European Union

| | | |

|RAAD VAN                 |                                       |NL         |
|DE EUROPESE UNIE         |                                       |           |
6811/05 (Presse 42)

(OR. fr)

PERSMEDEDELING

Betreft: 2645e zitting van de Raad

PERSMEDEDELING

2645e zitting van de Raad

Concurrentievermogen (Interne Markt, Industrie en Onderzoek)

Brussel, 7 maart 2005

Voorzitter de heer Jeannot Krecké

Minister van Economische Zaken, Buitenlandse Handel en Sport van Luxemburg

|Voornaamste resultaten van de Raadszitting                                 |
|De Raad heeft zijn bijdrage voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese   |
|Raad aangenomen; die bijdrage betreft de tussentijdse evaluatie van het    |
|economisch en sociaal hervormingsproces, de "strategie van Lissabon".      |
|De Raad heeft een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld over de richtlijn|
|betreffende de octrooieerbaarheid van in computers geïmplementeerde        |
|uitvindingen.                                                              |
|De Raad heeft ook richtsnoeren geformuleerd voor de verdere werkzaamheden  |
|betreffende betere regelgeving en vereenvoudiging van de wetgeving.        |
|De Raad heeft, naar aanleiding van de presentatie door de Commissie van het|
|vijfde rapport over de toepassing van het Europees Handvest voor kleine    |
|bedrijven, van gedachten gewisseld over de bevordering van het             |
|ondernemerschap.                                                           |
|Tijdens de lunch hebben de ministers gesproken over het richtlijnvoorstel  |
|betreffende diensten op de interne markt. Ook hebben zij nota genomen van  |
|de informatie over de stand van de internationale onderhandelingen over    |
|ITER.                                                                      |
INHOUD1

DEELNEMERS 5

BESPROKEN PUNTEN

TUSSENTIJDSE EVALUATIE VAN DE STRATEGIE VAN LISSABON 7

BETER REGELGEVEN - EENVOUDIGER WETGEVEN 9

BEVORDERING VAN HET ONDERNEMERSCHAP - EUROPEES HANDVEST VOOR KLEINE

BEDRIJVEN 10

ITER 11

DIVERSEN 12


- REACH 12


- Oneerlijke handelspraktijken. 12


- Problemen in de sectoren textiel, kleding en schoeisel 12

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

INTERNE MARKT

In computers geïmplementeerde uitvindingen 13

ENERGIE

Energiebeleid van de EU - Bijdrage van de Raad voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad 2005 13

ONDERZOEK

Korea - Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking 14

VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID

Irak - Rechtsstaatsmissie van de EU 14

BUITENLANDSE BETREKKINGEN

Doorgifte van informatie over reizigers - onderhandelingen met Canada 14

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Toegang tot het VIS van de voor de binnenlandse veiligheid bevoegde instanties van de lidstaten - Raadsconclusies 15

Denemarken - verlenging van de verordeningen "Dublin II" en "Eurodac" 16

BELASTINGEN

Zweden - verlaagd belastingtarief op elektriciteitsverbruik * 16

HANDELSPOLITIEK

Antidumping - India - polyethyleentereftalaatfolie 17

DEELNEMERS

De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:

België:
de heer Marc VERWILGHEN minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid

Tsjechische Republiek
de heer Martin JAHN vice-minister- president en minister van Economische Zaken

Denemarken:
de heer Bendt BENDTSEN minister van Economische Zaken, Handel en Industrie

Duitsland:
de heer Wolfgang CLEMENT, minister van Economische Zaken en Arbeid

Estland:
de heer Andrus ANSIP minister van Economische Zaken en Verkeer

Griekenland:
de heer Dimitrios SIOUFAS minister van Ontwikkeling de heer Christos FOLIAS staatssecretaris van Economische Zaken en Financiën

Spanje:
de heer José MONTILLA AGUILERA minister van Handel, Industrie en Toerisme de heer Alberto NAVARRO GONZÁLEZ staatssecretaris voor de Europese Unie

Frankrijk:
de heer Patrick DEVEDJIAN toegevoegd minister van Industrie, ministerie van Economische Zaken, Financiën en Industrie de heer François d'AUBERT toegevoegd minister van Onderzoek, ministerie van Nationaal Onderwijs, Hoger Onderwijs en Onderzoek mevrouw Claudie HAIGNERÉ toegevoegd minister van Europese Zaken, ministerie van Buitenlandse Zaken

Ierland:
de heer Michael AHERN onderminister, ministerie van Ondernemingen, Handel en Werkgelegenheid (belast met Handel)

Italië:
de heer Rocco BUTTIGLIONE minister zonder portefeuille, bevoegd voor communautair beleid de heer Antonio MARZANO minister van Productieve Activiteiten

Cyprus:
de heer Yiorgos LILLIKAS minister van Handel, Industrie en Toerisme

Letland:
de heer Arturs Kri?jânis KARIÒ? minister van Economische Zaken

Litouwen:
de heer Viktor USPASKICH minister van Economische Zaken

Luxemburg:
de heer Jeannot KRECKÉ minister van Economische Zaken en Buitenlandse Handel, minister van Sport
de heer François BILTGEN minister van Arbeid en Werkgelegenheid, minister van Cultuur, Hoger Onderwijs en Onderzoek, minister van Eredienst

Hongarije
de heer Etele BARÁTH minister zonder portefeuille, belast met Europese Zaken

Malta:
de heer Censu GALEA minister van Concurrentievermogen en Communicatie

Nederland:
de heer Laurens-Jan BRINKHORST minister van Economische Zaken

Oostenrijk:
de heer Martin BARTENSTEIN minister van Economische Zaken en Arbeid

Polen:
de heer Jerzy HAUSNER vice- minister-president, minister van Economische Zaken en Arbeid de heer Michal KLEIBER minister van Wetenschappen en Informatisering

Portugal:
de heer Manuel CORREA DE LANCASTRE staatssecretaris van Economische Ontwikkeling de heer Pedro SAMPAIO NUNES staatssecretaris van Wetenschappen en Innovatie

Slovenië:
de heer Andrej VIZJAK minister van Economische Zaken

Slowakije:
de heer László POMOTHY staatssecretaris, ministerie van Economische Zaken

Finland:
de heer Mauri PEKKARINEN minister van Handel en Industrie

Zweden:
de heer Thomas ÖSTROS minister van Industrie, Werkgelegenheid en Verkeer

Verenigd Koninkrijk:
Lord SAINSBURY of Turville staatssecretaris van Wetenschappen en Innovatie

Commissie:
de heer Günter VERHEUGEN vice- voorzitter de heer Charlie McCREEVY lid de heer Markos KYPRIANOU lid

BESPROKEN PUNTEN

TUSSENTIJDSE EVALUATIE VAN DE STRATEGIE VAN LISSABON

De Raad Concurrentievermogen heeft een uitvoerig oriënterend debat gehouden over de tussentijdse evaluatie van het economisch en sociaal hervormingsproces, de "strategie van Lissabon", en daarna zijn bijdrage aangenomen voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad op 22 en 23 maart in Brussel.

Aan het begin van het debat heeft de heer Günther Verheugen, vice- voorzitter van de Commissie, de Commissiemededeling "Samen werken aan groei en werkgelegenheid - Een nieuwe impuls voor de strategie van Lissabon" gepresenteerd, en vervolgens heeft Commissielid Charles McCreevy een betoog gehouden over het tweede verslag inzake de uitvoering van de strategie voor de interne markt (2003-2006).

Tijdens het debat heeft de Raad ook geluisterd naar de uiteenzetting van de heer Jan Willem Oosterwijk, voorzitter van het Comité voor economische politiek, over de uitvoering van de structurele hervormingen door de lidstaten en zijn opvattingen over een betere samenwerking met de Raad Concurrentievermogen op het gebied van het micro-economisch beleid.

In de bijdrage die is aangenomen wordt gunstig gereageerd op de keuze van de Commissie om de inspanningen te richten op groei en werkgelegenheid en daartoe duidelijker prioriteiten te bepalen en efficiënte middelen in te zetten. Tegelijk wordt erkend dat de drie pijlers van die strategie - een economische, een sociale en een milieupijler - even belangrijk zijn en dat moet worden getracht meer synergie tussen die drie pijlers tot stand te brengen.

De bijdrage bevat een aantal aanbevelingen op diverse gebieden waarvoor de Raad Concurrentievermogen bevoegd is en ook de toezegging van die Raad om enerzijds de prioritaire instrumenten voor het wetgevingsbeleid aan te nemen en anderzijds het proces van de micro-economische en structurele hervormingen voort te laten gaan die na de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad zullen worden vastgesteld.

De Raad Concurrentievermogen zegt met name toe dat de volgende maatregelen zullen worden uitgevoerd:

gebruikmaken van kennis en innovatie voor groei dank zij de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en de doelstelling van Barcelona en door middel van het komende 7e kaderprogramma en het programma voor concurrentievermogen en innovatie, ten einde de openbare en particuliere investeringen in O&O op te voeren en te verbeteren, het menselijk kapitaal van Europa te optimaliseren en nieuwe technologieën en technologie-overdracht te bevorderen en daarin te investeren in geheel Europa;

Europa maken tot een aantrekkelijker plaats om te investeren en te werken door de interne markt uit te breiden en te verdiepen, in het bijzonder voor diensten, door de Europese en de nationale regelgeving te verbeteren, te zorgen voor open en concurrerende markten, het industriële apparaat te versterken, de ontwikkeling van de infrastructuur te bevorderen door het verwezenlijken van de prioritaire projecten in het kader van de trans- Europese netwerken, het MKB te ondersteunen en ondernemerschap te bevorderen;

actief werk maken van het mandaat van de Europese Raad om te zorgen voor economische hervormingen en de toepassing van een geïntegreerde aanpak van het concurrentievermogen, door ten aanzien van de hoofdprioriteiten de nodige wetgevende maatregelen te nemen en door het micro-economische en structurele hervormingsproces voort te laten gaan op de grondslag van het jaarlijkse voortgangs- en strategische verslag van de EU en door bij te dragen tot de globale richtsnoeren voor het economisch beleid (GREB).

BETER REGELGEVEN - EENVOUDIGER WETGEVEN

De Raad heeft van gedachten gewisseld over beter regelgeven en eenvoudiger wetgeven aan de hand van het verslag van het voorzitterschap en informatie van de Commissie. Vervolgens heeft de Raad een aantal richtsnoeren vastgesteld voor de verdere werkzaamheden in de voorbereidende instanties van de Raad.

Er zij aan herinnerd dat die werkzaamheden aansluiten bij het initiatief van de zes vorige en toekomstige voorzitterschappen van afgelopen december om dit dossier, dat een kernelement is van de concurrentiestrategie en van het proces van Lissabon, vooruit te laten gaan.

In het verslag van het voorzitterschap (doc. 6443/05) komen drie prioritaire aangelegenheden aan de orde:

het gebruik van effectbeoordelingen van de Commissie in de onderhandelingen bij de Raad,

de uitwerking van effectbeoordelingen door de Raad wanneer een wetgevingsvoorstel van de Commissie ingrijpend wordt gewijzigd, en

eenvoudiger wetgeven.

De Raad heeft nota genomen van de informatie van de Commissie over haar volgende initiatief dat is aangekondigd in haar mededeling voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad, en dat tot doel heeft met behulp van met name haar effectbeoordelingsanalyse een beter inzicht te krijgen in de gevolgen van de nieuwe wetgevings- en beleidsvoorstellen voor het concurrentievermogen.

De Commissie heeft reeds laten weten externe deskundigheid te zullen inroepen voor adviezen over de kwaliteit en de methodiek van de uitvoering van effectbeoordelingen. De Commissie is van mening dat de combinatie van regelgeving, moeilijk toegankelijke markten en onvoldoende concurrentiedruk de innovatie in sectoren met een hoog groeipotentieel kan belemmeren. Daarom gaat zij in 2005 in een aantal belangrijke sectoren onderzoeken wat de belemmeringen zijn voor groei en innovatie. Daarbij zal bijzondere aandacht worden besteed aan de rompslomp waarmee kleine en middelgrote ondernemingen te maken hebben.

BEVORDERING VAN HET ONDERNEMERSCHAP - EUROPEES HANDVEST VOOR KLEINE

BEDRIJVEN

De Raad heeft, aan de hand van het door de Commissie gepresenteerde vijfde rapport over de uitvoering van het Europees Handvest voor kleine bedrijven, van gedachten gewisseld over de bevordering van het ondernemerschap.

De Raad was van oordeel dat het rapport, als middel om het beleid ten behoeve van kleine bedrijven aan te scherpen, aanzienlijk bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de strategie van Lissabon, aangezien kleine bedrijven een vitale rol vervullen bij het stimuleren van het Europese concurrentievermogen.

De Raad zal de voortgang die dankzij dit belangrijke instrument wordt gemaakt dus in het oog blijven houden en toezien op de ontwikkeling, rekening houdend met de resultaten van de tussentijdse evaluatie van de strategie van Lissabon.

ITER

De Raad heeft nota genomen van de informatie die is verstrekt door de heer Janez POTO?NIK, Commissaris voor onderzoek, over de stand van de internationale onderhandelingen over de toekomstige bouw van een internationale thermonucleaire experimentele reactor (ITER).

De Raad zal op deze aangelegenheid terugkomen in zijn zitting van 18 april a.s.

DIVERSEN

REACH

De Raad heeft nota genomen van de schriftelijke informatie van het voorzitterschap over de stand van de besprekingen van de ad hoc Groep chemische producten over het voorstel voor een verordening en het voorstel voor een richtlijn inzake de registratie en beoordeling van en de vergunningverlening en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Chemicaliënagentschap en tot wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en de verordening inzake persistente organische stoffen.

Oneerlijke handelspraktijken.

De Raad heeft nota genomen van de informatie van het voorzitterschap over de resultaten van de onderhandelingen die het namens de Raad met het Europees Parlement heeft gevoerd teneinde de aanneming van dit richtlijnvoorstel in tweede lezing mogelijk te maken.

Het voorstel voor een richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen waardoor de economische belangen van consumenten worden geschaad, bevat een omschrijving van de voorwaarden aan de hand waarvan kan worden vastgesteld of sprake is van een oneerlijke handelspraktijk en voorziet tevens in een algemeen verbod op dergelijke oneerlijke praktijken; er wordt nader ingegaan op twee belangrijke soorten oneerlijke praktijken (misleidende en agressieve). Het bevat ook een zwarte lijst van praktijken die altijd als oneerlijk zullen worden beschouwd en dus in ieder geval verboden zullen zijn.

De 19 compromis-amendementen zijn op 24 februari j.l. door de plenaire vergadering van het Europees Parlement aangenomen. De Raad zal het aldus gewijzigde richtlijnvoorstel in een van zijn volgende zittingen aannemen.

Problemen in de sectoren textiel, kleding en schoeisel

De Raad heeft nota genomen van de schriftelijke informatie van de Italiaanse delegatie over de problemen in de sectoren textiel, kleding en schoeisel, en van de opmerkingen van de Commissie en verscheidene delegaties daarover.

ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN

INTERNE MARKT

In computers geïmplementeerde uitvindingen

De Raad heeft vandaag met gekwalificeerde meerderheid zijn gemeenschappelijk standpunt vastgesteld over de ontwerp-richtlijn betreffende de octrooieerbaarheid van in computers geïmplementeerde uitvindingen. De Spaanse delegatie stemde tegen en de Oostenrijkse, de Italiaanse en de Belgische delegatie hebben zich onthouden . Het gemeenschappelijk standpunt van de Raad zal thans worden toegezonden aan het Europees Parlement dat het in tweede lezing zal bespreken (zie mededeling aan de pers 7060/05).

ENERGIE

Energiebeleid van de EU - Bijdrage van de Raad voor de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad 2005

De Raad heeft een bijdrage goedgekeurd over de bevordering van concurrentievermogen, voorzieningszekerheid en milieuduurzaamheid, die aan de Europese Raad van 22 en 23 maart 2005 zal worden voorgelegd (doc. 6522/05).

Die bijdrage past in het kader van de besprekingen die de Europese Raad wil voeren over de mogelijkheden van de EU-strategie inzake klimaatverandering voor de periode na 2012 en de tussentijdse evaluatie van de strategie van Lissabon.

In de tekst wordt gepleit voor de bevordering van een evenwichtige aanpak van de drieledige doelstelling concurrentievermogen, voorzieningszekerheid en milieuduurzaamheid als uitgangspunt om de strategie van Lissabon meer te richten op werkgelegenheid en groei, de koers te bepalen van de strategie inzake klimaatverandering en de Europese strategie inzake duurzame ontwikkeling te herzien.

ONDERZOEK

Korea - Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking

De Raad heeft het besluit aangenomen waarbij de Commissie wordt gemachtigd te onderhandelen over een overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking met Korea.

VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID

Irak - Rechtsstaatsmissie van de EU

De Raad heeft een gemeenschappelijk optreden aangenomen betreffende de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de EU voor Irak, die tot doel heeft de werking van het Iraakse strafrechtsysteem te verbeteren (missie EUJUST LEX) (doc. 6328/05).

De Raad had op 21 februari 2005 besloten de missie EUJUST LEX van start te laten gaan en een politiek akkoord over het gemeenschappelijk optreden bereikt. (zie persmededeling 6420/05).

De missie heeft tot doel ambtenaren van het Iraakse strafrechtstelsel (politie, justitie, gevangeniswezen) op te leiden in leiding geven en strafrechtelijk onderzoek.

Er wordt 10 miljoen euro uitgetrokken voor de uitgaven in verband met de missie.

Het gemeenschappelijk optreden bepaalt dat de operationele fase van de missie op 1 juli 2005 van start moet gaan.

BUITENLANDSE BETREKKINGEN

Doorgifte van informatie over reizigers - onderhandelingen met Canada

De Raad heeft een besluit aangenomen houdende machtiging van de Commissie om onderhandelingen te openen met Canada betreffende een overeenkomst inzake de verwerking en het doorgeven aan het Canada Border Services Agency (CBSA) van Advanced Passenger Information (API) en Passenger Name Records (PNR) door luchtvaartmaatschappijen.

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

Toegang tot het VIS van de voor de binnenlandse veiligheid bevoegde instanties van de lidstaten - Raadsconclusies

De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:

"De Raad,

zegt de Commissie dank voor de indiening bij hem en het Europees Parlement, binnen de door de Europese Raad gestelde termijn, van het voorstel voor een verordening betreffende het visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf ,

merkt op dat met het verordeningsvoorstel, dat in de eerste plaats beoogt de ontwikkeling van een gemeenschappelijk visumbeleid te ondersteunen, de fraudebestrijding en de identificatie van personen kan worden vergemakkelijkt, en bijgevolg, overeenkomstig de wens van de Raad in zijn conclusies van 19 februari 2004, kan worden bijgedragen aan ondersteuning van de binnenlandse veiligheid en van de strijd tegen het terrorisme,

is van mening dat om het in de Raadsconclusies van 19 februari 2004 geformuleerde doel van het VIS, namelijk verbetering van de binnenlandse veiligheid en van de strijd tegen het terrorisme, volledig te verwezenlijken, aan de in de lidstaten voor de binnenlandse veiligheid bevoegde instanties toegang voor raadpleging gegarandeerd moet worden in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden inzake preventie, opsporing en onderzoek van strafbare feiten, met inbegrip van terreurdaden of -dreigingen,

herhaalt dat toegang tot het VIS alleen mogelijk mag zijn indien strikt de hand wordt gehouden aan de regels betreffende de bescherming van persoonsgegevens,

verzoekt de Commissie om zo spoedig mogelijk en uiterlijk voor eind 2005 haar voorstel betreffende de bescherming van persoonsgegevens in het kader van titel VI VEU in te dienen,

verzoekt de Commissie om bij dezelfde gelegenheid een voorstel op basis van titel VI VEU in te dienen dat ertoe strekt de instanties van de lidstaten die bevoegd zijn voor de binnenlandse veiligheid, toegang tot het VIS voor raadpleging te garanderen in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden inzake preventie, opsporing en onderzoek van strafbare feiten, met inbegrip van terreurdaden of -dreigingen, zodat dit voorstel binnen een vergelijkbare termijn kan worden aangenomen als de verordening betreffende het VIS,

verlangt dat intussen wordt doorgegaan met de bespreking van het voorstel voor een verordening betreffende het visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf,

zal ernaar streven om met het Europees Parlement, met volledige inachtneming van de prerogatieven van elke instelling, te komen tot aanneming van het voorstel voor een verordening betreffende het visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, binnen een termijn waarin het VIS volgens het door de Raad in zijn conclusies van 19 februari 2004 vastgestelde tijdrooster kan worden geïmplementeerd."

Denemarken - verlenging van de verordeningen "Dublin II" en "Eurodac"

De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende de ondertekening van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Koninkrijk Denemarken houdende uitbreiding tot Denemarken van de verordening waardoor wordt bepaald welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek ("Dublin II") en van de verordening betreffende de instelling van "Eurodac" voor de vergelijking van vingerafdrukken (doc. 14787/1/04).

BELASTINGEN

Zweden - verlaagd belastingtarief op elektriciteitsverbruik *

De Raad heeft een beschikking aangenomen waarbij Zweden wordt gemachtigd een verlaagd belastingtarief toe te passen op de elektriciteit die wordt verbruikt door in bepaalde gebieden in Noord-Zweden gelegen huishoudens en ondernemingen in de dienstensector (doc. 6379/05, 6548/1/05 ADD1).

HANDELSPOLITIEK

Antidumping - India - polyethyleentereftalaatfolie

De Raad heeft een verordening aangenomen tot beëindiging van de tussentijdse procedure voor de eventuele herziening van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van polyethyleentereftalaatfolie (PET- folie) van oorsprong uit onder meer India (doc. 6397/05).


---

Ierland, Nederland, Luxemburg, Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Finland.
Het Europees Handvest voor kleine bedrijven is in 2000 door de staats- en regeringsleiders goedgekeurd. Momenteel hebben 35 landen dit Handvest aangenomen. In 2003 hebben de Westelijke Balkanlanden het Handvest onderschreven en vervolgens Moldavië in 2004. Op basis van het Europees Handvest voor kleine bedrijven hebben de mediterrane partnerlanden in oktober 2004 de Verklaring van Caserta over het Euromediterraan Handvest voor het bedrijfsleven ondertekend. Het Handvest is gebaseerd op de open coördinatiemethode en verzoekt de lidstaten en de Commissie om in tien kernsectoren op te treden ter ondersteuning van kleine bedrijven.
De Commissie en de Deense, de Cyprische, de Letse, de Hongaarse, de Nederlandse en de Poolse delegatie hebben verklaringen voor de Raadsnotulen afgelegd (doc. 16120/04 ADD1, ADD2 en ADD4). Doc. 5093/05 VISA 1 CODEC 77 COMIX 5 + COR 1, COM(2004) 835 def.