morgen, R.1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE MINISTERRAAD, OVER ORGAANDONATIE, HET DAGEN VAN BOUWBEDRIJVEN VOOR DE RECHTER EN ZIJN REIS NAAR OOSTENRIJK


- ORGAANDONATIE -


CARASSO:
Is het kabinet nou serieus met het 'voor wat hoort wat'-systeem?


BALKENENDE:
Dat is een gedachte van de heer Hoogervorst om te kijken hoe we nu kunnen zorgen dat meer mensen zich bereid tonen om organen af te staan. Er is sprake van een problematiek. We hebben te weinig organen. Mensen moeten te lang wachten op organen om geholpen te kunnen worden.


CARASSO:
Hoogervorst zegt: met name moslims willen wel nemen maar niet geven. Hij zegt ook in de Volkskrant vandaag: dan gaat het niet om incidentele moslims, maar om een substantiële groep. Waar baseert het kabinet die analyse op?


BALKENENDE:
Die zal ongetwijfeld voort komen uit bevindingen, mogelijk ook onderzoek van de kant van VWS, om aan te geven hoe nu het patroon is in Nederland met het gebruik maken van medische voorzieningen aan de ene kant en de andere kant zelf bijdragen aan het vinden van oplossingen.


CARASSO:
Het CMO is boos en wil een brief schrijven aan de heer Hoogervorst. Die vinden dat wel erg stigmatiserend.


BALKENENDE:
Ik vind dat je altijd enorm uit moet kijken voor stigmatisering. Aan de andere kant, wanneer het zo is dat sommige zaken evident zouden zijn, ik kan het zelf niet beoordelen want ik heb er geen stukken over gezien, als zaken evident zijn moet je er wel met elkaar over kunnen spreken. Maar alsjeblieft wel een waardig debat. Zoals gezegd, we zitten meer met het algemene probleem van hoe kun je zorgen dat het ter beschikking stellen van organen kan worden bevorderd.


CARASSO:
Een systeem van 'voor wat hoort wat' kan leiden tot discriminatie in de zorg, want dan maak je een keuze op basis van niet-medische gronden.


BALKENENDE:
Ik wil niet teveel vooruitlopen op dit vraagstuk. Natuurlijk is het zo dat in bepaalde omstandigheden heb je gewoon hulp nodig. Ik heb het zelf ook meegemaakt toen ik ineens ziek was. Op dat moment is het niet een kwestie van iemand voorrang verlenen. Je moet geholpen worden omdat je met een aandoening te maken hebt die zelfs fataal kan zijn.


CARASSO:
Maar soms is er schaarste.


BALKENENDE:
Ja en dat vind ik eerlijk gezegd een kwestie van onder ogen zien. Dan praat je over de wachtlijsten om maar eens iets te noemen. Dan zeg ik: wat is dan de beste methode om daarin vooruitgang te boeken. Daarom zijn we bezig met deze discussies.


CARASSO:
U klinkt niet alsof dat idee van Hoogervorst kabinetsbeleid gaat worden.


BALKENENDE:
Zo is het denk ik ook niet bedoeld door de heer Hoogervorst. Hij zit, en dat vind ik heel goed van hem, met de vraag van: aan welke mogelijkheden kun je denken om een oplossing te vinden voor het feit dat er te weinig organen zijn. Er zijn tal van mogelijkheden voor en in dat kader heeft hij deze suggestie gedaan.


CARASSO:
Hij mag best brainstormen?


BALKENENDE:
Hij mag best een keer brainstormen, maar zoals gezegd: wel graag een waardige discussie, maar uiteraard ook open voor alternatieven.


CARASSO:
Heeft u zelf een codicil?


BALKENENDE:
Ik heb zelf nog geen codicil, zo moet ik het zeggen.


CARASSO:
Want?


BALKENENDE:
Ik weet niet. Ik heb er wel over nagedacht, maar dat zijn van die dingen die je soms een beetje voor je uit schuift. Misschien wel vanwege de vraag van: je zit zo midden in je leven. Je staat er denk ik nog wat onvoldoende bij stil. Misschien dat het er wel een keer komt. Dat verwacht ik wel.


CARASSO:
Wat zou het kabinet moeten doen om Balkenende een codicil te bezorgen?


BALKENENDE:
We gaan het nu even niet over mij hebben. Daar gaat het niet om.


CARASSO:
Er zijn zoveel Nederlanders die zeggen: misschien ooit nog eens. Dat is nou net waar de Kamer een antwoord op probeert te vinden.


BALKENENDE:
Dan geraakt u in een discussie van: moet je nu werken met een systeem dat je een positieve wilsverklaring afgeeft - de huidige methodiek - of moet je juist toe naar een omgekeerd systeem, dat je automatisch donor bent tenzij je aangeeft het niet te willen zijn. Ik heb begrepen van diegenen die een vergelijking hebben gemaakt met andere landen, dat het niet zo gemakkelijk is om te zeggen dat het ene systeem sowieso beter is dan het andere. Zo werkt het niet. Ik geloof dat het vooral te maken heeft met goede informatieverstrekking. Dat begint eigenlijk al op scholen. Het is ook wat je publiekelijk met elkaar erover wisselt, want dat houd met ook wel bezig. We zijn al heel ver bezig met dit soort debatten en toch lukt het maar niet om voldoende vooruitgang te boeken. Dat vind ik intrigerend.


CARASSO:
Met vooruitgang bedoelt u voldoende donoren?


BALKENENDE:
Dat is het punt, want het gaat natuurlijk toch om het feit dat mensen te lang moeten wachten voor vitale zaken die ze nodig hebben om soms voort te kunnen leven.


CARASSO:
Dan moeten we misschien beginnen met een goed voorbeeld van u?


BALKENENDE:
Ik wil het niet zoveel op mezelf betrekken want iedereen maakt daarin een afweging. Ik heb u ook aangegeven: je denkt er ook over. Het gaat niet zozeer om mij, maar wel om het punt hoe je met elkaar zorgt dat de situatie verbeterd wordt.


CARASSO:
Het is voor u geen principiële keuze om het niet te doen?


BALKENENDE:
Ik wil het niet teveel over mezelf hebben, dat is ook niet van belang. We hebben hier een reëel probleem in Nederland en dat moeten we gezamenlijk onder ogen zien en werken aan oplossingen. Dat is ook de strekking geweest van het debat deze week in de Kamer.


CARASSO:
Ik vraag het aan u omdat u leidend bent in de discussie als politicus. Of vindt u het te persoonlijk?


BALKENENDE:
We moeten een beetje oppassen om het over een persoon te hebben, in dit geval de minister-president. Het gaat veel meer om de vraag: wat voor beleidsstappen zet je, wat zijn geschikte instrumenten om de zaken te veranderen en vooral om met elkaar oog te hebben voor degenen die het zo nodig hebben.


- HET DAGEN VAN BOUWBEDRIJVEN VOOR DE RECHTER -


CARASSO:
Het kabinet heeft vandaag besloten bouwbedrijven voor de rechter te dagen. U zei: dat is de meest koninklijke weg. In het verleden was er bijna een schikking getroffen. Wat het kabinet dan niet bezig op de koninklijke weg?


BALKENENDE:
Datgene wat er de afgelopen weken is gebeurt zijn allemaal voorbereidingen, overwegingen in het kader van de vraag als we straks met de Kamer gaan debatteren over bouwfraude: hoe geef je aan dat je datgene wilt realiseren wat we destijds hebben gezegd. Dat was: we zullen ons maximaal inzetten om de geleden schade te gaan verhalen.


CARASSO:
De bedrijven wilden niet genoeg betalen?


BALKENENDE:
Dat is niet direct het punt. Wij denken dat de gang naar de rechter de beste methode is om recht te doen aan datgene wat we altijd tegen elkaar hebben gezegd: zorgen dat je je maximaal inzet om de schade te verhalen.


CARASSO:
Is dat vanwege het beeld? Bos de klokkenluider is de enige die gestraft wordt en de rest komt er met een schikking vanaf?


BALKENENDE:
Nee, we hebben het niet over concrete zaken. Dat is niet aan de orde.


CARASSO:
Hoeveel geld wilt u hebben?


BALKENENDE:
Daar zou ik me sowieso nooit over uitlaten omdat je je dan mengt in de procedures.


CARASSO:
Het aantal bedrijven dat u gaat aanklagen?


BALKENENDE:
Daar zal ik evenmin een opmerking over maken. U kunt het proberen, maar u krijgt geen antwoord.


- REIS NAAR OOSTENRIJK -


CARASSO:
Gaat u dit weekend nog sleeën?


BALKENENDE:
Ik ga praten over Europese perspectieven. Dat is wat er aan de orde is. Het werk gaat gewoon door.


CARASSO:
Maar wel in de sneeuw in Oostenrijk?


BALKENENDE:
Ja, wel in de sneeuw, maar wel gewoon werken. Dat is wat gedaan gaat worden. Met overigens interessante gesprekspartners. De voorzitter van het Europees Parlement, de voorzitter van de Europese Commissie, enkele premiers. Ik kijk er zeer naar uit, naar het debat over Europa. Een belangrijk onderwerp.


CARASSO:
In de arrenslee naar Oostenrijk. Dank u wel.


BALKENENDE:
Met het vliegtuig naar Oostenrijk. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, RD)